Het ruim achter de loodlijn gaan van je paard heeft een grote invloed op hoe hij de rest van zijn lichaam draagt.
Stel je voor, het hoofd is "opgehangen" aan de nek net achter de oren, zou je paard helemaal niets doen, zich loslaten, dan valt het hoofd in evenwicht met de neus omstreeks 15 cm voor de loodlijn.
Om de neus achter de loodlijn te brengen moet je paard het gewicht van dat hoofd, onnodig, uit zijn zwaartepunt vandaan trekken en dit heeft een effect op de aanspanning van een hele reeks van spieren door zijn hele lijf.
Het beinvloed daarmee zijn bewegen.
Een paard dat achter de loodlijn gaat kan niet losgelaten zijn.
In de dressuur is het de bedoeling dat het paard iedere beweging die het maakt maakt op de meest efficiente én natuurlijke manier, alle onnodige aanspanning is een fout.
Daar zijn goede redenen voor, maar daar gaan we hier nu niet op in.
Het tweede effect van het ver achter de loodlijn gaan is dat je paard niet meer voor zich uit kan kijken, hij kijkt nu voor zich naar de grond en ziet de omgeving alleen nog maar aan zijn zijden.
Boven de hakse lijn vanuit de neus ziet hij niets meer.
Een grazend paard heeft de neus voor de loodlijn om voor zich te kunnen kijken, een vluchtend paard heeft zijn neus voor de loodlijn om voor zich te kunnen kijken.
De neus voor de loodlijn is een natuurlijke eigenschap van een paard.
Het niet meer voor zich kunnen kijken heeft een grote invloed op de emotionele staat van je paard, het kan niet meer deelnemen, het is onderworpen en wordt gereden.
Dit geeft de ruiter als hij nog nooit anders meegemaakt heeft een goed gevoel van contrôle en dat is waarom mensen er zo moeilijk afstand van kunnen doen.
Kijk ook naar de hoek van inwerking van de teugel/het bit tov de lagen van het paard, deze is bijna 70°.

Bij een correct voor de loodlijn gaand paard is dit hoogstens 30°.
Dat betekent dat het bit bij jou streng als een tang inwerkt op de lagen waar het bij een neus voor de loodlijn voornamelijk inwerkt op de mondhoeken en de tong.
Achter de loodlijn zul je heel moeilijk aanleuning krijgen, je paard "drukt" zich en blijft net achter de teugel.
Bij een correcte aanleuning volgt een paard de hand en komt daarmee vanzelf voor de loodlijn.
Bovenstaande samen heeft tot gevolg dat je paard zich niet over de hele bovenlijn uitstrekt naar het bit.
@Starbreeze gaf al aan dat dat terug te zien is in de zetting van de achterbenen.
Je hebt nu niet een volledige losgelatenheid en je hebt ook geen arbeidshouding.
Hoe meer je in deze houding van je paard vragen gaat, hoe meer hij zich vast zal gaan zetten.
Je moet eerst het hals strekken vanuit de schoft bevestigen, van daar uit kun je door voorwaarts te drijven je paard de hals weer omhoog laten brengen.
Een visionele term voor dat juiste hals strekken is het "laten vallen van de hals" vanuit de schoft.
Dit is de eerste stap naar losgelatenheid, deze heb je nodig om je paard vervolgens voorwaarts naar de aanleuning te kunnen rijden.