Omdat ik in Frankrijk ben voor een lange tijd heb ik een trainingsschema meegekregen van mijn instructeur (Murphy hier op BOKT). Het schema begint met uitleg over wat basis is van dressuur. Ik lees het bijna elke dag na omdat ik het zo waar vind en er veel aan heb. Ik wil jullie deze tekst van mijn instructrice dus niet onthouden:
"De basis van waaruit je werkt, dus je uitgangspositie, is altijd een paard dat in de houding staat oftewel dat in de hand gesteld is:
Dat wil zeggen dat je paard nageeft in nek- en kaakgewricht: zich ontspant in nek en kaak:
Als gevolg van de drijvende inwerking van achterenuit wordt de energie vóór opgevangen door de weerstandbiedende hand. Deze hand staat, sluit zich en ontspant zich dírect nadat het paard "toegeeft" en dus nageeft! Dus: aannemen - nageven van de hand, oftewel: span en ontspan de hand!!
Het gevolg is dat het paard de onderkaak zal openen en zal afkauwen. Dat hoor je. Het paard wil je hand meenemen.
Het gevolg hiervan is dat het paard de halswervels en de schoft zal openen en als gevolg daarvan zal de rug zich loslaten, ontspannen: totale nageeflijkheid!
Nu even een intermezzo:
Volgens de (Klassieke) Dressuur werken we aan de hand van het Scala der Ausbildung. Dit is een controle-systeem, een toetsing, een leidraad.
Dus níet stap voor stap afwerken!! Zo werkt het niet. Het één is een gevolg van het ander. Het één kán niet zonder het andere, over en weer: voorbeeld:
Iemand die een storing in de aanleuning heeft zal ook altijd een taktfout laten zien en ook de verkregen ontspanning zal op dat moment even kwijt zijn.
Het Scala:
A. Takt; de exacte regelmaat en zuiverheid van de gangen, ongedwongen.
B. Ontspanning: hiermee bedoelt men de ontspanning die verkregen is uit het aanspannen, het werk. Gevolg: Losgelassenheit: ontspanning verkregen door aanspanning!
C. Aanleuning: dit is de elastische veerkrachtige verbinding tussen paardenmond en ruiterhand, ontstaan agv voorwaarts rijden en deze energie opvangen en terug laten keren in het lichaam naar het achterbeen, dit aan de hand van de halve ophouding (zo ontstaat uiteindelijk verzameling, simpel gezegd). De aanleuning is altijd onderhevig aan veranderingen. Hoe meer gedragenheid/verzameling hoe lichter de aanleuning. Dit proces verandert steeds op elk niveau!
D. Impuls en de daaruit ontstane Schwung: dit is het verlengde zweefmoment, die als gevolg van de impuls is ontstaan (= voorwaartse drang door de ruiter opgewekt en gecontroleerd)
E. Rechtrichten
F. Verzameling
Vergeet niet waar het omgaat.
Dressuur wil zeggen een paard dusdanig gymnastiseren dat deze zichzélf én de ruiter kan dragen zodat het paard er geen schade van ondervindt en zodoende gezond oud kan worden en lang bereden kan worden mét ruitergewicht. Het paard draagt 3/5e deel van zijn totale lichaamsgewicht op de voorhand. Het is dus heel belangrijk dat het gewicht naar de achterhand komt. Hier heeft het paard immers 5 grote gewrichten die door de vering in diezelfde gewrichten gemakkelijk het grootste gedeelte van dat gewicht kan dragen, dit in tegenstelling tot de voorhand en voorbenen, waar die vering van de gewrichten (Hnakenbiegung) níet aanwezig is!
Het komt hier op neer:
Rijdt uw paard voorwaarts en richt het recht!
In de praktijk dien je dus steeds beiden af te wisselen.
We gaan weer verder waar we gebleven waren.
Dit is het moment dat het paard in de hand gesteld is en dus DURCHLÄSSIG is: het paard laat de (alle) hulpen door! Het is nu nageeflijk in het gehele lichaam (totale nageeflijkheid).
Nu kunnen we beginnen met het paard los te maken aan de hand van de losmakende oefeningen.
Deze losmakende oefeningen helpen tévens het paard ook bij het na laten geven, indien dat een probleem is. het paard wordt hier dus ook lekker los in nek- en kaakgewricht.
Afhankelijk van paard en ruiter en het opleidingsniveau van beiden, kun je verschillende oefeningen kiezen".
Omdat ik het niet beter kan verwoorden heb ik het letterlijk geciteerd. Volgens mij staat hier heel veel in
