Citaat:door de zijgang, als die goed wordt gereden, tenminste, wordt het paard vanzelf nageeflijk. zo hoef je dus geen weerstand te bieden in de zijgangen, alleen tempo en richting aan te geven. het doel van de zijgang is het paard zachter te maken in de nek en kaak en daarnaast een vermeerderd ondertreden te vragen, zodat het ook aan de achterhand steeds beter tot dragen komt. Zo komt het paard 'durchs Genick'.
Wat de zijgangen ook verbeteren is de schouder vrijheid, de de musculus trapezius of monnikskapspier
getraind word dus sterker belast waardoor deze sterker word, de spier die de onderarm naar boven trekt als het ware.
Dan nog iets over balans wat hier steeds weer opduikt, balans is een mixvorm van Nederlands/Engels en word in andere talen niet gebruikt in deze vorm.
Hier een uitleg wat evenwicht is:
In de manege kan de ruiter zijn paard wel een houding opleggen en bij voortgezette dressuur is dit zelfs een vereiste. Bij een paard dat zich in een weinig veranderende houding voortbeweegt op vlakke bodem zal er een nagenoeg konstante gewichtsverdeling zijn over voor- en achterhand. In dit verband past dan b.v. voor een school paard dat gaat met een konstante meerbelasting op de achterhand een term als: „evenwicht op de achterhand“.
Om te bereiken dat een paard onder de ruiter in evenwicht gaat zal het aan twee eisen moeten voldoen: gehoorzaamheid en lichamelijke geoefendheid. Door gehoorzaamheid is het paard erop ingesteld de aanwijzingen van de ruiter te ontvangen en uit te voeren; de lichamelijke geoefendheid maakt de uitvoering mogelijk.
Is de inwerking van de ruiter niet storend voor het paard, maar in overeenstemming met diens aard en graad van africhting, dan wordt bij hem de harmonie der bewegingen — dus het evenwicht — niet verbroken, terwijl het toch, om aan de inwerking van de ruiter te gehoorzamen, een andere houding zal aannemen of de wijze van voortbewegen zal veranderen. Als b.v. een paard op aanwijzing van de ruiter van stap in draf, of van draf in galop overgaat, dan worden wel zijn houding en bewegingen anders; maar als de verandering van gang vloeiend verloopt en de gang regelmatig is, d.w.z. ritmisch en beheerst, dan blijft het paard in evenwicht. Geschiedt dit alles op lichte hulpen van de ruiter dan kan men spreken van rijkunstig evenwicht.