Algemeen

Een afgesloten binnenbak zorgt voor toename van bacteriën, hebben onderzoekers
ontdekt. Foto: Marlies Trap Fotografie
Onderzoekers in Duitsland hebben ontdekt dat de bacteriële belasting van de lucht in vier overdekte rijbanen aanzienlijk toenam nadat een paard en zijn ruiter hadden getraind.
In het tijdschrift Agriculture meldden Thorsen Lühe en zijn medeonderzoekers dat de belangrijkste bron van de bacteriën, voornamelijk Staphylococcus-soorten, waarschijnlijk het oppervlak van de rijbanen was.
Uit het onderzoek is gebleken dat er een verband is tussen een terugkerende verstopping van de luchtwegen of aandoeningen waarbij de luchtwegen ontstoken zijn, grote problemen bij paarden, en een slechte luchtkwaliteit. Ontstekingen aan de luchtwegen worden te weinig gediagnosticeerd, omdat ze leiden tot verminderde prestaties, maar er verder weinig klinische signalen zijn. Hoesten komt bijvoorbeeld in slechts 38% van de gevallen voor.
In noordelijke landen, waar een koel klimaat heerst, schatten ze de incidentie van ernstige paardenastma op 14 tot 20%, die van de milde vorm wordt geschat op 68 – 80%.
Volgens de onderzoekers brengen paarden, ruiters en trainers een aanzienlijke hoeveelheid tijd door in overdekte rijhallen en verbruiken ze de omgevingslucht met geforceerde ademhaling. De luchtkwaliteit is dus van cruciaal belang voor hun gezondheid. Ze onderzochten de luchtkwaliteit van vier gesloten rijhallen. De luchtkwaliteit in elke rijhal werd gedurende een jaar maandelijks geanalyseerd, met speciale aandacht voor het gehalte aan bacteriën.
Om de blootstelling aan bacteriën in de lucht te kunnen meten, werd er een standaard rijprogramma gebruikt van twintig minuten met één paard en één ruiter. Er werden luchtmonsters genomen ter hoogte van de ademzone van de ruiter en het paard - 2,5 meter voor de ruiter en 1,5 meter voor het paard - op vier bemonsteringspunten, voor en na het rijprogramma.
In totaal werden 1335 luchtmonsters uit de rijhallen beoordeeld. Drie daarvan waren rijhallen met een zandbodem en één had een mix van zand en houtkrullen. De leeftijd van de bodems in de zandpistes varieerde van zes maanden tot vier jaar oud. De rijhal met een bodem van zand/houtkrullen was twee jaar oud. Het onderzoeksteam stelde vast dat de bacteriële belasting in alle vier de rijhallen aanzienlijk toenam na het rijden. De resultaten toonden echter geen verschillen tussen de ademhalingszones van de ruiters en die van de paarden.
De aerobe mesofiele bacteriën die het meest overheersten, waren de gram-positieve bacteriën en dan vooral de Staphylococcus-soorten. Deze mesofiele bacteriën groeien en gedijen meestal bij gematigde temperaturen. In totaal werd 80% van alle geïdentificeerde Staphylococcen herleid als Staphylococcus Xylosus.
Er werden ook monsters van de hoefslag op kweek gezet. In totaal werden er 210 geanalyseerd. Deze gaven aan dat de grond waarschijnlijk de belangrijkste bron was van Staphylococcus-soorten in de lucht tijdens het paardrijden, aldus de onderzoekers. Bij het bespreken van de bevindingen bleek uit de resultaten dat het aantal luchtverontreinigende stoffen toenam door de beweging van de paarden en het opstuiven van het oppervlaktemateriaal.
“Bacteriën in de lucht zijn vaak aanwezig als bioaerosolen die aan stof en andere deeltjes vastzitten,” vertelden ze. “De toename van de bacteriële belasting in combinatie met een toename van stof was dus te verwachten”.
"Blootstelling aan luchtverontreiniging is erger wanneer paarden hard aan het werk zijn. In rust is de ventilatie van een gemiddeld paard ongeveer 80 liter per minuut. Dit kan meer dan 20 keer zo hoog wordend tot 1800 liter per minuut tijdens het sporten. Paarden ademen ook dieper, en dus is er een grotere opname van potentiële atmosferische verontreinigingen. Hier werd een gestandaardiseerd rijprogramma van slechts 20 minuten afgewerkt. Daarom nemen we aan dat het uitvoeren van een langere training de blootstelling aan bacteriën voor het paard, de ruiter en de instructeur nog meer zou verhogen".
Het schoonhouden van de bodem van de rijbak kan het risico van het inademen van schadelijke micro-organismen voor zowel paarden als ruiters verminderen, aldus de onderzoekers. Zij maakten wel de kanttekening dat één van de zandpistes een directe verbinding had met de aangrenzende stallen en een gedeelde ventilatie. "De directe verbinding tussen de rijbak en de stal en het materiaal van de bodem lijken de luchtkwaliteit in de rijbakken te beïnvloeden," vertelden ze.
Verder onderzoek waarbij een groter luchtvolume wordt onderzocht, met een uitgebreider microbiologisch spectrum en een groter aantal rijpaarden, wordt volgens het onderzoeksteam sterk aanbevolen.
Het onderzoeksteam bestond, naast eerdergenoemde Thorsen Lühe uit Nina Volkmann, Jeanette Probst, Jochen Schulz en Nicole Kemper, allen van de Universiteit voor Diergeneeskunde Hannover, en de Duitse onderzoekster Cornelia Dreyer-Rendelsmann.
Dit is een samenvatting van het artikel op Horsetalk.co.nz. Hier is ook het complete artikel te lezen.