bulck schreef:Fransje? SBW is net zorgen dat de achterhand op de hoefslag blijft echter is dat een oefening waarop je de lengtebuigingen traint. Concreet is het van belang dat je deze oefening vraagt met een paard dat duidelijk de hulpen kent en accepteert ( lees voor je uitlopen en wijkt voor druk)
Je werkt vanuit een kleine volte, waarbij je dus wederom zorgt dat je paard blijft sporen en correct buigt door zijn hele lichaam. Vanuit de activiteit, buiging en rechtgerichtheid ga je bij het bereiken van de hoefslag verder en neem je je paard mee. Uiteraard is rechtdoor iets anders dan een buiging, dus krijg je als resultaat een paard dat 3 hoefslagen zal gebruiken waarvan 1 been op de binnenhoefslag, dan het diagonaal paar dat zal sporen en dan het buitenbeen dat eveneen op de hoefslag zit. Dus moest je lijnen trekken heb je drie lijnen ( ff om het visueel te maken) Hoe sterker je paard al is op de achterhand, hoe mooier je een sb kan doen laten zien, want op de duur kan je dan spelen met je motor en tempowisselingen rijden en wordt die voorhand echt een speling en krijg je echt een leuk benenspel met ruimte, afdruk en vooral uitstraling, maar dit alles vanuit de kracht van het paard, zonder geforceer.
Een appuyement is eigenlijk hetzelfde. Hier moet je leren je paard te laten wachten voor je binnenbeen, waarbij ze stelling nemen naar de kant waar ze op willen en nageven, dan geef je de hulp en moeten ze vanuit de achterhand starten. Wederom is het de achterhand die alles op zich moet nemen om tot een goed resultaat te komen en je dus mooie scharende bewegingen krijgt.
Ik weet wel wat een schouderbinnenwaarts is hoor

Ik bedoelde dat het achterbeen, zoals op de eerder ge-quotefoto, van de binnenhoefslag af moet en meer op de hoefslag onder het lichaam gebracht. Zoals op de foto te zien is brengt het paard het binnen achterbeen totaal niet onder de massa.
De hulp die ze op de foto geeft is met de linkerhand vrijwel bij de schoft en de de rechter ergens bij de hals aanhechting. Ik heb het idee dat als ze de linkerhand wat lager en iets verder naar achter brengt en de rechterhand wat dicht bij het hoofd de hulp voor de paard duidelijker is. Op die manier kan ze de achterhand en de voorkant wat beter sturen.