Bron: http://www.welleruiters.nl/waarop%20let ... 0jury5.htm
-een paard zal de hals nooit strekken als er geen ontspanning is
-ook zal het de hand van de ruiter alleen volgen als er vertrouwen is in de hand
Wat verder aan het 'hals strekken' is waar te nemen:
-een paard dat de hals, rug en achterhand kan/durft te ontspannen
-de mate van gymnastisering en souplesse
-het ontspannen voorwaarts gaan
-het licht aannemen van het bit
Mooi hè? En dat alles in één oefening.
Wat moet nu eigenlijk worden getoond met halsstrekken?
Volgens het proevenboekje bladzijde 21, staat de ruiter het paard toe zijn hoofd en hals in een geleidelijke beweging naar voren te brengen, met de neus voor de loodlijn tot ongeveer kniehoogte. Het tempo moet hetzelfde blijven. De ruiter dient het contact met de mond met een lichte aanleuning te bewaren.
Maar.... hoe krijg je dat dier nou zo ver?
Zorg dat je voldoende impuls hebt. Immers, de kans bestaat dat je paard zich zo ontspant dat het veel impuls verliest. In de hoek of wending voordat je begint, vraag je iets meer nageeflijkheid. Hierbij komt je paard misschien iets achter de loodlijn -geeft niets-. Wanneer je dan rustig toestaat, dus beide handen iets naar voren, kun je zien hoe je paard reageert. Wanneer hij je hand voorwaarts/neerwaarts volgt dan sta je voorzichtig verder toe, ondersteund door je benen. Als je merkt dat je paard alleen de neus naar voren steekt dan laat je het onmiddelijk, zonder te beledigen, weer nageven, maar nu iets meer. Zeer waarschijnlijk gaat hij nu iets te diep -geeft niets-. Sta vervolgens weer toe als boven.
En verder?
Als je er boven op zit kun je natuurlijk niet zien op welke hoogte je paard zijn neus houdt. Een handig hulpmiddel kan hierbij de bovenlijn van de hals zijn. Wanneer je paard met zijn achterhoofd duidelijk beneden de schoft komt, dan is zijn neus beneden de voorborst. Met behoud van impuls en nageeflijkheid is dit al goed voor een 7. Alles wat je meer kunt laten zien zal het cijfer doen toenemen, mits aaneengesloten uitgevoerd over de gehele lange zijde, diagonaal of grote volte. Dit kun je bereiken door je paard de hals niet in één keer/te snel laten strekken. Hoe sneller de neus naar beneden gaat, hoe sneller die ook weer omhoog komt! Voorts is het belangrijk om contact te houden. Hierdoor kun je onmiddellijk voelen wanneer de neus te ver naar voren gaat, of stopt met naar beneden gaan. Maak dan voorzichtig een paar ophoudingen zodat het paard weer nageeft en sta rustig weer toe. Je paard zal onmiddelijk met het hoofd omhoog komen wanneer dit te ruw gebeurt. Er is dan geen ontspanning meer. Wanneer je paard lekker door strekt loop je risico dat je impuls afneemt of dat je paard uit elkaar valt. Zorg dus dat je steeds voldoende bijdrijft/waakzaam bent. Wanneer je te veel drijft of je paard overvalt met benen dan komt het zeker met het hoofd omhoog!
Teugels op maat maken.
Aan het eind van het halsstrekken moeten de teugels weer op maat gemaakt worden. Helaas wordt voor dit onderdeel bij een aantal proeven een apart cijfer gegeven terwijl het echt bij het halsstrekken hoort. Wanneer je het halsstrekken niet kunt tonen om welke reden dan ook en je krijgt een 3, dan kun je voor het op maat maken theoretisch een 0 krijgen. Gelukkig gaan ook de collega's hier niet te streng mee om.
Omgekeerd zou je voor een goed uitgevoerde oefening een 8 of 9 kunnen halen en voor het op juiste wijze op maat maken van je teugels dus weer een 8 of 9! Helaas zie je dit te weinig.
Je teugels op maat maken kun je op drie verschillende manieren doen, of een combinatie hiervan. Ouderwets en allang achterhaald is door de teugels met één hand boven de schoft samen te nemen en met de andere hand bij de gesp in de buurt, de teugels door te halen. Je begrijpt dat hierbij de aanleuning verloren zal gaan, om van behoud van nageeflijkheid maar niet te spreken. Een tweede manier is om met de handen zó wijd te rijden dat het stuk tussen je handen op spanning komt. Door je handen voorzichtig nog wijder op te stellen wordt de afstand tussen je hand en de mond van je paard kleiner. Op het laatst doe je je handen weer bij elkaar. Het voordeel hiervan is dat de aanleuning niet verstoord wordt en je onmiddelijk een ophoudinkje kunt maken als dit nodig is. Het 'wijd' rijden met de hand is echter niet wenselijk, omdat de hals nu niet meer opgesloten is. Op dit moment wordt het meest gepropageerd om de teugels verdeeld over beide handen steeds om beurten met de andere hand in te nemen. In vier of vijf keer moeten de teugels hierbij op maat zijn. Door dit thuis te oefenen en rustig uit te voeren wordt het totaal beeld het minst verstoord. Een 9 moet hierbij te halen zijn!
Wat kan er fout gaan?
Specifieke fouten bij dit onderdeel kunnen zijn:
- je paard gaat rennen, door spanning of te veel impuls. Controleer je paard bij twijfel vòòr je begint, door in de hoek al even toe te staan.
- je paard valt uit elkaar / impulsverlies. Zorg voor voldoende impuls en gooi je teugels nooit los.
- je paard trekt de teugels uit je handen, naar voren/omhoog of naar beneden. Zorg voor behoud van nageeflijkheid en sta rustig toe. Sluit op tijd je hand.