Professor schreef:Wat mij opvalt dat u bepaalde dingen door elkaar haalt, zonder aanleuning kan men ook geen halve ophoudingen geven, en halve ophoudingen is altijd gepaard gaande met een drijvende zit en drijvende beenhulpen, die na gelang het paard zijn africhtings stand steeds fijner gegeven worden.
......
Dus een combinatie van zit ophouding??? Dat is een beetje krom, omdat een halveophouding alleen met de hand gegeven eigenlijk niets met een halve ophouding te maken heeft, men noemt het dan trekken. (oftewel een terugwerkende hand, wat niet goed is).
Urielle schreef:Dat ben ik niet met u eens.
Een ophouding an sich als gegeven is puur het kort sluiten van de hand (in meer of mindere mate natuurlijk, ook afhankelijk van de gevoeligheid en graad van africhting van het paard, kan ook het even bewegen van de ringvinger zijn als de teugel hierom ligt).
Dat hier rijtechnisch gezien voldoende impuls voor nodig is omdat je anders je paard praktisch gezien alleen in elkaar trekt en daarmee paslengte verkort en rek in de bovenlijn verliest, ben ik met u eens.
Maar een ophouding op zich als term staat los van beenhulpen.
Trekken/terugwerken in de hand gebeurt door de hand terug te plaatsen of een vloeiende verbinding met de mond te blokkeren door bijvoorbeeld vast te houden. Het maken van de ophouding duurt te kort en is te fijnzinnig om echt terug te kunnen werken.
Een halve ophouding is niet alleen de hand, sorry maar dan heeft u werkelijk iets gemist bij het leren van de hulp.
Een ophouding een halve is eerst de zit en been drijvend, om de achterbenen meer te laten ondertreden, en direkt bijna gelijk de hand. En direkt daarna nageven van de hand, anders is het ordinair trekken.
Zonder halve ophoudingen kan men niet rijden, dat is zozeker als het amen in de kerk.
Het wordt de laatste jaren alleen totaal verkeerd uitgelegd, en dat is jammer.
Men denkt dat het grof is, maar men kan het subtiel geven.
En wanneer paard en ruiter deze hulp niet kennen, kunnen zij ook nooit een gang werkelijk verzamelen, wel verkorten, verkorten is nog geen verzameling.
, (vrij naar naar de molenaar die Frederik de Grote voor de rechter daagde) . Dit beginsel is niet te verenigen met het hierboven beschreven beginsel van Baucher (uit te spreken als Boosjéé, en niet Bouger, geachte Professor). In Uw opvatting zijn de han- en drijvende-inwerking olosmakelijk verbonden voor het begrip 'OPHOUDING. In die andere, van oorsprong Franse, opvatting, worden hand- en drijvende inwerking meer onafhankelijk van elkaar gezien, weliswaar in samenwerking, maar NOOIT GELIJKTIJDIG. In die opvatting wordt de ophouding ook meer gezien als een uitsluitende handeling van de hand.