murphy102 schreef:Interessant.
Hermelientje, er kunnen 2 redenen zijn waarom jij deze quoot plaatst:
* óf jij vindt dat het topic inkakt en hoopt op humoristische wijze dit weer leven in te blazen.
* óf jij hebt het niet goed begrepen. En dit laatste denk ik eerlijk gezegd.
Als je nl. klassiek op een bepaald niveau hebt gereden zou jij weten dat een paard precíes begrijpt of het 1,2,3 of ja zelfs 4 is! Alles hangt af van de graad van africhting van je paard.
Ik zal het uitleggen, míjn leerlingen begrijpen heel goed wat de Halve Ophouding (H.O.) doet, dat voelen ze in de praktijk en geeft hen zichtbare verbeteringen aan hun paarden.
In de Moderne Rijderij rijdt men aan de hand van het Stop&Go-principe, het rem óf gas-principe.
Aangezien de MR Schenkelgangers geeft, móeten zij wel met schrikreflexen werken, omdat de hulpgeving waarmee men in de KR werkt níet doorkomt, bij paarden zo gereden, door het gebrek aan correct ruggebruik.
Bij Schenkelgangers staat de brug immers open.
Om díe reden zien wij bij die paarden ook niet de lichtheid, ongedwongenheid en harmonie die we wel bij klassiek gereden paarden zien. Geen vergelijk mogelijk dus, maar dat zeg ik niet voor het eerst, geloof ik.
Dan nu de hulpgeving bij de KR:
Ik zal een korte uitleg geven om e.e.a. duidelijk te maken.
Binnen de KR werken wij aan de hand van:
1. Overeenstemmende hulpen. Hulpen die dus in overeenstemming met elkaar worden gegeven en nooít tegenstrijdig met elkaar.
Voorbeeld: op een voorwaarts drijvende hulp zal een hand dit toestaan, meegaan met de beweging van de mond van het paard. Dus nooit terugwerken!
2. Regelende hulpen. Hier betreft het 't doseren:
Een te grote, te zware hulp zal gecorrigeerd moeten worden met de hand (en evt. zit), steeds afh. van de mate waarin de hulp gegeven is en afh. van de graad van africhting v.h. paard.
3. Samenwerkende hulpen:
Deze ondersteunen elkaar: zo ondersteunt het been de zit (kruis aantrekken) en vervolgens wordt deze "ondersteund", opgevangen door de hand, waar immers alles SAMEN KOMT(!).
De hand geeft vervolgens DIRÉCT na = Halve Ophouding. Wat zijn de gevolgen hiervan? Kunnen velerlei zijn:
- stuwkracht wordt omgezet in draagkracht, veerkracht; er ontstaat Schwung: paard maakt verhevener passen.
- deze kan "herstellend" zijn, bijv. de aanleuning
- deze kan "attenderend" zijn
- en deze kan een verandering, een verkorting van de gang, verzameling zijn!
Allemaal afhankelijk van de graad van africhting v.e. paard.
Het gaat om de harmonie tussen drijvende en op- (aan-)houdende hulpen.
Dit, zijn geen 3 afzonderlijke hulpen die achter elkaar worden gegeven (zoals bij MR), maar dit zijn samenwerkende hulpen, dus in SAMENSPEL met elkaar.
Voorwaarde is een gevoelvolle záchte ruiterhand van een ruiter met een goed ontwikkeld rijkunstig gevoel.
Dít ruitergevoel leer je alleen te ontwikkelen door vele, vele paarden te rijden onder begeleiding op een eerlijke manier, dus van achteren naar voren, niet andersom.
Dit leer je m.i. níet door krachttrainingen te doen in een sportschool of op een flexbal, daar leren we vooral spierballen kweken.
Rijkunstig gevoel en een onafhankelijke zit leer je te ontwikkelen door te rijden, te rijden, te rijden. En regelmatig zonder beugels, ongeacht je niveau.
Even over de H.O. (Halve Ophouding).
De H. O. is níet de helft van een hele ophouding. Dat onderscheid is enorm!
De hele ophouding wordt gebruikt vanuit elke gang naar het Halthouden, alleen dán.
Indien nodig kan deze herhaald worden, denk aan galop-halt.
Het betreft hier dus 2 totaal verschillende hulpgevingen, zelfs oefeningen kun je zeggen met een totaal ander doel.
De H.O. wordt wel vooraf gegaan aan de hele oph.
Ook de hele oph. wordt niet alleen met de hand gegeven, dan zou de hand werken als een handrem.
Bovendien zou een paard zich dan geheel op de voorhand storten, hetgeen dus ook veelal te zien is in de MR.
Een paard wordt er niet beter van, van een rem in de mond, zijn overgangen niet en het gehele paard wordt zo niet verbeterd, nog los van het feit wat het voor een paard betekent in die gevoelige mond!
De Halve Ophouding: (worden ook vaak herhaald gegeven)
Alleen paarden die in de hand gesteld zijn en dus geheel ontspannen (losgemaakt door de losmakende oefeningen), die in aanleuning gaan, gehoorzaam aan alle hulpen (zit, been en hand) en dus al in een bepaald evenwicht gaan (dus ruggangers), ... laten de H.O. door!
Het zijn de inwerkende zit en been met de direct daarop volgende nagevende hand die de verzameling verhoogt, verbetert, Hermelientje. De energie wordt nl. terug getransporteerd agv deze Halve Ophouding naar het achterbeen.
Een ruiter met rijkunstig gevoel zal de hand openen op het moment dat het achterbeen afzet om van de grond te komen.
Dát is het moment van versterkte draagkracht (verder onder het lichaam dragend) en veerkracht, tijdens het zweefmoment dus, waardoor de achterhand zal dalen. Om die reden is m.n. de schouderbinnenwaarts een zeer belangrijke oefening.
Dus nogmaals, de Halve Ophouding dient ter:
1. attentie, om alert te maken
2. ter verbetering van de aanleuning
3. ter verkorting van de gangen
4. ter verbetering van de verzameling (zónder H.O. geen correcte verzameling).
Jonge ruiters, maar ook beginnende ruiters zouden op deze wijze weer moeten leren rijden.
Want dit leert men niet in de MR, omdat het biomechanisch niet uitvoerbaar is. Daarom daar alleen rem of gas.
Even nog een voorbeeld van de tegenstrijdigheid in de MR, achterwaarts gaan:
Men trekt de paarden achteruit, de stangen staan op hoogspanning. Men pushed en schopt met beide benen achter de singel. Er is geen impuls. Paarden gaan vaak "door de knieën" door achteruit te racen om zich zo te onttrekken.
Hoezo tegenstrijdig? Gas én Handrem! Tot op het hoogste niveau.
Bedankt Murphy,
Weer een “pareltje” toegevoegd aan mijn theoretische dressuur aanwijzing mapje. Het is ook herkenbaar voor mij wat je beschrijft.
Ik denk dat het probleem is dat veel ruiters weinig of nooit de werking van de correcte halve op houding hebben ervaren. Volgens mij komt dat omdat het ook een smal koord is waarop je balanceert. Namelijk zo gauw werk je (met de beste bedoelingen) van voor naar achteren in plaats van achter naar voor. Juiste instructie maakt mij daarop alert iedere keer weer.
Ik heb mogen ervaren dat wat jij schrijft werkt, namelijk als paard goed met brug gesloten gaat dan komt de subtiele halve op houding zo fijn door en helpt het paard om goed te blijven gaan door de opgewekte energie van achter naar voor en weer naar achteren te verplaatsen, of maakt het paard alert er komt een overgang aan of een andere oefening. Als “het geheel” klopt dan zit ik met een brede grijns op mijn paard en dan voel ik de blijheid van hoe simpel kan paardrijden zijn. Onder mij voel ik dan een blij paard die mooi zachte verende verbinding aan neemt en zelfs op subtiele zit of kuit of hand hulp een super reactie geeft.
Maar het is een koord waarop ik nog balanceer komende van de moderne rijderij en het gaat niet altijd of gelijk fijn en goed, steeds vaker gaat het wel goed gelukkig. Als het niet goed gaat dan voel ik dat ik de halve op houding niet kan geven, want de brug staat open. Ik voel dan ik rijd van voor naar achteren, heb blokkade in mijn lijf en ben zelf dus niet los enz. Dat is niet fijn want inmiddels weet ik hoe een juist gaand paard moet voelen en daar streef ik iedere dag naar.
Ik denk dat daarin bij veel van ons het probleem zit namelijk we rijden zonder dat we dat willen, met besef in ons hoofd van de juiste theorie, niet goed onze paarden. Teveel zitten we aan die voorkant te prutsen, te weinig geven we gedoceerd onze kuit hulpen en rijden we van achteren naar voren, of we hebben blokkades in ons lijf, zitten net niet in balans enz. Te weinig worden we daarop gecorrigeerd door onze instructeurs. Ik schrijf dit zo op want voor anderhalf jaar geleden had ik nog nooit de werking van de halve op houding gevoeld. Nu voel ik dat het heel vaak goed gaat maar helaas nog niet altijd. Het ligt altijd aan mij, als paard niet gaat en vaak is het heel subtiel net niet goed wat ik doe.
Goede instructie die op dat moment zegt: “Pien hand sluiten, schouder los, je werkt van voor naar achteren enz”, maken mij ook meer en meer alert als ik zonder instructie rijd hoe ik mijn paarden moet rijden. Maar het is een proces het omschakelen van modern naar correct rijden. Het paard goed laten gaan is zo eenvoudig als je weet hoe het moet, maar voordat je zover ben en dat zeg ik vanuit eigen ervaring heb je goede instructie nodig (en dat heb ik nu eindelijk na al die jaren) die heel kritisch op de juiste momenten ingrijpt.
Dus Murphy bedankt voor het op een rij zetten van deze voor mij zo herkenbare theorie.