Zo als eerder gezegd zie ik in de wendingen niet zo veel ondersteuning van jou, alleen een binnenhand die de bocht in zet. Twee benen er aan houden en wat betreft je handen: neem ze een beetje op maat, en begeleid hem, in plaats van te trekken (sorry dat dit bot klinkt, ik kan even geen ander woord vinden, ik bedoel in ieder geval dat jouw handen ongeveer op dezelfde plek blijven).
Ik heb voor een jaar geleden een keer een les gekregen van een instructeur die mij echt het licht heeft laten zien wat betreft wendingen. Hij legde het mij zo uit:
Bij een wending moet je als het ware de deur open doen voor de koningin (dat gevoel). Je zet de wending in door eerst stelling te vragen: binnenhand een stukje van de hals af. Je ondersteunt goed met je benen: buitenschouder goed in de wending houden door je buitenbeen(ik zie namelijk bij jou vooral de buitenschouder niet meebuigen in de wending), en hem niet naar binnen laten vallen door je binnenbeen eraan te houden. Als je feitelijk de bocht door gaat beweeg je buitenhand een klein beetje naar voren en open je je hand, je geeft ruimte om de bocht te maken. Wanneer je buitenhand juist meer gesloten houdt en binnenbeen geeft, begeleid je naar een zijgang (even om het verschil aan te geven).
Verder zou ik je beugels een gaatje korter doen, je hebt dan meer steun en zult waarschijnlijk je tenen minder uitdraaien.