piepenfiets schreef:Courbette word vanuit pesade gesprongen evenals de capriole.Het is de buiging van het achterbeen die het verschil maakt tussen pesade en levade.De SRS staat voor contact precies zoals Simpelman het beschrijft om nog maar niet te spreken van de hevelwerking die gebruikt word bij de levade( feitelijk van absolute naar relatieve oprichting)Het rijden op de blanke kandare is welzeker nog steeds onderdeel van het programma,momenteel uitgevoerd door de briljante Marcus Nowotny met zn bruintje Alea.Kijk de filmpjes van de onlangs gevierde 450 jarig bestaan; zie je de spanjaarden ook langskomen( en mij ook trouwens maar niet te paard)Verschillen en overeenkomsten zijn daar goed te zien.De versie met het zalvend commentaar van Kottas is het prettigst.Wil niet strayen van het onderwerp hoor maar zowel cadre noir als SRS werkt niet met doorhangende teugel echter met klassiek contact zoals beschreven in FN/FEI
Sorry, maar dit is simpelweg een reeks aan niet beargumenteerde stellingen. Gelieve enige referentie of bewijs aan te voeren die deze stellingen onderbouwt.
- Het kan zijn dat we verschillen in de definitie tussen levade en pesade (dat is trouwens een problematische definitie aangezien de oude meesters erin verschilde). Ik hanteerde pesade hier als een paard dat zich opricht met een maximale strekking in de achterbenen (natuurlijk blijven die iets gebogen omwille van het gewicht). Het is eigenlijk een gecontroleerd steigeren. Ik weet dat de la Guerinière ter zake een andere indeling gebruikt. Indien je pesade benoemt in de zin van de la Guerinière, dan geldt mijn de bovenvermelde logica ook voor de pesade, daar ook daar verzameling van toepassing op is en de achterbenen een buiging dienen te bewaren (want dat zou anders geen sprongkracht kunnen ontwikkelen).
Dat is een gestrekte pesade oftewel circuspesade wordt in de klassieke rijkunst niet gebruikt. Het heeft geen toegevoegde waarde om de daling en sterker maken van de achterhand te bevorderen. Het is echter wel een noodzakelijke oefening om paarden balans te laten vinden voor de circuspirouette en het lopen op de achterbenen. Het gaat hier dus over twee verschillende africhtingsvormen die bovendien op bepaalde vlakken haaks op elkaar staan- Met betrekking tot een continue teugelaanspanning: waar haal je dat de Spaanse Rijschool dit zou voorstaan. Hoewel niet als traditie die zomaar is gecontinueerd uit de traditionele dressuur, voorstaat de Spaanse Rijschool ontegensprekelijk de ideeën van de la Guerinière (weliswaar op de methode die zijn neergeschreven in de directives van Holbein): de la Guerinière benadrukt het proces van le main légère, le main doux en le main dur en op zijn etsen is duidelijk te zien wat hij bedoelde met le main légère.
- De inzichten van de cadre noir zijn vooral gevormd door les questions van l'Hotte. De essentiële concepten zijn légerté (wat wil zeggen een zuivere gang zonder enige druk) waartoe zeer specifiek het concept van de 'descente des mains' is geformuleerd: wat betekent dat men ernaar streeft om zo weinig mogelijk druk op de teugels en het bit uit te voeren. Ook bepaalde ideeën (maar zeker niet alle) van François Baucher zijn daarin geïntegreerd (zoals mains sans jambes, jambes sans mains).
Zoals ik heb aangetoond is dit het verschilpunt waar de FN Richtlinien substantieel afwijken. De interpretatie van Steinbrechts Anlehnung door von Heydebreck stelde dit als een continue druk die moest worden aangehouden voor. Op basis daarvan zijn de Richtlinien ontstaan in 1950 die dit concept tot op heden hebben aangehouden (lees betreffende aub de initiële post en eventueel de verwijzing naar andere posts).
Het is trouwens op basis van dit pertinente verschil tussen de FN Richtlinien en de andere methodes, waaronder de Franse, dat de gehele polemiek en uiteindelijke filmverslag tussen Christopher Hess (FN) en Philippe Karl (gewezen cadre noir) op gang is gekomen (Klassisch vs classique, de teugelvoering was daar net één van de essentiële punten). Philippe Karl en zijn école de légerté beroept zich overigens nog steeds op deze Franse methode voor zijn stellingen.
Er is dus wel degelijk een beduidend verschil tussen de Franse methode van de cadre noir en de Duitse methode volgens de FN Richtlinien, zoals ik initieel heb geschetst en dat verschil berust hem op zijn minst in het al dan niet rijden met aangespannen teugels. Dit proberen te ontkennen en het foutief representeren van de methodes zonder enige vorm van aangeleverd bewijs, kan misschien wel legitimerend overkomen voor welke methode je ook gebruikt, maar het is simpelweg geen correcte vorm van argumenteren. Ik heb al gemerkt dat FN sympathisanten, wanneer zij inhoudelijk onder vuur komen te liggen, vaak terugvallen op dergelijke methodes wat een oneigenlijk beeld opwerpt. Ik denk dat ik ter zake zeer uitgebreide posts heb geschreven, ruim voorzien van heel wat argumenten en bewijzen om mijn stellingen te staven (want je moet wat ik zeg inderdaad niet aannemen), en op die manier zeer concrete bedenkingen en vragen gesteld bij het aanhouden van een druk.
Er is een verschil tussen geschreven woord en de daadwerkelijke uitvoering. Ik moet de eerste ruiter van om het eender welke klassieke rijschool nog tegen komen die geen en nooit druk gebruikt. Dat kan nl helemaal niet! Met lichtheid wordt bedoeld : zo licht als uitvoerbaar mogelijk zonder het contact en gehoorzaamheid van het paard te verliezen. Indien men de druk zou gaan meten van het meest verfijnd afgerichte paard in de klassieke dressuur vindt er op altijd druk plaats. Omdat de africhting dusdanig ver gevorderd is ervaart het publiek, de ruiter en het paard het niet meer als druk en wordt het " contact" genoemd. Men kan alle boeken op aarde wel lezen en citeren dat wil nog niet zeggen dat je interpretatie ook juist is. Geen aanleuning tijdens een gehele proef is geen klassieke dressuur maar circuswerk om precies te zijn werken in de vrijheid. Beide mag niets mis mee! Alleen bij klassieke dressuur met een zo licht mogelijke aanleuning zijn de gangen en oefeningen zuiver. Bij het circuswerk niet omdat er geen ruiter opzit die de balans aanstuurt. Het paard zal zich daarom men zo min mogelijk fysieke inspanning in de oefening storten. En dat leidt weer tot onzuivere gangen.Indien je niet op deze vragen kan antwoorden, begin dan niet ontwijkend een rookgordijn op te werpen (vage redeneringen, twijfel zaaien over andere methoden of andere methoden of personen te misrepresenteren, denigrerende opmerkingen. Ik zeg niet dat jij dit allemaal doet Piepenfiets, ik som maar enkele retorische strategieën op die ik doorheen deze discussies al heb mogen opmerken).
Het idee van een aanleuning met steeds gespannen teugels is wel degelijk uniek voor de FN Richtlinien (en de LDR). Andere methoden hebben expliciet andere principes die een dergelijke aangehouden teugeldruk niet navolgen (of aanhangers van die methoden dat steeds even correct opvolgen, is uiteraard een andere zaak). Indien je het daarmee niet akkoord bent, voer dan concreet materiaal aan waaruit blijkt dat die methode dat niet voorstaat.
Niettemin zou zelfs zo een bewijs (met name dat er andere methoden zijn die ook een continue druk beogen) de vragen die ik bij herhaling blijf stellen niet teniet doen:
met name:
Ik zal daarom de vragen nog eens herhalen:
1. Werkt de druk die wordt gecreëerd door de blijvend aangespannen teugels communicatief? Zo ja, leg die werking dan eens concreet uit en verklaar waarom die communicatie niet kan verlopen met één enkel signaal?
2. Zo niet, werkt die druk dan mechanisch in (ofwel onder de assumptie dat zij een puur mechanisch proces doorheen het musco-skelletaal stelsel van het paard bestendigd of omdat het paard op deze mechanische druk reageert op een instinctief reflexmatige wijze)
3. Indien de aangehouden druk door gespannen teugels niet communicatief werkt, noch mechanisch werkt. Waarom deze druk dan?