Nagefelijkheid is iets wat ontstaat uit constante aanleuning en impuls: het paard zoekt de hand van de ruiter op en duwt een beetje tegen het bit aan. Daarbij ontspant hij zijn kaak- en rugspieren en zal hij losser gaan bewegen. Dit voelt alsof je paard op elk gewenst moment elke oefening op de kleinst mogelijke hulp kan rijden die jij vraagt.
'Nagefelijkheid' is een ander (naar mijn mening een beter) woord voor 'aan de teugel', maar heeft niets te maken met 'in de krul'.
Ik heb een paar foto's voor je gezocht om duidelijk te maken wat ik bedoel:

Voorwaarts-neerwaarts, nagefelijk, constante aanleuning, los in de kaak en rug.

Hetzelfde paard als hierboven, maar nu in de oprichting. Nog steeds mooi los in de rug en kaak. Het achterbeen treed mooi onder en het paard is helemaal klaar voor elke gevraagde beweging.

Dit paard loopt in de krul, maar is niet nagefelijk: er veel spanning in de rug en kaak en het achterbeengebruik is minimaal. De ruiter heeft in dit geval ook geen aanleuning (er zitten boogjes in de teugels)