Middellijn AC: Niet precies op A wenden, want je rijdt tenslotte geen wending om de achterhand.
Je moet ervan uitgaan dat je voor een wending in feite een kwartvolte rijdt. De kleinste volte die een paard in principe draait met correcte buiging is 6 meter.
Je moet dus 3 meter vóór A de wending inzetten om netjes op de middellijn uit te komen. En natuurlijk meteen kijken naar de C.
Diagonaal; ik gok altijd op een metertje ofzo voor de letter weer op de hoefslag te komen. Daar kijk ik ook heel goed na en dan komt het aardig goed.
Gebroken lijn 10 m: ik kijk naar de letter aan het eind van de diagonaal. De X zie ik door me te oriënteren op de denkbeeldige lijn EB. Als ik die kruis, zit ik op X.
Gebroken lijn 5 m: ik rijd richting de A of de C. Wenden op de denkbeeldige lijn EB. Op die manier zit je keurig 5 m van de hoefslag.