Eerst zorgen voor voldoende impuls en voorwaarts zijn op je been. Dan kun je handen breder, smaller, openen voor lengte, neerwaartsheid of juist neusje eruit, sluiten voor terugkomen. En daarbij ook de impuls gebruiken. Je moet ''m daar in je hand rijden waar jij ''m wil. Kost in sommige ''posities" ook wel tijd en geduld, hoor. Een paard dat bijv. graag opkrult moet je dus echt uitnodigen om te verlengen in zn lijf. Die moet je dus niet terugvragen, maar juist naar voren krijgen.