Hij gebruikt ook de 1-2-3 methode, maar met wat nuance.
Aan de longe: stemhulp - tijd geven voor reactie! - nog een keer stemhulp - tijd geven voor reactie - zweep. Reageert je paard dan wel, hooguit 4 passen laten draven, maar daarna direct weer terugnemen en opnieuw met stemhulp beginnen.
Reageert je paard ook niet op zweep, dan stilzetten, andere oefening doen (wijken, wending achterhand) en opnieuw beginnen. Pas dóór laten draven als-ie op de eerste stemhulp aandraaft.
Maw, je vertelt 'm iedere keer dat het wel aardig is dat-ie reageert op de zweep, maar dat het de bedoeling is dat-ie eerder reageert.
Maar, je moet 'm ook de tijd geven na te denken en te besluiten, oh ja, stemhulp, ik moet iets.
Doe je stemhulp-stemhulp-tik zonder pauzes en zonder iedere keer weer opnieuw te zeggen: ho, ik wil dat je dírect reageert, train je je paard in feite op: "pas bij 3-tik moet ik wat doen."
En op die manier lijkt het kwartje eigenlijk bij ieder paard dat traag is heel snel te vallen. In ieder geval bij deze trainer

Onder het zadel is het stemhulp - tijd geven voor reactie - beenhulp - tijd geven voor reactie - tik. Zodra-ie draaft, stoppen, en opnieuw. Niet blij zijn "hè, hè, eindelijk draaft-ie", maar blijven vragen tot-ie wel op die stemhulp (of beenhulp) reageert.