murphy102 schreef:Ben het met Professor eens. Altijd been heel dicht in de buurt of er AAN, alsof je wrijft, zonder dat je een drijvende hulp geeft. Een been dat "aan" een paard is, onderhoudt de verzameling, laat het paard niet in de steek. Dit been, SAMEN met de hand- en zithulp, zorgt voor een onderlinge fijne en lichte samenwerking. Valt een van de drie weg, wordt het paard in de steek gelaten. Dat wil niet zeggen dat deze hulpen steeds permanent aktief aanwezig zijn, maar ze ZIJN er, indien nodig. Het geeft een paard vertrouwen dat de ruiter er IS!
Veel ruiters echter hebben geen correcte beenligging. De meeste onderbenen liggen veel te vaak naar voren. De term "onderbeen op de singel" is mijns inzien dan ook niet correct, ook al staat het in veel boeken of wordt het vaak gepredikt. Onderbenen liggen vaak daar waar het paard smal toeloopt en men niet bij de massa is. Men zou vaker moeten controleren of hak-heup-schouder 1 lijn vormt. Controleer dit vanuit het zadel door een denkbeeldige stippellijn te trekken van knie naar de punt van de tenen en men komt in de goeie positie uit waar het onderbeen dient te liggen. Bij een correcte positie van het onderbeen is het ook veel eenvoudiger om dichter bij het paard te zijn en te blijven met dat onderbeen.
Dus inderdaad, zoals Professor ook al zei: onderbeen mag niet ver van het paard af zijn.
Duidelijk leerzaam verhaal Murphy. Bedankt