Men neme een ruiter en paard:


De ruiter laat zich voorzichtig achter het zadel glijden:

Daarna gaat de ruiter liggen, zodat het naar beneden glijden makkelijker wordt:

Een geoefende ruiter kan de handen loslaten:

Dan laat de ruiter zich van de kont glijden:

En klaar!
Wie A zegt moet ook B
.