Professor schreef:cherie78 schreef:Ik ben ook benieuwd welke foto's moll en professor te voorschijn "toveren"
U foto´s ken ik, heb er een paar gezien op een ander forum.
Moderators: Coby, balance, Dyonne, Sica, C_arola, Neonlight, Firelight
Needje schreef:Op een opmerking dat hij foto's van jou heeft gezien op ene ander forum?
cherie78 schreef:orienta schreef:Ik zie ook niet in het stukje staan dat alleen het nageven in nek en kaak alles bepalend is dan zitten wij toch naar een ander stukje tekst te kijken denk ik cherie.
Heb je het onderstreepte stukje goed gelezen dan?
cherie78 schreef:Needje schreef:Op een opmerking dat hij foto's van jou heeft gezien op ene ander forum?
Dat waren foto's die opgesnord waren door een zeer "geliefd" persoon, de meest oncoulante foto's die je je maar kunt verzinnen.
Ongevraagd geplaatst om mij een hak te zetten en dat weet professor.
Professor schreef:cherie78 schreef:Dat waren foto's die opgesnord waren door een zeer "geliefd" persoon, de meest oncoulante foto's die je je maar kunt verzinnen.
Ongevraagd geplaatst om mij een hak te zetten en dat weet professor.
Dus toch Modie?
Dan plaatst u hier onder een verkeerd account.
Professor schreef:Tot de hogeschool van het rijden (haute école, equeitation savante, artistique, haute édquitation, Hoheschule) behoort elke gang, elke figuur, elke beweging die in verzameling wordt gereden.
m.a.w.: met het verzamelde, in verzameling gaande paard.
De lichtheid (légèreté) is niet anders dan de nageeflijkheid in alle gewrichten en spieren, d.w.z. gewrichten en spieren van de achterhand, lendenen, rug , hals, nek en kaakgewricht.
De nageeflijkheid (Anlehnung Duits) (légèreté Frans) verkrijgt men door oefeningen die steeds meer met meer inpulsiviteit gereden worden.
De nageeflijkheid is dus in het gehele paard, waarvan de hand de manometer is, die voelt door het nageven van het kaakgewricht en nek hoe de lichtheid is.
Generaal L´Hotte citaat: De na te streven lichtheid wordt gekenmerkt door het in actie brengen door de ruiter en het gebruik, dat het paard maakt van die krachten die nodig zijn voor de gevraagde beweging.
Voor de kundige ruiter komt het eropaan, welke oefeningen hij benutten moet om bepaalde weerstanden op te heffen.
Citaat:Evenwicht
Evenwicht is een term die in de rijkunst een eigen betekenis heeft.
Daar paardrijden dynamisch is, zal een omschrijving van deze term gericht moeten zijn op het evenwicht van een zich bewegende massa, inclusief de massa paard-ruiter. Men kan in dit verband dan ook niet onder evenwicht verstaan: het gelijkmatig over de vier benen verdelen van het gewicht van paard en ruiter, hetwelk immers alleen mogelijk zou zijn bij een stilstaand paard. Bij een zich bewegend paard is de gewichtsverdeling voortdurend aan verandering onder hevig, zodat hier alleen gesproken kan worden van een dynamisch evenwicht, hetwelk het resultaat is van de samenwerking van alle op het paard inwerkende krachten, zoals voortstuwende kracht en zwaartekracht. Verlopen alle bewegingen beheerst, d.w.z. vloeiend, regelmatig, soepel — dus zonder krampachtige spierspanningen, dan kan men zeggen dat de beweging evenwichtig verloopt, dat er evenwicht is in de beweging, ofwel: dat het paard in evenwicht is.
Een paard kan dus „in evenwicht zijn“ in alle gangen en in alle tempi — en zulks niet alleen op vlakke bodem; ook in ongelijk terrein en over hindernissen kan een paard in evenwicht zijn. Het is duidelijk dat b.v. bij het gaan door ongelijk terrein nimmer sprake kan zijn van een enkele „evenwichtshouding“ of van een voortdurende gelijkmatige belasting van voor- en achterhand, want al naar gelang de situatie van het terrein waarin het paard zich op dat moment bevindt zal dc voor- of de achterhand meer of minder belast worden. Van nature zal het paard steeds die houding aannemen die het hem moge lijk maakt zich veilig en op de meest ekonomische wijze door het terrein te bewegen, daarbij zijn gewicht over voor- en achterhand ver delend naar mate dc omstandigheden zulks vereisen. Dit is het natuurlijk evenwicht. De gewichtsverdeling bij dit natuurlijk evenwicht is dus niet konstant maar, aangepast aan de eisen die bodem, gang en tempo stellen, voortdurend aan verandering onderhevig. Het is uitermate belangrijk voor het campagnepaard en het dient dan ook als eerste eis gesteld te worden dat het bekwaam is zijn even wicht te bewaren bij een voortdurend wisselende gewichtsverdeling, waarbij het dus steeds zijn houding zal veranderen. Het paard doet dit dus zelf en de ruiter zal het beslist niet een houding (en gewichts verdeling) mogen opleggen, daar hij het dan zou hinderen in zijn vrije bewegingen, dus het paard zou beletten zijn evenwicht te bewaren of te herstellen.
In de manege kan de ruiter zijn paard wel een houding opleggen en bij voortgezette dressuur is dit zelfs een vereiste. Bij een paard dat zich in een weinig veranderende houding voortbeweegt op vlakke bodem zal er een nagenoeg konstante gewichtsverdeling zijn over voor- en achterhand. In dit verband past dan b.v. voor een schoolpaard dat gaat met een konstante meerbelasting op de achterhand een term als: „evenwicht op de achterhand“.
Om te bereiken dat een paard onder de ruiter in evenwicht gaat zal het aan twee eisen moeten voldoen: gehoorzaamheid en lichamelijke geoefendheid. Door gehoorzaamheid is het paard erop ingesteld de aanwijzingen van de ruiter te ontvangen en uit te voeren; de lichamelijke geoefendheid maakt de uitvoering mogelijk.
Is de inwerking van de ruiter niet storend voor het paard, maar in overeenstemming met diens aard en graad van africhting, dan wordt bij hem de harmonie der bewegingen — dus het evenwicht — niet verbroken, terwijl het toch, om aan de inwerking van de ruiter te gehoorzamen, een andere houding zal aannemen of de wijze van voortbewegen zal veranderen. Als b.v. een paard op aanwijzing van de ruiter van stap in draf, of van draf in galop overgaat, dan worden wel zijn houding en bewegingen anders; maar als de verandering van gang vloeiend verloopt en de gang regelmatig is, d.w.z. ritmisch en beheerst, dan blijft het paard in evenwicht. Geschiedt dit alles op lichte hulpen van de ruiter dan kan men spreken van rjkunstig evenwicht.
Citaat:Fillis: Wat de „ perfekte hoge verzameling“ aangaat, als Baucher schrijft: de hulpen van de hand zonder benen, en door kuithulpen zonder de hand, betreft, is het gewoon absurd (absurde). We lezen in de 14e en laatste editie van Baucher, pagina 82: Mijn methode legt het paard in een dergelijke afhankelijkheid van de ruiter, en dat bereik ik via de verbinding van de benen, en en de teugel (mains) en de minste bewegingen zijn voldoende om de drijvende veer van dit machtige dier naar onze gevallen te leiden. Er is niet beters als dat.!
Maar waarom, beweert dat hij in hetzelfde nummer, pagina 178, dat de enige ware dressuur Rijkunst, Benen zonder handen, Handen, zonder benen is.
Hoe kon het dat hij dat hij niet ingezien heeft dat deze twee verklaringen tegenstrijdig zijn? De benen van de ruiter heeft maken de Hanken achtsam (Vaillant) en de handen houden den mond nageefelijk (galant), zonder dat de afwisselende combinatie van deze twee hulpen kan zelfs door middel van geweld geen goede rijkunst mogelijk.
Wat overigens het bewijs daarvoor is dat Baucher zich vergiste toen hij dacht dat de perfecte rijkunstig evenwicht met zijn Benen zonder Handen, en Handen zonder benen, gevonden te hebben . Dat hij het paard trainde met beide hulpen, en dat hij alleen later erop kwam de een enof de anderen te gebruiken. Omdat men gedwongen is de benen te gebruiken om de impuls te geven, en met de hand te sturen. Daarom is Baucher aan het einde van zijn leven weer op beide hulpen terug gekomen.
spokie79 schreef:Wat denkt u daar zelf van Professor...been zonder hand en hand zonder been?
Ik heb een instructeur gehad (klassiek), die mij dat zo geleerd heeft. Maar omdat ik altijd op de manege geleerd heb altijd samen te doen, was dat erg moeilijk afleren voor mij. En veel dingen doe ik vaak ook op gevoel.
spokie79 schreef:Ik denk dat u van hand met been bent.