Proven, je rijdt erg vriendelijk! Ik denk dat je met iets meer impuls en teugelcontact ook gelijk het omhoogkomen in het wenden zult voorkomen. Ook zal ze met meer impuls beter naar het bit gereden worden en dan zal ze bijv in het hals strekken je hand ook beter gaan volgen. Verder vind ik dat ze meer lengtebuiging mag hebben in de slangenvolte. Wat voor mij een heel fijne oefening is, is om thuis je slangenvoltes te oefenen met een volte in elke draai, dus stel je bent op de linkerhand, je wendt af voor je eerste lus en draait daarin eerst een kleine volte linksom zodra je de hoefslag verlaat. Als je volte klaar is rijdt je gewoon je lus zoals normaal af en dan naar de volgende lus rechtsom, waar je weer een kleine volte draait, dit keer rechtsom. Dit doe je dus bij elke lus van je slangenvolte. Ik merk dat ik hier betere lengte buiging van krijg en meer schouder controle.
In het wijken kun je proberen om nog meer je buitenteugel eraan te houden, af en toe een ophouding daar, zodat je paard zijn binnen achterbeen er beter onder gaat brengen.
In het verruimen in de draf, vind ik dat ze betere impuls krijgt! Als je daar echt punten wil scoren zul je meer flitsend weg moeten komen, wat meer risico nemen. Enkel doen als je kans van slagen hebt natuurlijk, als ze wegschiet of eruit knalt met haar hoofd als je dat doet, dan misschien nog even thuis door oefenen voor je echt gaat knallen op wedstrijd.
Je hebt een fijn paard en zit zelf erg netjes. Als jullie de impuls iets meer voor elkaar hebben en wat flitsender kunnen gaan rijden, dan komen jullie een heel eind! Ik heb al een tijd geen Nederlandse proeven en jury's meer gezien, maar wat mij betreft kan je met deze brave proef best een WPtje behalen!
Wees niet bang dat je haar in een houding trekt, als jij je hand netjes stil houdt en haar iets meer steun biedt, dan zal zij ook meer je hand gaan opzoeken waardoor jullie verbinding stiller en constanter wordt!
Als je je impuls wilt verbeteren, dan raad ik je echt aan om consequent te zijn. Been=reactie. Vandaag, morgen, bij een goede dag, slechte dag, als het koud is, jij moe bent. Altijd. Dus overgangen rijden en veel reactie vragen. En vergeet niet voor een overgang naar voren even je paard alert te maken dat de overgang eraan komt. Even een klikje met je stem, of een halve ophouding zodat ze weet dat er iets aan komt maakt de overgang veel vloeiender dan enkel been waarmee je veel paarden (zeker in het begin vd opleiding) wat overrompelt.