Moderators: NadjaNadja, Essie73, Muiz, Maureen95, Firelight
Citaat:Paarden lopen in vrijheid niet willekeurig over een open vlakte. Ze houden zich aan een vast pad dat ze leidt naar eten, drinken en beschutting. Telkens komen ze na een lus van enkele kilometers weer terug. In gedomesticeerde situaties zie dat soms ook bij schapen, koeien en paarden. Ze slijten een vast pad uit in het weiland, waarlangs ze telkens bewegen.
Paarden in het wild lopen zo´n 30 km. In een rechthoekig weiland waarin de meeste paarden leven in Nederland, loopt een paard maar zo´n 5 km al grazend. Een rechthoekig weiland is voor een paard op geen enkele wijze uitdagend, waar hij ook kijkt overal ziet hij hekken staan en alles is binnen handbereik: voedsel, drinkwater, vrienden en meestal ook de schuilplaats, dus waarom zou hij gaan bewegen?
Het lopen langs een pad kun je in je weiland nabootsen door een pad rondom af te zetten, zodat de paarden hier langs moeten bewegen. Het aardige is dat paarden niet verder vooruit kunnen denken dan zo’n 10 a 15 meter. Hoe ze moeten omlopen en wat de kortste route is, denken ze niet over na. Ze beginnen gewoonweg te bewegen en hun vaste route brengt ze uiteindelijk bij alle voorzieningen. Door de voorzieningen aan verschillende uiteindes van je weiland te zetten, stimuleer je de paarden tot meer beweging over het pad. Het pas zorgt er op twee manieren voor dat de paarden meer kilometers lopen. Ten eerste ze kunnen niet de kortste route kiezen in een rechte lijn naar de voorziening, ze moeten buitenom. Ten tweede, omdat ze nu hekken náást zich zien in plaats van voor zich, zijn ze geneigd om meer te gaan bewegen en na een meter of 10 a 15 weten ze toch niet meer waar ze vandaan kwamen en lopen rustig door.
Bron