Overige
Nayel Nassar. Foto: Debra Jamroz /FEI
Hij is geboren in California, USA en heeft vervolgens ook even in Koeweit gewoond, Nayel Nassar maakte afgelopen zomer heel wat furore in Europa. Nassar is één van die jonge ruiters die op weg is naar het hoogste niveau. In Europa staat de jeugdige ruiter gestald bij Gregory Wathelet.
Hoe ben je in contact gekomen met de paardensport?
In Koeweit ben ik begonnen met paardrijden. De sport is er vrij nieuw. Ik was de eerste in onze familie die paardensport ter harte nam. Nadien, toen ook de sport in Koeweit populairder werd, is alles vrij snel gegaan. Nu is de sport vrij bekend in het Midden-Oosten.
Uiteindelijk ben je verhuisd richting California, was dat niet te moeilijk?
Ik ben verhuisd toen ik 18 jaar was. Uiteraard had dit zijn invloed op mijn leven. Alles was anders, maar gelukkig was mijn Engels vrij goed. Het rijden in de ‘States’ heeft me wel verder gebracht in de sport.
Is er een groot verschil tussen het rijden in Koeweit en de USA?
Mijn trainers zijn steeds van Duitse afkomst geweest, ik ondervind de invloed dus iets minder. Ik ben begonnen met trainen bij Markus Beerbaum, daarna heb ik voor Jos Lansink gewerkt. Bij Lansink heb ik heel wat geleerd. Dankzij hem voelde ik geen noodzaak om mijn rijden te wijzigen toen ik in Amerika kwam. Het systeem is overal anders, er is nooit enige twijfel bij mijn rijden geweest.
In Amerika werd je getraind door Laura Kraut, wat heeft ze je bijgebracht?
Sinds 2012 heb ik bij haar getraind. Het is dankzij haar training en begeleiding dat ik mijn eerste ervaring opdeed met grotere Grand Prix wedstrijden. Kraut is enorm belangrijk voor mij. Zij was ook de persoon die me samen bracht met mijn toppaard. Kraut heeft me geleerd competitief te zijn en in mezelf en mijn paard te geloven
Hoe overleef je in de paardensport?
Voor mij is de paardensport een beroep. Ik probeer paarden omhoog te trainen en moet dan af en toe de beslissing nemen deze te verkopen. Ik heb het geluk gehad een toppaard te hebben dat me in staat stelde andere paarden te kopen. Normaal koop ik de paarden aan op vier- en vijfjarige leeftijd en train ze dan verder. Zevenjarige paarden zijn te duur. In feite slaan de prijzen voor paarden de pannen uit.
Alles wordt duurder in onze sport. Het wordt moeilijker en moeilijker goede jonge paarden te vinden en te houden om ze verder te trainen. Maar ook deze markt werkt volgens het eenvoudig economisch model. Zolang de vraag het aanbod overschrijdt zullen de prijzen hoog blijven voor paarden.
Natuurlijk wordt dit ook bevestigd door het feit dat, eenmaal je een goed paard hebt, je het ook echt wel wil behouden.