Alicia2u schreef:[voor zover ik begrepen heb, heeft Marijke zich eerst verdiept in het rechtrichten volgens de methode van Antoine de Both. daarna is ze bij Bent Branderup in de leer gegaan en heeft hierbij de ridderproeven etc. soorlopen. Ik neem daarom aan dat het rechtrichten wat ze hier aanbied een onderdeel is van de Academische rijkunst volgens Branderup.
Dus het rechtrichten is een onderdeel van de AR volgens BB. Ik vroeg me juist af wat er nu 'eigen' was aan het rechtricht verhaal van de Jong. Ik vroeg me ook af of jij instructeur rechtrichten bent volgens die methode?
Alicia2u schreef:Je begint met stelling en buiging op de cirkel, vandaaruit ga je naar stelling over de hoefslag. Je kunt de buitenschouder in de sbw goed begrenzen doormiddel van de buitenteugel (een kwestie van techniek). Om te voorkomen dat de achterhand uitzwaaid, oefen je eerst de sbw dicht langs de omheining, eventueel kun je hierbij ook begrenzen met de zweep in de buitenhand. In het begin zet je de sbw maar een klein beetje in, niet te scherp en maar een paar passen. Uiteindelijk kent het paard het patroon van de sbw en kun je hierin variëren door het van de hoefslag te oefenen en/of scherper te maken.
Wat ik zie is dat het begrenzen met de buitenteugel erg moeilijk is met een kaptoom. Jij hebt het over de juiste techniek maar ook op de YT video's zie ik dat MdJ die 'juiste' techniek nog niet beheerst. Misschien weet jij een filmpje van een paard in een correcte SB in grondwerk met kaptoom?
Over de begrenzing van de achterhand: Ik begrijp dat je de omheining prima kunt gebruiken voor het begrenzen van het buitenachterbeen. Maar die controle is maar heel beperkt, de begrenzing van de wand garandeerd je nog geen correcte lengtebuiging. Verder heb je weinig controle over je binnenachterbeen.
Als het paard de technieken van de SB goed beheerst kan het volgens jou ook op een binnenhoefslag uitgevoerd worden. Dan ga je er vanuit dat het paard die SB correct blijft uitvoeren en op het moment dat hij over de schouder wegloopt of achter uitzwaait is er geen correctie/hulp meer mogelijk. Er is in de africhting geen verband aangebracht tussen een hulp en de plaatsing van een van de 4 benen. Daarmee wordt de uitvoering van de SB een kunstje, dat noemen we poedeldressuur.
Jij schrijft nog over de zweep in je buitenhand nemen; ik begrijp niet goed hoe je dat doet in grondwerk omdat je ter hoogte van de schouder van je paard loopt.
Alicia2u schreef:Bent doet wel degelijk uitgestrekt werk met zijn paarden, maar dit gebeurd pas na de voltooiing van de piaffe. Over het algemeen vind ik de uitgestrekte gangen bij zijn paarden erg goed in tact en balans, maar dit is natuurlijk het eindresultaat. Hoe Marijke dit in haar trainingsplan verwerkt weet ik niet.
Ok, dat is nieuw voor me. Ik kan me ook wel voorstellen dat dat bij Barokke paarden zo werkt. Barokke paarden hebben moeite met het uitgestrekte werk omdat ze door hun bouw maar moeilijk lengte in het frame kunnen maken. Maar ik zie hetzelfde toegepast worden bij KWPN-ers en daar zou de trainingsvolgorde echt anders voor moeten zijn. een kwpn-er heeft juist wel van nature die lengte al. Die zie ik alleen maar dramatisch slecht worden, kort, zonder impuls en onregelmatig in de beweging. Daar wordt nu juist alle beweging uitgereden en uiteindelijk doen ze dat uitgestrekte werk niet meer en het verzamelde werk is eigenlijk niets anders dan extreem traag.
Ik heb trouwens ook net als Moll ook bij Bent nog nooit een paard gezien dat goed in tact en balans loopt, het is allemaal zo hectisch en ruw. Bij MdJ lijken de paarden wel hersendood totaal zonder enige blijheid en uitstraling. Ik word er triest van als ik het zie.