En Monster was BOOS. Boos op de hele wereld en mensen in het bijzonder.
En dus heb ik hem in het begin naar buiten gebracht, weer binnen gehaald, uitgemest, gevoerd en gezelschap gehouden en verder niks.


En toen kwam Amable en gingen we dingen doen. Monster leerde kusjes geven:

Een bit inhappen (want als je het zelf doet is het niet erg)
Aan de hand werken

Werkoverleg

In januari had Monster een ongeluk in de paddock, zijn voorbeen lag open. Dus weer terug naar maar gezelschap houden. Wat een stress. Hij was bang, had pijn en vond boxrust verschrikkelijk. Ondanks dat hij ontzettend veel hooi kreeg, is hij enorm afgevallen.

Eens hij hersteld was (nadat de hechtingen eruit knapten, wat nóg een week boxrust opleverde) was hij heel bang geworden om te lopen. En dus gingen we met de fysiotherapeut aan de slag. Balkjes lopen, door water (heel eng), rondjes draaien, allerlei ondergronden proberen. Langzaam ging het beter, maar hij struikelde nog heel veel.
De smid kwam weer en met therapeutisch bekappen en lopen met de fysio ging het beter. En Monster kwam aan.
Toen hij weer voldoende op gewicht was, zijn we weer gaan spelen met zadels en hoofdstellen, en eindelijk was het grote moment daar:
Ik zat erop!

Dat was voor herhaling vatbaar:

De trailer hebben we ook nog aangepakt, tot hij erin stond

De wei was ook heel spannend, want aan de hand grazen was hij gewend.
Maar ook daar kwamen we uit

En inmiddels is Monster het grappigste paard wat ik ken.
Want als je bekapt wordt en je verveelt je, ga je gewoon de oud papierbak overhoop halen, gooi je met borstels, sla je je baasje met een zweep en bijt je de bekapper in zijn billen (maar niet hard, gewoon omdat het kan).
Je kunt ook je eigen halstertouw pakken en jezelf begeleiden naar de baan.
Helaas heb ik voor de tweede keer COVID gekregen en is mijn energie nog steeds niet op peil.
Maar volgend jaar ga ik Monster doorrijden
