interessant that dit artikel lijnrecht tegen Schleese zijn boek in gaat, die bijvoorbeeld bij hoog en bij laag beweert dat een smalle twist juist wel goed is voor een vrouwenbekken, wat mij ook wel heel evident lijkt.
De bekkenbodembespeiring van een ruiter kan heel veel erg duidelijke hulpen geven, en dus heel veel bijdragen.
hamstrings hechten ook vast in het bekken enz.
de kanteling van het bekken is natuurlijk heel belangrijk, en het roteerd ook met het paard mee in elke beweging.
ookal zijn vrouwenheupen en vrouwenbekkens nogal anders, de grondprincipes zijn toch wel hetzelfde: vind de houding waarin je het paard niet stoort in haar/zijn beweging. dat is toch eigenlijk de essentie van de 'klassieke zit' dit betekend doorgaans dat die ideale zit van zadel tot zadel verschilt. (wordt ook uitvoerig besproken door Don Duarte in Bem Cvalgar, maar natuurlijk ook later door oude meesters)
De afstand tussen de zitbeenknobbels wordt veel genoemd, maar eigenlijk maakt het weinig uit.
de afstand en hoek van de heupgewrichten is een ander verhaal. als de (voornamelijk binnen-)heup niet op de ideale plek in het zadel licht dan is de bewegingsvrijheid van die heup vaal erg snel beperkt.