Fokkerij, KFPS

Foto door Amanda
Het bestuur van het Koninklijk Friesch Paarden-Stamboek (KFPS) maakt zich zorgen over de sterke terugloop van het aantal fokkers van Friese paarden. Ten opzichte van 2003 is het aantal paardenfokkers met de helft teruggelopen. Er worden te weinig veulens geboren.
In het document KFPS Strategie 2019-2024, waarin het beleid voor de komende jaren wordt uitgestippeld, geeft het bestuur aan dat de fokkerij moet worden gestimuleerd. Zo moet het fokken van paarden interessanter worden, moet de deelname aan keuringen aantrekkelijker zijn, moeten nieuwe fokkers beter worden begeleid en moet hun kennisniveau omhoog.
Verzadiging
Belangrijkste oorzaken van de terugloop van het aantal fokkers zijn een zekere mate van verzadiging van de markt en minder handel en lagere prijzen als gevolg van de economische crisis vanaf 2008. Het KFPS had verwacht dat na het aantrekken van de markt en het herstel van de economie in 2015 het aantal dekkingen zou stijgen. Er worden weliswaar weer meer merries gedekt, maar het aantal dekkingen is nog niet op het gewenste niveau.
Rond de eeuwwisseling gingen stoppende melkveehouders zich bezighouden met het fokken van Friese paarden. Deze fokkers zijn nu vanwege hun leeftijd gestopt en hun plaats is niet ingenomen door jongere fokkers. Het KFPS constateert dat het fokken voor tentoonstellingen en keuringen als hobby onder druk staat. Bovendien is het houden en fokken van paarden een vrij kostbare aangelegenheid.
Momenteel worden er jaarlijks zo’n 3500 veulens geboren. Dit levert volgens het KFPS nog geen direct gevaar op voor inteelt, maar wat meer veulens zal het Friese paard in brede zin wel ten goede komen. Het stamboek streeft naar 4500 veulens in 2024.
Lees het volledige artikel op de site van het Friesch Dagblad.