Ik heb deze tekst een tijd geleden al eens geplaatst, maar volgens mij is hij nog steeds van toepassing en goed om je te realiseren.oomens schreef:Bij een val kan er op verschillende manieren schade ontstaan aan hoofd en nek.
1: De eerste manier is wanneer een hard en/of scherp voorwerp met grote kracht en/of snelheid tegen het hoofd komt. (of omgekeerd)
Die kracht werkt op één plaats of een klein deel van de schedel in. Doordat het voorwerp hard is kan het niet vervormen en dus neemt de schedel de kracht op. De schedel kan ook nauwelijks vervormen, waardoor die breekt.
Gevolg: Schedelfractuur en, als het voorwerp of het hoofd dan nog steeds energie heeft, (ernstig) hersenletsel.
2: De tweede manier is als het hoofd plotseling versnelt of vertraagt. De hersenen liggen enigszins "los" in het hersenvocht en hebben enige spelingsruimte in de schedel. Bij een versnelling of vertraging van het hoofd, (bijvoorbeeld door een klap tegen het hoofd) komen de hersenen hierdoor altijd een fractie later op gang of tot stilstand dan de schedel. Bij een matige snelheidsverandering is de genoemde spelingsruimte en de dempende werking van het hersenvocht voldoende om dat verschil op te vangen, maar wanneer de versnelling of vertraging te sterk is, "botsen" de hersenen tegen de binnenkant van de schedel aan.
Gevolg: Hersenschudding (tijdelijk) of blijvend hersenletsel.
3: De derde manier waarop letsel kan ontstaan is wanneer het hoofd sterk beweegt ten opzichte van het lichaam. Dit kan gebeuren als het hoofd stilligt terwijl het lichaam nog beweegt, of als het hoofd nog beweegt wanneer het lichaam al stilstaat. In dit laatste geval geldt: hoe zwaarder het hoofd, des te moeilijker is het om die beweging met de spieren op te vangen en des te groter is de kans op nekletsel.
Gevolg: Nekletsel: "whiplash" of zelfs een dwarslaesie.
4: De vierde manier is een val op het gezicht of op de keel. Hierbij kan allerlei schade aan het gezicht of het strottenhoofd ontstaan. Gebroken kaak, jukbeenderen, oogkassen, enz. Bij een gebroken neus is er ook nog kans dat het "neusbeentje" naar achter/boven de hersenen in schiet. Een val op het voorhoofd kan ook een schedelbasisfractuur opleveren, waardoor de zenuwen en bloedvaten die door de schedelbasis lopen kunnen beschadigen of scheuren.
Een val op het strottenhoofd kan dood door verstikking tot gevolg hebben. Verder kunnen scherpe voorwerpen op allerlei andere manieren schade aanrichten en in de hersenen terecht komen, bijvoorbeeld via de oogkassen en de slapen.
@1: De eerste mogelijke oorzaak van letsel kan voorkomen of verminderd worden door de harde buitenschaal van een cap of helm, die de druk die "normaal" op één punt zou komen verdeelt over een groter oppervlak.
@2: Letsel veroorzaakt door de tweede oorzaak, kan voorkomen of verminderd worden door de zachtere, dempende binnenste schaal van een cap of helm. Die binnenste schaal kan wat vervormen en zorgt ervoor dat de "remweg" van het hoofd wordt vergroot, waardoor de hersenen niet of minder hard tegen de schedel komen.
@3: Het dragen van een cap of helm kan de kans op nekletsel juist vergroten. Een val op de "klep" van een slecht passende of slecht bevestigde cap kan ervoor zorgen dat de achterste rand van die cap in de nek gedrukt wordt. Een val op de "klep" van een goed passende cap zorgt ervoor dat het hele hoofd verder naar achter bewogen wordt dan zonder die cap.
Een hoofd met cap of helm is altijd zwaarder dan een "kaal" hoofd. Een beweging van het "beschermde" hoofd kan bij een val dus ook minder goed opgevangen worden door de nekspieren dan een beweging van het onbeschermde hoofd.
@4: Tegen deze soorten letsel biedt een "normale" (veiligheids-)cap geen enkele bescherming. Hiertegen kunnen alleen motor-, bromfiets-, mountainbike- of andere helmen met een vizier of andere gezichtsbescherming enige bescherming bieden.
Bijkomend voordeel van motor- of bromfietshelmen is dat ze achter in de nek lager doorlopen. Hierdoor zit eventueel nekletsel lager in de nek, waardoor een kleiner deel van het lichaam mogelijk verlamd raakt dan bij "hoog" nekletsel.
Een cap kan in sommige gevallen het gehoor of het zicht van de ruiter beperken, bijvoorbeeld doordat deze zijn hoofd minder of minder snel kan draaien. Hierdoor kan de ruiter mogelijk gevaar later opmerken en kan dus een extra risico ontstaan.
Verder moet bij al deze punten opgemerkt worden dat de helm of cap pas bescherming kan bieden wanneer je valt. Je kunt dus het beste proberen op alle mogelijke manieren een val te voorkomen. Eigenlijk is dus niet de cap de veiligheid, maar ben je dat zelf. Pas als het fout gaat heb je er mogelijk iets aan of heb je er last van.
Als je door het dragen van een cap gevaarlijke dingen wel doet (zoals springen, voltigeren, door een bos crossen of op een paard gaan zitten in het algemeen) die je zonder cap niet zou doen, biedt die cap slechts een schijnveiligheid. Mét cap te paard (of springend of voltigerend of door het terrein crossend) is dan altijd nog gevaarlijker dan zónder cap níet te paard.
Uiteindelijk moet iedereen in mijn ogen zelf bepalen (of die beslissing overlaten aan degene die uiteindelijk verantwoordelijk of aansprakelijk is, zoals bijvoorbeeld de eigenaar van het paard of de ouders wanneer het om minderjarigen gaat.) welke risico's hij/zij zwaarder vindt wegen en welk risico hij/zij wil lopen.
Iemand kan er bewust voor kiezen wel of geen cap te dragen. Voor zowel het rijden mét als zonder cap zijn veiligheidsargumenten aan te voeren.
Wanneer iemand op basis van een goede afweging van de voor- en nadelen van een cap, besluit om zonder cap te rijden, dan is hij niet onverantwoord bezig. Het is misschien een andere keuze dan je zelf gemaakt zou hebben, maar evengoed is het een keuze die iedereen mág maken.