horseyfries schreef:Mijn stem is het eerste wat ik gebruik Cherie, samen met mijn zit, maar als daarop geen reactie komt, ben ik heel snel in een correctie met de teugel.
Dat snap ik niet, je hebt toch hand been en zit hulpen, waarom de stem erbij?
Het paard dient aan de longe al op alleen de hand en zweephulpen te kunnen gaan. In eerste instantie begin je met de enkele longe, hand, zweep en stemhulpen (en bijzet daar kunnen paarden niet in gaan hangen want deze geeft direct na als het paard ook nageeft, sneller dan menig ruiterhand) na een tijdje stap je over naar de dubbele longe en heb je enkel nog je hand en zweephulpen. Tuurlijk kun je de stem nog gebruiken maar het doel is de stem weg te halen want in het zadel moet het paard ook reageren op de hand, been en zithulpen je kunt namelijk een paard niet rijden op stemhulpen
Op ten duur kan de bijzet er af en blijf je bij de dubbele longe die je kunt gaan afwisselen met de lange teugel voor de losmakende oefeningen op het rechtuit gaan.
Mensen vergeten vaak dat de voorbereiding zo belangrijk is. Als een paard goed tussen de dubbele longe gaat zal het onder het zadel ook goed gaan. Dan is dat niet meer nieuw voor paarden en kun je als het ware zo weg rijden.
Maar als je maar 2 weken wilt longeren dan zul je verder alles in het zadel op moeten lossen (dus met gewicht op de rug die het paard vaak genoeg uit evenwicht zal halen).
horseyfries schreef:cherie78 schreef:
En over dit denken we dus verschillend.
Ik persoonlijk, denk dat losgelatenheid juist een vorm van nageven/nageelfijkheid is.
Een paard wat niet losgelaten is in het lichaam zal dus ook nooit kunnen nageven.
Losgelatenheid is een synoniem (voor mij) voor (totale) ontspanning.
Nageeflijkheid en durchlässigkeit zijn ook synoniemen.
Een paard kan zich inderdaad pas ontspannen als het in balans loopt en dan ook pas kunnen "nageven" in het lichaam.
Het hoofd hoog gooien, kan op 2 manieren uitgelegd worden; of verzet tegen teugels/ruiterhand of onbalans en daardoor dus spanning.
Dan gebruik je de term niet zoals die in de klassieke rijkunst gebruikt wordt, prima, maar dat is dus wel cruciaal om te weten.
Nageven moet een paard altijd (willen) doen. Niet alleen in halt. Een paard geeft na in de nek en mond dan is een paard nageeflijk.
Wij vragen het paard na te geven, stellen het in de houding (durchs genick), het paard opent de mond en sluit deze weer als wij nagegeven hebben. De beweging die het paard maakt is het gecontroleerd kauwen op het bit wat een paard inprincipe constant moet doen. Want dit wijst op het aannemen en nageven (halve ophouding) het paard dus in de houding rijden. En dit kan pas als het paard van achter naar voren (drijvende hulpen) gereden wordt want de energie die van achter uit naar voren komt moet opgevangen worden en terugvloeien naar de achterbenen. Het 'opvangen en omzetten' gebeurd in een fractie van een seconde door de halve ophouding (hulpen van voor naar achter (handhulpen) aannemende en begrenzende hulpen).
Durchlassigkeit is het door laten komen van alle hulpen/gehoorzaam zijn aan de ruiter.
Een paard geeft na in de nek en kaken en niet in het lichaam. In het lichaam gebeurd er wat anders, het paard ontspant de rug waardoor deze gaat deinen hierdoor kan de ruiter ontspannen en rustig zitten. Dat is wat mensen tegenwoordig willen door het paard lang, laag en diep te stellen maar een paard wat in de houding gaat van achter naar voren laat de rug al 'los' en dat is het enigste wat de rug doen kan (tis een bewegingsspier en geen houdingsspier dus je moet hem niet overrekken).
De buikspieren zijn houdingsspieren, deze dragen de ruiter ondanks dat men op de rugspier zit. De buikspieren staan in contact met de heup, knie en spronggewricht door middel van de spierpakketten. Daarom is het belangrijk het paard van achter naar voren te rijden, zodat al deze gewrichten sterker gemaakt worden samen met de buikspieren. Dat het dragen van de ruiter het paard steeds beter af zal gaan.
Hermelientje schreef:cherie78 schreef:Een paard wat niet losgelaten is in het lichaam zal dus ook nooit kunnen nageven.
Maar als je de klassieke definities hanteert (dus nageven zoals bijvoorbeeld HF en ik het definiëren) dan kan een paard meestal juist wel nageven in zijn kaak ook al is de losgelatenheid in het lichaam er (nog) niet. Als hij verkeerd gereden is (met teveel hand) dan kan het wel zijn dat dat simpele nageven in de kaak helemaal verloren gaat omdat de release op het juiste moment er langere tijd niet geweest is, je hebt het paard dan dus eigenlijk het tegenovergestelde geleerd namelijk niet loslaten. Het is toch ook heel klassiek (Wenen) dat je het paard weliswaar van achteren naar voren rijdt maar juist van voor naar achteren losmaakt, dus beginnend bij de kaak, dan nek, hals, schoft enz. Dat heb ik tenminste wel eens gelezen ergens. Grappig dat net HF hier wel de klassieke begrippen hanteert. Zo zie je maar weer dat het allemaal niet zo zwart-wit is.
Iets heel anders is of het wel wenselijk is om dat nageven in de kaak te gaan vragen tijdens het rijden als niet eerst aan allerlei andere voorwaarden voldaan is.
Als je op een goede manier langzamer gaat, met goed bedoel ik meer op de achterhand dan is dat in mijn optiek altijd zwaarder voor het paard, dus gemakkelijker kan een paard dat toch zeker niet vinden. Ik zie goede ruiters juist altijd meer voorwaarts uit een oefening rijden als beloning voor het zwaardere werk.
Ik heb ook geleerd dat bijna elk paard een natuurlijk scheefheid heeft, plus daarbovenop natuurlijk nog eens de scheefheid van de ruiter en dat dat een doorgaand proces is de hele opleiding door.
Voor mijn gevoel stuur je de achterhand vanuit je heupen en neem je de schouder met je buitenteugel mee (in een ideale wereld). Maar Anky zegt dat ze het hele pakket, dus stelling, buiging en wending met haar binnenteugel doet. Kun jij dat verschil uitleggen Horseyfries. Is wat Anky zegt gewoon het resultaat van steeds meer hulpen weglaten of hoe zit dat?
Nee dat zie je denk ik verkeerd. Hierboven zeg ik al, je hebt drijvende hulpen (van achter naar voren) en aannemende en begrenzende hulpen (van voor naar achter). Maar dat wil niet zeggen dat je van voor naar achter rijdt. De van achter naar voor hulpen komen voor de van voor naar achter hulpen. Want zonder de drijvende hulpen kun je niet aannemen en begrenzen. De handhulpen zijn een reactie op wat van achteruit komt. Een paard loswerken doe je dmv losmakende oefeningen die vanuit achter beginnen maar die energie wil je niet weg laten vloeien (want nombrado dus wel doet) want dan krijg je een paard wat niet in de houding gaat en hebben oefeningen dus ook totaal geen zin.
Het paard in de houding stellen doen je ook met beide hulpen. Zelfs in halt, het paard voorwaarts houden (zit en beenhulpen) terwijl het paard stil staat. Dan sluit je de hand, het paard opent de mond (geeft na in de nek en kaken), wij geven na, het paard sluit de mond. En voorwaarts in stap
Voorwaarts is wat het paard altijd moet zijn. Sloom/langzamer laten gaan is van voor naar achter rijden. Een paard moet altijd taktmatig naar voren (willen) gaan. Ook in de verzameling moet het paard taktmatig en voorwaarts gaan alleen dan met meer gewicht op de achterhand genomen dat het tempo natuurlijk een stuk lager ligt. Maar de passen des te krachtiger.
Mensen die een paard langzaam willen laten gaan zijn echte handruiters.
superwoman schreef:cherie78 schreef:Eerst een (tegen)vraag aan jou; ben je het met mij eens dat de hoofdl/halshouding een gevolg is van achterhand(gebruik)?
Eigenlijk heb ik hiermee jouw vraag al beantwoord

Jawel, maar uiteindelijk blijft de teugel een wijken voor druk princiepe.
Zeker op de volte wanneer je de schouder meeneemt door de buitenteugel is basis en wijken voor druk.
Vreemd, een paard neemt de teugel namelijk aan en staat daarmee in verbinding met de ruiter. De mond is de gevoeligste verbinding die wij met het paard kunnen hebben dus moet het paard daar niet voor willen wijken (teugeldruk) dan krijg je een los-vast verbinding en een paard dat achter de teugel zal komen.
Aanleuning zal je nooit kunnen hebben als het paard wijkt voor de teugeldruk.
cherie78 schreef:Als ik dit zo lees, moet ik toch onze Boktprofessor gelijk geven over de terminologie

Heel goed.
horseyfries schreef:Tango: Ik wil dat op elke vraag een antwoord komt. In klassiek blijf je dan in mijn ervaring toch een beetje hangen op afwisselen tussen voorwaarts neerwaarts, oppakken met neusje voor de loodlijn, en evt. wat hoger of langer instellen. Als sommige van mijn paarden met de neus voor de loodlijn lopen, ziet het er voor het oog prima uit, en kan ik ze ook prima van daaruit naar beneden laten zakken en hals laten strekken, maar merk ik op het moment dat ik een wat rondere houding vraag dat ze nog niet totaal nageeflijk zijn en slechts tot een bepaald punt. Die rondere houding is iets wat wij dus bewust vragen, soms een klein beetje (zoals in de clinic) soms wat meer, om te zien of ook daar nergens beperkingen of belemmeringen in zitten. Ook hetzelfde in de stelling naar links en naar rechts. Als ik een beetje vraag, dan wil ik een beetje krijgen, maar als ik meer vraag, dan wil ik ook meer krijgen.
Bij mijn klassieke instructeurs werd dat niet gevraagd en als ik hier de reacties soms lees krijgen sommigen daar een rolberoerte van omdat je soms bijv. meer stelling dan buiging vraagt of een paard bewust over een buitenschouder weg laat vallen om als het ware zijn lijf nog meer "op te rekken", en dat is dus iets waarvan ik de meerwaarde zie en het dus toepas.
Ik snap niet waarom de focus zo ligt op de hoofdhals houding en waarom mensen alleen maar voorwaarts over de hoefslag of op de volte lijken te rijden?
Ik wissel niet bewust af in de hoofdhals houding maar pas mijn teugellengte aan aan wat ik op dat moment aan mijn paard vraag. Ik heb het eerder al laten zien met eigen foto's. Als ik mijn paard laat wijken neem ik de teugels korter. Waarom? Het frame van mijn paard verkort dan en ik wil in tegenstelling met nombrado nog wel aanleuning houden dus pas mijn teugellengte daar op aan. Ik wil verbinding met de mond, een lichte maar duidelijk verbinding.
Mijn paard mag na het wijken (bijvoorbeeld) best de teugels uit de hand kauwen- voorwaarts neerwaarts strekken. Een paar passen, niet meer dan een halve volte want dan valt het paard weer terug in natuurlijk evenwicht.
Als ik ga draven worden mijn teugels ook een fractie korter, zo ook met het galopperen. Ik kan in beide gangen mijn paard de teugels uit de hand laten kauwen dus de halslengte verlengen maar dit zie is meer als een moment van totale ontspanning. Onze training is echt een training en niet het lang en laag over de hoefslag heen gaan in verschillende gangen met wat tempi wisselingen.
Ik wil dat er spieren getraind worden dus rijd ik oefeningen en bij iedere oefening in de teugellengte anders. En ik stel mijn paard niet bewust hoger in met mijn teugels. Oprichting komt vanuit achter en ik moet mijn teugellengte daar op aan passen.
Kortom, met het paard in de hand stellen pak je de teugels op zoals je zelf merkt dat juist is. En in de oefeningen wisselt het paard in hoofd/hals houding en een ruiter hoort de aanleuning te willen behouden dus zal de teugels moeten aanpassen.
Meer stelling dan buiging vragen kan trouwens niet, dan krijg je halsbuiging en is absoluut niet wat we willen.
Je hebt stelling, dat is minimaal, binnenoog en neusgat van het paard is zichtbaar. En buiging (door het hele lichaam) je kunt wel stelling hebben zonder buiging maar geen buiging zonder stelling.
Zo en nu weer alle theorie omzetten in de praktijk...