Citaat:Artikel 119 - De verzorging van het geheel
Conditie en toilettering paard/pony
Het paard/de pony wordt in wedstrijdconditie voorgesteld. Het al dan niet dragen van
hoefijzers
is voor de beoordeling niet van belang. Voor de wijze van het correct toiletteren
van het paard/de pony wordt een aantal mogelijkheden gegeven in voorkeursvolgorde.
Voor paarden en pony’s van rassen waarbij een andere wijze van toilettering gebruikelijk
is, zoals Fjorden, Haflingers, IJslanders, Shetlanders en Friezen, is deze voorkeursvolgorde
uiteraard niet van toepassing.
De manen:
a. Gevlochten in één enkele rij van dubbel geslagen vlechtjes of knotjes die afgewerkt
mogen zijn met wit band. De maantop mag daarbij los blijven, maar moet dan over
de frontriem worden gedragen.
b. Los gedragen goed verzorgde naar één zijde liggende manen van gelijke lengte.
c. Op andere wijze dan onder (a) aangegeven ingevlochten manen.
d. Totaal afgeschoren manen.
Bij voorkeur wordt vlak achter de oren een stukje manen verwijderd (‘derde oor’), zodat
het hoofdstel een goede ligplaats heeft.
De bovenkant van de staart:
a. De haren van de staart ingevlochten over een afstand van tenminste een vierde deel
van de staartwortel. Het mee vlechten van gekleurde linten wordt voor dressuurwedstrijden
minder op prijs gesteld.
b. De haren van de staartwortel ‘bijgetrokken’.
c. De haren van de staartwortel ‘bijgeknipt’of ‘bijgeschoren’.
De onderkant van de staart:
a. recht afknipt. De lengte in ‘gedragen’ toestand reikt tenminste een handbreedte
onder de spronggewrichten.
b. gedragen in niet bijgewerkte toestand, lengte als onder (a).
In de reglementen zie ik niks staan over de sokken, en dat een hengstenvlecht niet gewaardeert zou kunnen worden (zie dikgedrukte)

: let op de knik in de pols, blijf subtiel in het contact met de mond. Handen mogen hier en daar wat dichter bij elkaar (zo`n Groninger nek nodigt uit ze verder uit elkaar te doen, ik weet `t