Moderators: Essie73, Coby, balance, Firelight, Dyonne, NadjaNadja, Neonlight, Sica, C_arola
CharleyT schreef:Wat een amusementswaarde heeft dit topic. De reagerende bokkers, allemaal prima gecast voor hun unieke inbreng, speciaal de smaakmakers onder hen.
Ga vooral zo door, en voor echte discussies kijken we wel op andere plaatsen op Bokt.
Professor schreef:Citaat:J.H. van Reede, Oud Directeur van de Rijschool. samensteller van de Rijvoorschriften.
Het doel van de instructie is in de eerste plaats ruiters te vormen, die hun paarden kunnen besturen, door middel van de hulpen die de paarden door de africhting zijn geleerd.
De leerlingen moeten, alvorens zij met dit besturen kunnen beginnen, door gymnastische oefeningen daarop worden voorbereid.
Wanneer voldoende bedrevenheid in de besturing van het afgerichte paard is verkregen, mogen de ruiters naar buiten rijden. Het grootste gedeelte van de rijdende mensheid is met bovenstaande tevreden, wat op zich zelf geen bezwaar oplevert, indien deze ruiters maar niet denken, dat daarmede alles gezegd is en dat zij inderdaad kunnen rijden. Zij hebben slechts de eerste schreden gezet op de oneindig lange weg van de rijkunst. Zo ziet men o.a. dergelijke beginnelingen wel optreden in dressuurproeven, waarbij dan gevraagd wordt het rijden van wendingen, overgangen, achterwaarts gaan, enz. Het is jammer, dat bij dergelijke proeven het woord ‚dressuur‘ genoemd wordt, want in de regel hebben deze vertoningen met ‚dressuur‘ niets te maken. Het zijn — als men wil — besturingsproeven, omdat de wijze van gaan van de paarden meestal bedroevend slecht is. En dit moet toch bij dressuurproeven de voor naamste zaak zijn en blijven. Het komt er niet veel op aan, wat gevraagd wordt, de hoofdzaak is hoe het gevraagde wordt uitgevoerd. Een goede dressuur kan alleen het resultaat zijn van meer voortgezet onderricht, waarbij behalve op het onderricht aan de ruiters ook meer gelet wordt op de wijze van gaan van de paarden, d.w.z. in een voor die paarden meest gunstige houding. Het spreekt daarom vanzelf, dat de instructeur bij het geven van dit meer voortgezet onderricht meer en meer het gebied van de africhting zal betreden. Deze africhting heeft ten doel het paard gymnastisch te ontwikkelen.