terpentijn schreef:@pien_2010: mijn paard (een 9 jarige Tinker x Fries kruising) van enig voorkomen en statuur (lees: trotse zelfhouding en barokke bouw) wordt door "buitenstaanders" algemeen omschreven als "STOER".
De vent is in wezen echter allesbehalve stoer, hij is net als jij je paard omschreef, ijverig, werkwillig, maar met een heel klein hartje.
Een held van nature is het niet.
De held moet ik dan maar zijn, hahaha.
Van lieverlee, word je dan samen heldhaftig.
Dat hebben wij wel in de loop der jaren samen uitgepuzzeld...en hij is al bij mij vanaf zijn 6de maand op deze aardbol.
Een vaste standaard aanpak voor rijden/inrijden/instappen is er in mijn optiek gewoon niet...je moet je paard per dag en per moment goed aanvoelen - een hele ervaren ruiter weet dat al snel bij ieder vreemd paard OHZ aan te voelen - qua ruiter heb ik dat niet, ik rijd niet op heel veel verschillende paarden, maar ik heb die hele verschillende paarden wel aan de longe, dagelijks zelfs, en daar geldt hetzelfde voor: wat heeft deze vandaag nodig, ga je snel al bijzetten of niet, hoe zit die in het lijf vandaag, balkjes lopen of niet, je bekijkt het per keer en je past je aan bij het paard, en je draait niet een standaard programmaatje af.
De ene heeft baat bij een van begin af kordate aanpak, de next one raakt er van in de stress.
Dat is net zo OHZ.
Je inleven, het aanvoelen, is waar het omgaat.
Niet een standaard doctrine afwerken... omdat het zo hoort.
Ja en Nee Terpetijn. Ja, ik ga met je mee want mijn flegmatieke barokke paard rijd ik toch heus heel anders als mijn hete modern gefokte merens. Dus daarin geef ik je gelijk, inleven en aanvoelen is heel erg belangrijk. Het aanbieden van het werk en inhoudelijk de manier van werken is dan ook bijna tegen overgesteld. De ruin moet ik zo spannend mogelijk zijn werk aan bieden opdat hij het leuk blijft vinden en iedere keer verrassen dus avontuur voor hem maken. De merrie vind herhaling fijner en van daar uit iedere keer een stapje verder, dus iets "saaier" het werk aanbieden en veel bevestigen dat ze het heel erg goed doet.
Maar beiden paarden rijd ik met een vallende stellinghals, dus door de nek van achter naar voren met de halve ophouding en dat begint zodra ik erop ga zitten. Waarom? Niet zomaar als een standaard doctrine omdat het zo hoort, maar omdat dit gewoon voor de ruggen van de paarden en dus hun gezondheid het beste is. Daar doe ik dan ook geen enkele concessie in met geen enkel paard dat ik rijd. Gevolg is dus dat mijn paarden fijne swingende paarden ruggen hebben waar je heerlijk op kunt door zitten en dat zolang als je wilt. Dus de methodiek werkt zoals de oude meesters ons geleerd hebben. Maar beiden paarden worden gelijk in de hand gesteld, losgewerkt (de ruin heeft dik dubbel tijd nodig voordat hij echt aan het werk kan) voordat we echt aan het werk gaan.
Omdat op de ruin ook minder begaafde ruiters rijden heb ik bij hem altijd wat meer werk voordat hij alles weer los laat en zijn rug weer fijn swingt. Dat kan ook niet anders want op hem is altijd voelbaar wat het doet als een paard niet correct gereden wordt, dan wordt gelijk rug vast gezet.
Daarbij komt ook nog dat een ruiter nog zoveel ruiter gevoel kan hebben, als de ruiter niet geleerd is hoe een paard correct gereden moet worden dan wordt het toch een heel lastig verhaal. Dus om terug te komen bij TS, ongeacht of je paard met lange teugel laat werken of kort, paard is in principe altijd door de nek en wordt van achter naar voren gereden.