murphy102 schreef:Professor schreef:Hoe bouwt men de les op, van losmakende oefeningen tot en met het trainen en dan weer naar onstpanning?
pien_2010, deze is een beetje "ondergestofd" door andere zaken, he! Jij wilde graag een vervolg.
Na de losmakende oefeningen, als het paard goed opgewarmd is, stellen we het paard na een aantal rondjes lange teugel in de hand.
In deze fase van arbeid werken we aan het horizontale en verticale evenwicht teneinde verder te komen in ons streven naar een Rijkunstig Evenwicht. Álle oefeningen dienen afgesteld te worden naar de graad van africhting van het paard!!
We gaan nu aan de hand werken van de zijgangen en de tempiwisselingen en het achterwaarts om zodoende naar meer verzameling te werken.
* Allereerst nemen wij de zijgangen afzonderlijk op de 2e en 3e hoefslag of op de diagonaal (appuyeren).
* Tempiwisselingen, achterwaarts en weer voorwaarts.
* Vervolgens "plakken" wij de verschillende buigingsoefeningen aan elkaar dmv de gymnastische lijnen, te beginnen bij schouderbinnenwaarts vanuit de hoek aan het begin van de lange zijde (paard is gebogen volgens het beloop van de wending, daarom in hoek inzetten), halverwege de lange zijde rechtrichten en over laten gaan in renvers, aan het einde van de lange zijde rechtrichten en op de korte zijde over laten gaan in schouderbuitenwaarts en deze vervolgens weer via het rechtrichten over laten gaan in travers.
Nogmaals álles afhankelijk van de trainingsfase waarin het paard zich bevindt. Niet te lang en te vaak oefenen, tevreden zijn met (soms kleine) stapjes.
LET OP:
1. Het rechtrichten, wat véél impuls "kost" dient steeds afgewisseld te worden door de verschillende tempiwisselingen in de verschillende gangen!. Dus rechtrichten - voorwaarts rijden- rechtrichten - voorwaarts rijden!
2. Gedurende bovenstaande arbeid dient REGELMATIG het paard even voorwaarts-neewaarts gereden te worden, dit om eventueel opgebouwde spanning af te laten vloeien en tevens dient dit als beloning!! Dus regelmatig verandering van hoofd-halshouding!
3. Ten állen tijden dient de nageeflijkheid van het paard, de aanleuning en de takt als een rode draad aanwezig te zijn!!
Spanning agv bijv. een (nieuwe) oefening/zijgang kan gemakkelijk voor blokkades in het paardenlichaam zorgen.
Daardoor zal de nageeflijkheid verstoord worden, als gevolg dáárvan zal er een storing in de aanleuning gaan plaats vinden en dit levert dus een taktfout op. Dan eerst terug naar de ontspanning en deze herstellen, dan pas terug naar de oefening van dat moment.
Hierna volgt de herstelfase voor het paardenlichaam, oftewel de cooling down.
De ruiter laat in een rustige arbeidsdraf de teugel uit de hand kauwen. We rijden het paard nog even een aantal rondjes rustig voorwaarts-neerwaarts, waarna we overgaan in stap lange teugel.
Zeker 10 tot 15 minuten uitstappen, iets wat voor vééél ruiters erg moeilijk blijkt te zijn (of saai??).
Deze laatste fase en het uitstappen zijn zeer belangrijk voor het afvoeren van de opgebouwde afvalstoffen gedurende de arbeid. Bovendien is het goed om de benen zachtjes af te spuiten naderhand voor het behoud van mooie droge benen.
En zo zetten wij een tevreden paard weg.
En uiteraard tempiwisselingen ÉN de overgangen! Aan de overgangen herkent men de ruiter en de graad van africhting van het paard, immers...!