Wijken is simpel gezegd dat je paard opzij gaat voor je been.
Hoe je het meestal leert op de manege is afwenden op de middellijn, stelling naar binnen vragen en je binnenbeen iets naar achteren leggen zodat je paard voor dat been opzij gaat. De bedoeling van wijken is dat je paard opzij gaat voor de ligging van je been en niet de hoeveelheid druk die je geeft. In principe hoort je paard dus opzij te gaan als je je been ietsje naar achteren legt en lichte druk geeft. Wijken is dus een gehoorzaamheidsoefening.
In praktijk hoort het zo te zijn:

Stel je voor dat de blauwe lijn de middellijn is waarop je afwendt. Als je op die lijn bent, vraag je een beetje stelling naar binnen (niet te veel!) en leg je je binnenbeen een klein stukje naar achteren en geef je een beetje druk. Je paard moet tijdens het wijken voorwaarts-zijwaarts bewegen: hij moet opzij gaan voor je been, maar aan hetzelfde tempo voorwaarts blijven lopen. Het lichaam van je paard moet altijd volledig recht blijven (achterhand achter de voorhand) en evenwijdig lopen met het spoor waarvan je weg wijkt, in dit geval dus de middellijn. Als je paard volledig loopt zoals het hoort en goed wijkt, zullen zijn benen vooraan en achteraan mooi kruisen.
Om het met een voorbeeld van een bokker te tonen:

Dit paard wijkt voor het linkerbeen. Je ziet dat er een lichte stelling naar links is, het paard is in zijn lichaam volledig recht, de voorhand staat mooi voor de achterhand, niet té veel stelling en mooie kruising van de benen.
Veel succes ermee, maar ik zou je instructrice toch om wat extra uitleg vragen