Kadankovitch schreef:-BÜGELTRIT-
Dit is een rijkunstige hulp, die in functie kan variëren al naar gelang de gebruiker dat zelf wenst en de ontwikkeling van het paard het toelaat.
Het begint bij een hulp om het paard duidelijk te maken dat enkel 'remmen' verlangt wordt. Dat is natuurlijk het enige wat een jong of beginnend paard ook kan.
Het andere uiterste is als deze hulp zo is gepolijst dat men invloed kan krijgen op het gebruik van van de respectievelijke achterbenen.
-Voordelen-
Het eerste en voor de hand liggende voordeel is, dat de ruiter als het ware, een extra hulp heeft gekregen om het paard duidelijk te maken snelheid/tempo te reduceren, tot stilstand toe. De eerste handhulpen werken dan al in bij het paard als overtreffende trap. De ruiter kan de handinwerking eerder concentreren op het bepalen van hoofd- en halshouding. Het bepalen daarmee van de balans van het paard. Maar in het begin is het vooral prettig omdat het paard bij correct aanleren, begrepen heeft wat er van hem verwacht wordt, en het vaak minder weerstanden oproep zoals juist , bij de teugelinwerking, het tegen de hand in te drukken. Het werkt sterk in op het 'begrijpend vermogen'' van een paard, zonder onnodige 'ruis' van een nog niet altijd begrepen ophouding of arrêt. Immer het paard is nog jong en/of onervaren. Voor de ruiter die veel plezier beleeft aan wandeltochten, maakt het 't stappen aan lange of losse teugen nog makkelijker. Bij een vluchtreactie kan het rijdier met Bügeltrit geremd worden.
Een tweede voordeel manifesteert zich later in de africhting, als het paard veel sterker is geworden . Men ontwikkeld een mogelijkheid om controle te krijgen op de benen van het paard. Bijvoorbeeld bij een paard dat wellicht te snel is [geworden] in het achterbeen en daardoor net niet lang genoeg afzet om voldoende 'Schwung' te ontwikkelen in o.a. de uitgestrekte draf of de passage. In de eerste manifesteert zich dat door heftig zwaaien in het voorbeen, een snel en actief achterbeen, maar uiteindelijk toch te weinig verruiming van het zweefmoment. In het tweede geval, blijft de passage uitgevoerd mat een hangend voorbeen terwijl, ook hier het achterbeen actief genoeg is. Bügeltrit kan de ruiter de mogelijkheid bieden het achterbeen te noodzaken net iets langer aan de boden te blijven om daarmee kracht op de massa over te brengen.
Het derde voordeel is minder evident, namelijk dat het paard leert door de manier door de toepassing, extra aandacht te geven aan de zit-hulpen. Dat biedt later dan veel extra mogelijkheden.
-Uitvoering-
Bügeltrit wordt uitgevoerd door rechts-links-rechts-etc. op de stijgbeugel te drukken. In het begin zal dit een duidelijk teken moeten zijn, om zodoende bij het paard op te vallen. Uiteraard staakt de ruiter dit teken indien zodra het paard eraan gevolg geeft. De takt waarmee dit wordt uitgevoerd is dezelfde als de takt dat het dier op dat moment heeft. Uiteindelijk kan men het zover perfectioneren dat het als 'teken' niet meer waargenomen wordt, door toeschouwers. Bij paarden die ik langere tijd rij, hoef ik maar met mijn tenen in de laars op de stijgbeugel te drukken, links-recht en het paard vertraagd of stopt. Ondertussen kan ik mij met mijn hand erop toeleggen het rijdier in de gewenste positie te houden, volslagen passief te blijven. In ieder geval zal een ophouding of arrêt die houding nooit verstoren, want het wordt niet uitgevoerd. Het dier remt uit zichzelf en dat , omdat het begrijpt wat gewenst wordt, op een ontspannen/harmonische manier. Bij verdere opleiding kan dan zelfs op passende manier gedreven worden. Indien men invloed op de werking van de achterbenen wenst benen wenst uit te oefenen, dan zal een het ander, met heel veel gevoel uitgevoerd moeten worden. Ook hier geldt dat de ruiter de aanwijzing/hulp moet geven in de takt waarin het rijdier beweegt. Bij deze toepassing verandert het 'karakter' van Bügeltrit. was het in het voorgaande een code, een vorm van communicatie. Nu wordt het meer een soort manipulatie. Men werkt in op de motoriek van het paard door met een gewichtsverplaatsing invloed te nemen op het functioneren van het achterbeen. Door nu per pas, iets meer op het standbeen te belasten, zou het betreffende achterbeen, net iets langer in de afzet face kunnen blijven waardoor het meer energie aan de beweging kan toevoegen. Let wel het gaat hier om een paard dat te weinig tijd neemt om zich van de bodem af te stoten!! Het is maatregel voor een speciaal geval. De meeste paarden zijn in die fase eerder te langzaam dat te snel. Dus wordt het ook niet zo vaak toe gepast.
-Afsluitend- Door Door de aard van de belasting die door Bügeltrit zou kunnen ontstaan in de laatste toepassing, zie ik het ook als onlogisch dat de rug een paard daardoor zou worden ontlast en deze zich licht op kan bollen. De uitvoering van die hulp maakt dat onlogisch. Sterker, Bügetrit moet nooit dusdanig worden toegepast dat het paard daardoor de rug wilt wegdrukken. Dat zou bij verkeerde of ruwe toepassing gemakkelijk kunnen gebeuren.
En als het andere achterbeen, het 'speelbeen', al verder onder treedt, Dat is dat vooral omdat het standbeen langer aan de grond blijft en meer schwung ontwikkeld en zodoende meer tijd geeft aan het speelbeen om door te zwaaien. Maar dat is meestal niet nodig of mogelijk omdat paarden die 'te snel' zijn in het achterbeen, uit zichzelf al ver onder treden.
Uiteraard is over dit onderwerp lang niet alles gezegd. Ik heb een poging gedaan om op korte termijn meer informatie er over te geven. Het is bovendien een weergave van hoe ik Bügeltrit ken en toepas. Er bestaat geen vast omschreven uitvoering van Bügeltrit. Die dat pretendeert, heeft ongelijk. Er bestaat wellicht wel een andere toepassing. Ik laat mij graag beleren, maar dan wel met een echte poging tot uitleg. dat heb ik ook geprobeerd.
Wauw!! Kadank bedankt voor deze zeer fraaie uitleg! Voor nu ben ik vooral geïnteresseerd in de remmende werking ervan aangezien mijn overijverige merrie zeer voorwaarts is! Geen idee of ik het vermogen bezit om dit te gaan proberen! Het lijkt mij toch zeker ook een bepaalde handigheid van de ruiter vergen!