Professor schreef:Aanleuning is de weg naar perfectie, dat houd in dat het paard nageeft in Nek en Kaak.
Anders komen wij niet tot een "eerlijke" aanleuning, en wanneer dit bereikt is noemen wij het "Durchlässig".
Dit klopt niet hoor. Aanleuning betekent dat het paard de ruiterhand zelf opzoekt. Hij zoekt contact, doordat hij naar de hand toe word gereden, en ook doordat hij het vertrouwen heeft dat hem dat geen pijn oplevert. Een mens kan dus nooit aanleuning 'nemen', een paard kan het wel aanbieden.
Nageeflijkheid is dan dat het paard door de licht weerstandbiedende hand en het actief naar de hand toe blijven rijden ontspant in de kaak en nek en daar zo dus nageeft op die hand. Naarmate de teugels korter zijn zal het paard de hals meer rond maken om dus binnen de gegeven ruimte te passen. Dit wordt ook wel aan de teugel lopen genoemd.
Durchlässigkeit is een duits begrip dat eigenlijk nooit naar het nederlands vertaald is, maar het wil zeggen dat het paard helemaal los is in zijn lijf, over de rug loopt, swingt, dat hij zich nergens vastzet of vasthoudt en dat hij in feite als een atleet of als een danser door de baan gaat.