Simpelman schreef:Het volgen van de hand lang en laag, het reiken naar het bit is het bewijs van aanleuning.
Aanleuning begint zeldzaam te worden...
Het is precies het lang en laag en voorwaarts dat de lendenen en de rugspier versterkt.
Paarden een aantal maanden zo gereden laten een aanzienlijke en goed zichtbare toename van de kuitspieren, de lende en de rugspieren zien.
Het paard in deze houding gaand moet om een zweefmoment te kunnen hebben in draf de voorhand vanuit de achterhand omhoog drukken.
Het zal zich in de beweging in de rug aanspannen en los laten, ipv permanent vast houden.
Wanneer een paard de hals strekt is het niet de rugspier die uitgerekt wordt maar de schoft die uitwaaiert, dat is wat we zoeken, dat is namelijk de eerste stap naar oprichting, het paard reikt naar het bit.
Het oprekken het voorste deel van de lange rugspier doet men met LDR.
Het paard leert hierbij tegelijkertijd af zich op te richten, dat kan dan nl niet meer.
[ Video ]
Intressant stukje en duidelijk filmpje.
Dit spreekt wel weer tegen wat ze gisteren zeiden. Dat je het hoofd niet nodig hebt voor de rugspieren.
maar dit filmpje geeft duidelijk weer dat t wel degelijk verschil maakt.