Algemeen

Een goedgemanierd paard loopt met je mee, met zijn aandacht bij jou.
Foto: © FEI/Libby Law Photography.
Als paardeneigenaar is je paard een reflectie van jou. Gedraagt je paard zich op stal als een ondeugend kind? Ben je bang dat je paard zich misdraagt en jou spanning geeft, als je op wedstrijd gaat?
Als je op één van deze vragen "ja" hebt geantwoord, dan is het tijd om te werken aan de goede manieren van je paard. Hier is een lijst van goede manieren, waarmee je je paard moet kunnen vertrouwen.
1. Zich laten vangen en het halster omdoen
Voor je ook maar iets met je paard kan doen, moet het vrijwillig naar je toekomen. Als het vangen in de paddock of weide zoveel tijd kost, dat je minder lang kan rijden, moet je hieraan werken.
Een paard dat zich niet laat vangen, laat waarschijnlijk ook met andere dingen ongewenst gedrag zien. Werk aan de band met je paard en zorg ervoor dat hij het leuk vindt om bij jou te zijn.
Je paard moet het ook vanzelfsprekend vinden om een halster om te krijgen. Als je paard kopschuw is, zorg er dan voor dat er geen medische redenen zijn om zich tegen het halster te verzetten, en vraag een trainer of paardengedragstherapeut om hulp, om het halster vanzelfsprekend te maken.
2. Meelopen, met de aandacht bij jou
Als je paard eenmaal is gevangen, moet het met zijn aandacht bij jou meelopen aan een touw. "Met zijn aandacht bij jou" is waar het om gaat.
Een paard dat trekt, of weigert te lopen, is niet acceptabel, net als een paard dat tegen je aan botst, of elke paar meter stopt om een hap gras te nemen. Als je je paard tegen zijn borst tikt, moet hij terug gaan als een zeilboot op het water, niet als een zak stenen van 600 kilo.
Als je problemen met het leiden hebt, stop dan en ga terug naar deze vaardigheid. Laat de trainingen onder het zadel voor wat ze zijn en werk aan de hand, tot de manieren van je paard verbeteren.
3. Vaststaan
Je paard moet om verschillende redenen rustig vast kunnen staan, bijvoorbeeld als hij moet wachten op wedstrijden, veterinaire onderzoeken, bij de smid, poetsen, zadelen of optuigen en wassen. Er zijn verschillende redenen waarom een paard niet graag vast staat:
- Angst of trauma uit het verleden
- Reactiviteit (snel afgeleid, of geïrriteerd door activiteiten in de buurt)
- Hij wil graag andere dingen doen
- Lichamelijk ongemak (waaronder pijn in de nek, of steekvliegen)
- Stijfheid als hij uit stal komt, of verlatingsangst
Het is jouw taak als eigenaar om erachter te komen wat je paard discomfort geeft en train om dat om te draaien.

Werk aan het zelfvertrouwen van je paard. Grondwerken kan je hierbij helpen.
Foto: _l_amanda_l_/Bokt Wiki.
4. Overal kunnen aanraken
Je hebt waarschijnlijk een stalgenoot wel eens horen zeggen "mijn paard vindt het niet leuk als je zijn hoeven aanraakt". Dit is niet goed, want een paard moet het goed vinden als je hem overal aanraakt, ook zijn hoeven, anders worden poetsen, de hoefsmid en veterinaire onderzoek een nachtmerrie, en het kan jou en anderen in gevaar brengen.
Net als bij het paard dat niet vast kan staan, is onderzoek nodig. Hele jonge, of groene paarden kunnen simpelweg gewend moeten raken aan aanrakingen.
Echter, oudere paarden die zich niet overal aan laten raken, hebben waarschijnlijk een goede reden: pijn, trauma uit het verleden of mishandeling, etc. Je moet ervoor zorgen dat aanrakingen fijn zijn, zodat je paard het met een goed gevoel gaat associëren. Regelmatige massages kunnen hierbij helpen.
5. De mond onderzoeken zonder te bijten
Sommige paarden houden er niet van als je je vingers of andere dingen in de mond steekt. Dit maakt veel aspecten van verzorging moeilijk. Het is nodig om je paard te laten onderzoeken en/of behandelen door een paardentandarts.
Je paard moet een zachte aanraking, voor het geven van een wormenkuur of andere medicatie, toestaan. Als je wedstrijden rijdt, kan een bitcontrole nodig zijn, als je de ring binnenkomt, of verlaat.
Net als met de hoeven en de rest van het lichaam, moet je paard aanrakingen bij de mond gaan associëren met iets goeds.
Als je paard het niet fijn vindt, kan een suikerklontje, pepermuntje of ander snoepje hier vaak bij helpen. Uiteindelijk kan je de beloningen weg gaan laten, als je paard het aanraken accepteert.
6. Attent zijn met voer en snoepjes
Nu we het over snoepjes hebben, is je paard hier opdringerig mee? Dit is nog iets, waarbij goede manieren belangrijk zijn. Je paard moet geduldig wachten op zijn voer, en hij moet snoepjes voorzichtig en beleeft aannemen. Het is niet toegestaan om in je zakken de neuzen of met zijn hoofd te duwen, om maar een pepermuntje te krijgen.
Het is het meest ideaal als je je paard kan trainen om goede manieren te hebben als er voer in het spel is. Maar als je paard niet voorzichtig kan zijn moet snoepjes, denk dan aan een ander beloningsssysteem, zoals clickertraining, waarbij je paard alleen wat lekkers krijgt als je de click laat horen. Als je op een pensionstal staat, hang dan een briefje aan zijn box, zodat anderen weten dat ze je paard geen snoepjes mogen geven.
7. Niet reageren op andere paarden tijdens de training
Je paard moet op jou letten tijdens de training, niet op andere paarden die in de buurt zijn. Laat je paard geen contact maken met andere paarden, of anders reageren dan wat je vraagt. Hij moet zich concentreren op het rijden, of op het grondwerk.
Dit wordt vanzelf makkelijker, als je een band hebt met je paard: doen wat jij wil zal meer belonend zijn dat uitvinden wat het andere paard aan het doen is. Andere manieren om reactiviteit en mogelijke ongewenste interacties terug te brengen:
- Borstel, zadel of tuig je paard op, of was hem in een rustige omgeving, voordat je je bij anderen voegt.
- Leer nieuwe vaardigheden aan, en werk aan bijvoorbeeld enge dingen minder eng vinden, als het rustig is in de bak en er zijn geen andere paarden. Vermijd trainen met andere paarden, als je weet dat die reacties kunnen uitlokken.
- Laat je paard geleidelijk wennen aan meer andere paarden in de bak, dit is beter dan veel prikkels ineens toevoegen.
- Breng je paard uit op wedstrijden om te leren, om manieren bijbrengen, niet voor de competitie.
- Koppel je paard aan een rustig paard, dat alles rustig in zich opneemt.
- Gebruik lintjes in zijn staart, en let op lintjes in de staarten van andere paarden, die kunnen aangeven dat een merrie hengstig is, dat het een hengst is, dat een paard nerveus is, etc.
- Werk aan het zelfvertrouwen van je paard en introduceer nieuwe dingen geleidelijk, zodat je paard leert om dingen eerst te onderzoeken (hindernissen, enge hoeken, etc.), en niet constant wil vluchten of "vechten".
8. Makkelijk in de trailer laden
Als je paard de goede basismanieren van hierboven goed beheerst, kan het makkelijk inladen in een trailer worden geleerd. Dit maakt het reizen, of wedstrijddagen, minder stressvol, en het is belangrijk als je paard ooit moet verhuizen, of als je je paard zelf naar de dierenkliniek moet brengen,

Het is nooit te vroeg om je paard manieren bij te brengen. Foto: lifaya/Bokt Wiki.
Tips om aan de manieren te werken
Houd deze tips in gedachten, als je werkt aan de goede manieren van je paard:
- Consequent zijn is belangrijk. Je kan weken van goed werk ongedaan maken door je paard een keer teveel zijn zin te geven.
- Wees streng, maar niet gemeen. Een no nonsens-benadering is de gulden middenweg tussen een watje zijn en te hard zijn.
- Gebruik lichaamstaal in je eigen voordeel, want paarden begrijpen dit intuïtief. Geef je ruimte aan en geef duidelijke lichamelijke aanwijzingen.
- Correcties moeten je meteen geven, anders associeert het paard het niet met het gedrag dat jij ongewenst vindt. Doet je paard iets goed? Beloon hem dan meteen als hij iets goed doet.
- Gebruik progressieve training om resultaten te bereiken bij de meer complexe vaardigheden, zoals het trailerladen. Start met een stapje, voeg dan het volgende stapje toe, en dan weer het volgende.
- Net als met kinderen en honden, is het nooit te vroeg om te beginnen met je paard manieren bij te brengen.
- Neem het opvoeden mee in de dagelijkse dingen, zoals het voeren, naar stal brengen, of naar buiten brengen.
- Hoe meer je een band ontwikkelt met je paard, hoe meer je paard bereid zal zijn om te leren en om je een plezier te doen.