Het voordeel van een tuigpaard is dat ze vaak goed op stemhulpen reageren. Je moet er rekening mee houden dat een tuigpaard zijn spieren anders gebruikt dan een rijpaard. Daarnaast kunnen ze opgewonden worden als ze gaan galopperen. Ze gaan dan veel te snel. Daarnaast zijn de paarden vaak aan een kant eenzijdig belast geweest. Je kan zo zeggen op welke plek een tuiger voor de wagen gelopen heeft. De paarden zijn echt scheef, stijf en lopen uit balans.
Als je van een tuigpaard een rijpaard wilt maken, dan is dat een "ombouw operatie" waar je voldoende tijd voor moet uittrekken. Je krijgt er een heel ander paard (om te zien en te rijden) voor terug. Het belangrijkste werk doe ik vanaf de grond aan de longeerlijn. Het paard gaat terug naar de kleuterklas. Dat is voor het paard eerlijker, dus prettiger en het verminderd de kans op problemen (voorpaard en ruiter). Ze reageren meestal goed op stemhulpen. Een tuigpaard kan galopperen en hoeft die gang niet aan te leren. De kunst is het paard in alle gangen volledig te laten ontspannen, los en soepel te maken in alle richtingen, de hals te laten strekken en voorwaarts neerwaarts te laten gaan. De meeste tuigpaarden met veel ervaring, hebben de neiging te overhaast, te snel en te slordig te gaan. Als ze loslaten, soepel worden en ontspannen zijn veel schakelen, ook het gebruik van balkjes (longeren/rijden) is goed voor loslaten in de rug, het vinden van evenwicht, het niet wegsnellen maar in een correct tempo gaan. De meeste problemen ontstaan, als je te snel het paard wil omvormen naar een rijpaard. Daar is echt tijd voor nodig. Met veel geduld en een rustig programma heb je het snelst succes. Het geeft veel voldoening om te doen, je wordt er voor beloond.