Moderators: C_arola, Essie73, Coby, balance, Firelight, Dyonne, Neonlight, Sica, NadjaNadja
Picasso schreef:Ik ga een afspraak maken in de kliniek, ben er zo klaar mee... Als 'ie goed is, is het net een balletje elastiek..... Maar steeds terugkerende klachten: hij maakt een soort van kort stapje rechtsachter en kan slecht terugkomen van draf naar stap... Gisteren bleef hij een soort van 'haken' met het rechter achterbeen tijdens het longeren , hij moest echt stilstaan en uitrekken om het beentje daarna weer te kunnen gebruiken. (ik longeer trouwens door de halve bak tegenwoordig om hem genoeg ruimte te geven. Fijne bijkomstigheid: zo loop ik mijn km ook) Rijden hebben we nauwelijks gedaan de afgelopen maanden. Heb een herhalingsafspraak staan met de fysio over 2,5 week, maar ik ga er niet op wachten, vertrouw het niet en wil weten wat er aan de hand is en of ik me serieus zorgen moet gaan maken. Moet van de fysio blijven longeren maar het voegt weinig toe op het moment; ik wil niet iets (nog meer) kapot gaan maken...
knollentuin schreef:Sizzle schreef:Ja, je hebt zomaar pech.
Ik heb m'n paard laten opereren aan een tumortje op z'n ooglid en paard kwam kreupel uit kliniek,wat er gebeurd was is niet duidelijk, misschien uit narcose niet goed overeind gekomen en dat is nooit goedgekomen. Pech kan je hebben.
Horseware schreef:Ik heb vanmiddag een berg filmpjes van Phillip Karl zitten kijken. Fijn om te zien! Jammer dat er niet meer uitleg is over hoe je precies op een dergelijke manier traint; het zijn losse flarden. Wel inspirerend als volgende stap
Horseware schreef:Ik heb vanmiddag een berg filmpjes van Phillip Karl zitten kijken. Fijn om te zien! Jammer dat er niet meer uitleg is over hoe je precies op een dergelijke manier traint; het zijn losse flarden. Wel inspirerend als volgende stap
Lante schreef:Afgelopen week les 2 van M.onique de R. Had er een beter gevoel bij dan bij de eerste keer, maar ben ook dichter bij mezelf gebleven. Alleen in galop links liet ze mij nog wel veel stelling rijden met de binnenhand. Heb ik gedaan. Bij nader inzien vond ik dat eigenlijk niet echt passen bij mijn visie (stelling ontstaat vanuit buiging), dus daar ga ik niet mee verder. Ze vond mijn paard wel flink verbeterd, dus dat is mooi. Ben ik toch goed bezig, ook al doe ik het niet op haar manier. Vind het wel een echt aardig mens trouwens hoor.
FCSA schreef:Horseware schreef:Ik heb vanmiddag een berg filmpjes van Phillip Karl zitten kijken. Fijn om te zien! Jammer dat er niet meer uitleg is over hoe je precies op een dergelijke manier traint; het zijn losse flarden. Wel inspirerend als volgende stap
Ik krijg bij PK altijd een beetje een academische-rijkunst-gevoel door die legerté zonder aanleuning - of ben ik nu aan het vloeken in de kerk?
Lante schreef:Bij nader inzien vond ik dat eigenlijk niet echt passen bij mijn visie (stelling ontstaat vanuit buiging), dus daar ga ik niet mee verder.
Citaat:akasha-rijkunst
AMAZONE MAGAZINE 2005
Een pleidooi voor ‘zuivere’ stelling
door Anne Muller
Mag het een beetje meer…
‘Meer stelling’ roept de instructeur ‘ik zie geen stélling, je paard moet méékijken’. Op de
volte linksom zet de, niet van huis uit briljante maar zeker zeer beslist willende ruiter, het
hoofd van het paard ‘wat naar links’. ´Ja, zo is het beter´ klinkt het. De instructeur gaat over
op een ander onderwerp, de ruiter denkt dat ze ‘stelling’ rijdt. Hoe lang zal ze dat nog
denken…? Zo kom je nog met geen twintig jaar rijles één stap echt verder.
Ik zet mijn vraagtekens bij de ‘pedagogische waarde’ van deze ‘les’. Stelling is volgens mij
namelijk iets heel anders dan een beetje ‘naar links gezet’? Wanneer onze ruiter dat
uitgelegd zou krijgen heeft ze een kans het te gaan begrijpen, wellicht komt ze dan vandaag
nog een stapje verder.
Daarom nu eens een heel artikel over een pietluttig onderwerp, voor het gros van de ruiters
over iets ogenschijnlijk onbelangrijks! Een beetje meer of minder meekijken, kan je daar 4 of
5 pagina’s over vol schrijven? En is dat nodig? Ja, dat denk ik dus wel. Fouten of
onzuiverheden in je BASISBEGRIP krijg je later altijd (!) voor je kiezen!
Definitie(f)
Stelling; wat is het waar heb ik het voor nodig? Hoe doe ik dat? Uit de klassieke
voorschriften, boeken en vakbladen heb ik (steeds) begrepen dat ‘stelling’ bestond uit; een
ontspannen vanuit het midden naar links of rechts, roterende (draaiende) beweging, over
een horizontaal vlak*, van het hoofd van het paard ten opzichte van de éérste halswervel
(enkelvoud dus). Met als gewenst resultaat dat wanneer het paard ‘stelt’ naar b.v. links; zijn
rechteroor en neusgat zich nog steeds loodrecht boven elkaar bevinden en als het ware
‘vóórgaan’ op de volte, in de wending, de travers of b.v. bij het appuyement. Aldus wordt
het paard bij de wending naar links, niet links korter maar maakt het rechts zijn hals langer.
De kwaliteit van de algehele lengtebuiging hangt o.a. af van de zuiverheid en mate van de
stelling. (*een tafel is b.v. een horizontaal vlak, een pottenbakkersschijf is een roterend
horizontaal vlak).
Modern meegaan of vasthouden aan oude voorschriften
Helder, duidelijk, snap ik, wordt aan gewerkt. Las ik echter laatst in mijn nieuwste ‘handboek
voor instructeurs’ dat bij het beoordelen van stelling ‘enige halsbuiging’ (zie verder),
tegenwoordig is toegestaan. Op het eerste gezicht niet echt iets om een normen en waarden
discussie over te beginnen maar voor je het weet is ‘stelling’ namelijk ‘iets van vroeger’ en
‘een beetje naar links gezet’ ook al goed genoeg voor een M‐proefje. Er schuilt mijns inziens
gevaar in het, op deze wijze, ‘afzwakken’ van wat voorheen dus een glasheldere
omschrijving was. Als zodanig was de definitie voor stelling goed over te brengen in de
rijbaan. Stelling is namelijk vaak de eerste enkelvoudige gewrichtsbeweging van het paard
die een ruiter kan gaan begrijpen. De eerste stap op weg naar lengtebuiging.
The real thing
Wat ik dus, van nu af aan maar ’zuivere’ stelling noem, is een heel eenvoudige beweging van
de hoofd/halsverbinding, als een als kop in kom (vuist van links naar rechts in handpalm).
Stelling is zelfs zeer jonge leerlingen bij te brengen. Tegen de tijd dat een ruiter stelling
werkelijk begrijpt en vloeiend (!) van links naar rechts en weer terug kan komen zal het
uitleggen van ‘halsbuiging’ vaak niet meer noodzakelijk lijken. Eenvoudig traploos
voortborduren op ‘zuivere stelling, als de kringen die een steen in het water maakt, en de
ruiter zal door het begrip ‘stelling’ een helderder beeld verkrijgen van zuivere hals‐ en
lengtebuiging.
Daar, bij zuivere stelling, het paard slechts één deel ten opzichte van één ander deel dient te
bewegen ontwikkelt de ruiter zo naar alle waarschijnlijkheid, een meer diepgaand besef en
gevoel voor de cruciale details die de kwaliteit van het grote geheel beïnvloeden. Door in
een rij‐ of theorieles delen en hun functie’s los van elkaar te belichten ontstaat er voor de
leerling juíst samenhang.
Parels
Een wervelkolom is als een parelsnoer. Meerdere delen vormen samen een geheel. De
meeste kralen kunnen schuiven en draaien of kantelen om hun as, andere zijn vastgelopen
door b.v. opgehoopte afvalstoffen of spanning op de draad.
Als de ruiter, dmv de teugels, als het ware de eerste kraal (het hoofd van het paard), over
een horizontaal vlak vloeiend kan laten rollen óver de tweede kraal (de atlas cq eerste
halswervel), praten we over zuivere stelling. Dan is de stap naar de tweede kraal (atlas)
bewegen ten opzichte van de derde (draaier), dan de derde t.o.v. de vierde, vijfde, zesde,
zevende (d.w.z. halsbuiging) natuurlijk niet ver meer weg.
Puzzelen
Gezeur om details? Zou kunnen, maar kom nog eens wat dieper met me mee in het
onderwerp. Ik ben beroepsidioot. Lastig bewegende paarden fascineren me, ze leren me de
uitzonderingen die de regels bevestigen. Geef me een paard dat scheef gaat, niet kan
ontspannen, dat niet aan de teugel ‘wil’, op de voorhand hangt en/of slecht stelling en
buiging geeft, ik ga zitten en ik ben zoet TOT ik de puzzel heb opgelost en een werkplan kan
uitstippelen. Bokken en steigeren is niet mijn hobby, slecht bewegen is dat wel. De meeste
‘puzzel’ paarden zijn geen probleempaarden. Ze worden slechts gereden door (op dit
werkvlak) minder adequate ruiters.
Beperkingen
Voor de paarden die niet in een ‘handomdraai’ kunnen wat er gevraagd wordt heb je wat
meer inzicht nodig in de ‘optimale’ bewegingsmogelijkheden van paarden in het algemeen
en de beperkingen van dit paard in het bijzonder. Met alleen het ‘dressuurproevenboekje ’in
de hand kom je er dan niet. Je zit recht, je ontspant, je ademt door en je handen zijn stil, ja
toch? En waarom loopt dan b.v. ‘Kaatje Kriebel’ nog steeds met haar neus in de lucht? Voor
een aantal paarden gaat het ruiterpad niet over rozen maar over doornuitsteeksels,
spanning, wervelschijven en zenuwtrekjes. Doet dit paard hetzelfde onder een veel hoger
opgeleide ruiter, dan zoek je deskundige hulp. In alle andere gevallen kan je waarschijnlijk
nog veel (aan jezelf) verbeteren.
Kennis halen bij de humane therapie
Binnen de humane gezondheidszorg beschikt men over zeer gedetailleerde omschrijvingen
van ELKE (deel)beweging die een gestel (lichaam) in staat zou moeten zijn te maken onder
optimale omstandigheden. Zó leert een bewegingstherapeut (je?) zien of ‐ en welk ‐
probleem je wáár hebt! Doordat hij weet wat je zou móeten kunnen. Waar je, tot en met het
kleinste gewrichtje, toe in staat hóórt te zijn. Zodra je weet hoe je in de problemen komt,
vindt je de weg eruit! Als je weet hoe de vork in de steel steekt, of meer letterlijk; als je weet
hoe een hoofd op een hals zou moeten kúnnen draaien, ontdek je afwijkingen éérder en kan
je vroegtijdig je koers bijstellen.
Wat als jij nou…?
Dan pakt de therapeut je dus bij je nekvel, knijpt er eens in en toetst de hard/zachtheid van
de spiermassa’s en de aanhechtingen van de banden. Hard weefsel is gespannen, zacht is
ontspannen, heel simpel! Vervolgens doet hij van alles met je hoofd, zachtjes schudden,
beetje rekken en draaien, heel indrukwekkend allemaal, maar pas als jij ho! DOET* (spant of
terugtrekt van pijn of ongemak) weet hij waar het precies zit. Huis‐, tuin‐ en keukendiagnose
voordat kleine probleempjes grote jongens worden? Kind kan de was doen!
Balans, beweging, ontspanning
Zo de fysiotherapeut, zo ik als ruiter. Als ik ga zitten op een ‘puzzelpaard’ dan ga ik natuurlijk
steeds eerst op zoek naar een rug onder me en toets de kwaliteit. Hard of zacht,
doorlaatbaar of (nog) ontoegankelijk?. De teugels in mijn hand vertellen me daarna in luttele
seconden hoe het gesteld is met de (ont‐)spanning in het hoofd/ hals gebied. Als tijdens het
losrijden blijkt dat het paard niet gemakkelijk naar links en rechts meekijkt weet ik dat een
probleem zich nu manifesteert in de afdeling ‘stelling’. Wanneer het paard wel mooi
meekijkt maar niet vloeiend buigt en/of nageeft in de hals zet ik namelijk een andere serie
oefeningen in, dan wanneer ik werk aan de kwaliteit van de stelling. Des te preciezer ik weet
waar, welke spanning of blokkade optreed, des te efficiënter ben ik met het losmaken. Dat je
nooit alleen aan stelling werkt maar steeds tegelijkertijd aan algehele ontspanning, tempo
en onafhankelijke balans moet wel duidelijk blijven.
Drie categorieën
Problemen in het ‘stellen’ splits ik voor de eenvoud voorlopig uit in drie categorieën.
Balansproblemen, bewegingsproblemen of spanningsproblemen. Of evt. een combinatie van
deze. Wanneer ik tijdens het losrijden van een ‘nieuw’ paard merk dat het zich niet ‘lekker’
laat sturen maar ik krijg stilstaand op of naast het paard (handarbeid) wel stelling op
aanvraag, dan heb ik te maken met een paard dat het moeilijk vindt (met of ook zonder
extra gewicht?) balans te bewaren.
Balansproblemen
Een balansprobleem uit zich (o.a.) in problemen met de stelling. Een paard dat niet op zijn
eigen benen loopt maar b.v. een beetje in zijn vel hangt voel je regelmatig steun zoeken op
het bit. Onbelast op de volte, evt aan de lossige longeerlijn, loopt dit paard slordig en
‘stelling buitenwaarts’. Hij kijkt niet mee in de richting waarheen hij zich beweegt. Laat je bij
dit paard op een cruciaal moment de teugel plotseling ‘schieten’ zal het in negen van de tien
gevallen struikelen over een zandkorrel.
Ik heb een opgroeiende puber in huis. Daar lijkt het wel een beetje op. Regelmatig weet hij
niet waar zijn eigen armen en of benen uithangen. Mijn puber moet er gewoon overheen
groeien, net als elk ander jong dier, maar er zijn er dus bij die er, met of zonder hulp van de
ruiter, een gewoonte van hebben weten te maken. Die blijven struikelen over de
staldrempel, die steeds opnieuw, liefst met het zadel op hun rug, de deurpost verbouwen.
Als je in het zadel zit lijkt het soms alsof je steeds even een héél paard in je handen sjouwt.
Deze paarden moeten een stapje terug in de opleiding. Uitbalanceren op 4 benen a.u.b.
Begin naast het paard. Leer dit paard bijvoorbeeld op een lichte aanwijzing van een stokje,
één voor één zijn benen onafhankelijk optillen en zó steeds een paar tellen te blijven staan.
Deze oefening herhaal je regelmatig.
Of b.v. deze: één stapje naar voor ‐ één stapje naar achter. Ook kan je hem of haar langzaam
(bijna in slowmotion) over een serie balkjes laten stappen. Tik het voetje aan dat het paard
niet voldoende optilt. Belonen als het goed gaat! Je kunt b.v. het ‘labyrint’ lopen (zie foto).
Doe slaloms tussen springstaanders (lepels verwijderen). Rij ruig terrein en bospaden (kalm
aan nu) met kuilen en uitstekende wortels. Als het paard deze opdrachten (eerst in stap etc)
oplost op een ‘lossig’ teugeltje begint het handiger te worden en zal het minder steun op je
hand zoeken. De stelling zal geen probleem meer zijn, áls balans je probleem was. Naarmate
het beter gaat voer je de moeilijkheidsgraad van de oefeningen op.
Maak b.v. een waaier van springbalken of wandel eens over een hindernis van 20/30 cm.
Achterwaarts (leren) gaan kan helpen, maar alléén als dit zonder druk (op de teugel) lukt
(anders steeds weer op de grond beginnen). Tien keer de trailer op en af, ook zo’n multipedagogisch
verantwoorde opdracht. Met een beetje geluk heeft Bruno Bulldozer nu wel
begrepen dat hij zijn evenwicht grotendeels dient te bewaren op zijn vier benen en niet met
zijn onderkaak.
Bewegingsproblemen, vast ‘pakken’ of vast zitten?
Bij bewegingsproblemen (aangeboren, aangeleerd of overkomen) voel je iets heel anders in
de teugels. Ik ga even terug naar de vergelijking ‘wervels zijn als parels aan een snoer’. Als
een of meer parels aan elkaar blijven kleven of ‘vast’ komen te zitten voel je dit terug in je
teugels. Zit het paard aan de linker of rechterzijde vast dan voel je dat doordat de
tegenoverliggende teugel ‘sterk’ wordt. Een paard dat rechts sterk het bit ‘vastpakt’ heeft
(meestal) links ergens een ‘probleem’ (c.q. een verkeerde bewegingsgewoonte die hij
letterlijk niet op wil ‘geven’). Hier zijn alle oefeningen voor het rechtrichten op zijn plaats
voordat je simpelweg aan ‘stelling’ kan werken. Kom je er met het doen van de standaard
oefeningen voor het rechtrichten (vraag je instructeur een lijstje) niet uit vraag dan de
fysiotherapeut of dierenarts de beweegbaarheid van de wervelkolom van je paard, wervel
voor wervel, te testen. De vraag is zit je paard werkelijk ergens vast of zet hij de boel alleen
vast als…
Spanning heb je niet: die maak je, en dat kost…
Paarden die problemen hebben met het ontspannen van het schoft/schoudergebied (neus
omhoog en/of kin naar vóór) en/of paarden met b.v. rug‐ problemen, blijven hun hoofd te
hoog dragen (de toplijn aanspannen) ofwel met een holle rug en/of hals lopen. Zo maak hij
zijn rugspieren kort en verminderd gevoelig (vermijdingsgedrag). Automatisch worden
daardoor de spieren van de buik, borst en de onderhals getraind en dus langer en sterker,
een vicieuze cirkel dient zich aan. Deze paarden ontwikkelen een ‘kophals’, veel ‘front weinig
kont’, vrijwel traploos zet het daarmee de tong in de onderkaak of tegen het gehemelte
(rooster) vast en van ontspannen stelling kan zo geen sprake meer zijn (de toplijn loopt
bovenlangs van puntje neus tot puntje staart). Dus eerst uitzoeken waarom het dier niet
ontspant voor je een breekijzer pakt en je een weg naar stelling baant.
Ook niet ontspannen…
Een andere vorm van vermijdingsgedrag is het ‘achter het bit’ kruipen. Een paard kan ook te
diep inrollen (kin hoog op de borst), op je teugels voel je bijna niets meer. Lekker losjes of
foute boel?
Foute boel! De ruimte die bij dit paard tussen hals en onderkaak overblijft is niet voldoende
om de stelling ontspannen te laten zijn, de met dit ‘oprollen’ vaak gepaard gaande opgezette
lymfeklieren, direct achter de oren zijn vaak een teken dat een paard niet lekker kán
meekijken. Zo’n paard laat ik, bijvoorbeeld op de buitenrit, zoveel mogelijk voorwaarts/
neerwaarts (pittig doorlopen en hoofd laten zakken) tot de aanleuning (contact dat het
paard op de teugel neemt) en de algehele doorlaatbaarheid zich heeft hersteld. Het kan
even (of evt maanden) duren voor ik serieus verder kan met mijn ‘stelling’ verhaal.
Oefeningen voor de ruiter: voelen wat het paard voelt*
Ga ontspannen op een stoel zitten met je hoofd óp (niet voor of achter) je schouders, blijf
‘losjes’.
*Let op! Pijn of spanning bij het doen van deze oefeningen is een signaal, een deel van je
lichaam roept; help! Los het probleem op, evt met deskundige begeleiding van een
oefentherapeut, ga niet bij de pakken neerzitten en verder vastroesten!!!. Vaak is het niet
het paard dat ‘vast’ zit, maar de mens op zijn rug die z’n kaken verbeten op elkaar zet en
aldus te vroeg achter de geraniums belandt.
Atlas voelen
De eerste wervel van je ruggengraat bevindt zich letterlijk exact tussen je oren en achter je
neus. Knik heel langzaam JA, JA, JA met je hoofd ( 2‐3 cm is nu voldoende). Bij het paard kan
je deze beweging vergelijken met verticale ‘nageeflijkheid’ van de hoofd/hals verbinding.
Wanneer je van je paard deze beweging vraagt toets je hiermee tevens de (ont‐)spanning
van het kaakgewricht.
Toplijn van de hals verlengen (ofwel diep en rond gaan)
Rol, heel LANGZAAM je hoofd omlaag, tot het puntje van je neus naar je hart wijst.
Observeer wat er met je nekwervels en het gebied tussen je (ontspannen afhangende)
schouderbladen gebeurt. Met een beetje oefening leer je de wervels één voor één ‘afrollen’.
Voor het paard heet dit; de toplijn (van de hals) verlengen. Het paard versoepelt op
ontspannen wijze precies die spieren in de hals en het schoft‐ schoudergebied die het straks
gaat gebruiken wanneer verzameling en oprichting in zicht komt (dat is wanneer zijn staart
zakt en hij zijn hoofd meer op ipv voor zijn schouders leert dragen.
Stelling voelen als een paard
Zet je oren weer boven je schouders, kantel je hoofd een heel klein beetje naar links of
rechts. Zó, dat je oren daadwerkelijk boven je schouders blijven en je neus op de plaats
draait. Let op, alleen je hóófd bewegen. Dat is dus maar een héél (pietluttig?) klein stukje.
Voel hoe de linkerzijde van je hals uit kan rekken als je rechteroor naar je schouder toe
beweegt. Deze beweging heet voor het paard STELLING in de hoofd/hals verbinding.
Halsbuiging voelen
Wanneer je de beweging uit de vorige oefening groter maakt (alsof je water uit je oor op je
schouder wil laten lopen), en je observeert wat er gebeurt als je de beweging heel langzaam
maakt, hoop ik dat je wervel voor wervel kan* voelen afrollen. Als dominosteenjes die een
voor een vallen. Tak, tak, tak…
Halsbuiging…
Draaier voelen
Als je je neus langzaam over een horizontale lijn van links naar rechts beweegt voel je je
tweede nekwervel, de draaier. Wanneer je stelling vraagt aan je paard en het dier ‘geeft’ een
beweging vanuit het gebied van de draaier zal het kantelen met het hoofd. Kantelen is een
ongewenste beweging, zodra de oren van het paard zich niet meer loodrecht boven de neus
van je paard bevinden spreken we van kantelen. Ook dit is vermijdingsgedrag. Het paard
vindt de opdracht ‘stelling’ lastig en bakt er het zijne van. Hij wil iets niet, maar hij wil je wel
terwille zijn, dus dit doet hij er voor in de plaats.
Achter het bit kruipen
Breng je kin, op een zo hoog mogelijk punt naar je borst. Achter het bit gaan is een
ongewenste beweging, het paard ontloopt communicatie en trekt zich als een slak terug in
zijn ‘huis’. De stelling zal slechts mondjesmaat en stroef zijn.
Vermijdings‐ en/of compensatiegedrag wordt waarneembaar.
Als paard of mens bewegingsbeperkingen heeft, zal hij/zij juist andere (niet gewenste)
bewegingen wel gaan maken waardoor hij één of meerdere onderdelen kan ontzien of
deelbewegingen kan voorkomen.
Als je weet wat je paard zou móeten kunnen doordat jij, of minstens je lesgever, je een klein
beetje hebt verdiept in de anatomie en bewegingsleer, signaleer je afwijkingen voordat het
ingeslepen patronen zijn geworden. Natuurlijk hoef je geen dokter te worden en álle
uitzonderingen te kennen die de regel bevestigen. Maar de regel zou je wel moeten kunnen
kennen. Wat is recht en wat is krom? Ook door zelfonderzoek, oefeningen, stretches (en
wortelspelletjes met je paard) leer je waar jij en je paard toe in staat zijn. Hoever kan je
buigen, hoever buigt het gemiddelde mens? Hoever kan ik mijn schouders of hoofd draaien
etc. Wat kan de gemiddelde mens eigenlijk? Kan je dat ook of heb je zo je grenzen?
Voor veel mensen gaat ´meer onderzoek´ echt te ver. Er zijn dan ook hopeloos veel
varianten op het thema ’niet de bedoeling…’. Binnen het kader van dit artikel is het
onmogelijk hier compleet over te zijn. Het zou praktischer moeten kunnen. Voorkomen is
altijd beter dan genezen. Het is veel eenvoudiger ruiters in de basis aan te leren ‘wat wel’ de
bedoeling is! Maar daar heb je dus wel eenvoudige, haarfijne definities bij nodig en
oeverloos geduldige lesgevers en ‐nemers.
Het lijkt me vooralsnog uit pedagogische overwegingen juist, de materie zo simpel mogelijk
te houden. Aldus wil ik er stellig voor te pleiten de definitie van stelling te laten wat die is;
een glasheldere omschrijving van een deelbeweging (zonder halsbuiging).
Laten we in de vakliteratuur zaken als stelling en halsbuiging blijvend op zichzelf staand
omschrijven. Zo kunnen we de onderdelen als zodanig los van elkaar begrijpelijk uitleggen
aan ruiters in basislessen, want ook halsbuiging is iets heel anders dan; ‘een tikkie naar links
gezet’. De delen vormen uiteindelijk toch een samenhangend geheel en de ruiter zou tijdens
de basisopleiding stap voor stap inzicht moeten kunnen verkrijgen in het ´mysterie van de
gymnastiserende dressuur´.
Als inzicht verkrijgen en vooruitgang boeken is wat je wilt, neem dan ook geen genoegen
meer met ´een beetje naar links gezet´ en ga voortaan voor ‘zuiver’ door de bocht. Vraag je
instructeur hiernaar want het verschil kennen is het verschil kunnen!