Moderators: Coby, balance, Dyonne, Sica, C_arola, Neonlight, Firelight
Evelike schreef:Iedereen mag natuurlijk zijn eigen mening hebben, maar wij willen toch proberen om ook mensen te overtuigen om in te gaan zien waarom een staart gecoupeerd wordt.
Ten eerste willen mensen die al jaren met deze paarden fokken, een gecoupeerde staart bij een paard. Dit vinden ze gewoon mooier uitzien en hoort bij het ras. Dit is natuurlijk een mening van een fokker.
Maar ook als het om hygiëne gaat, is een korte staart zelfs beter.
Een trekpaard heeft zo'n zware staart, het paard kan die bijna niet optillen (een enkeling wel). Dus uitwerpselen blijven erin hangen, komen nog meer vliegen op af, gaan eitjes erin leggen, maden, en ondertussen in ernstige gevallen krijgt het paard myasis (maden vreten zich naar binnen). En dit kan de dood tot gevolg hebben.
Ook als een merrie gedekt wordt, kan de staart helemaal niet op zij door de zwaarte. Nu kan er wel een bandage om gedaan worden of vlechten, maar wat als die niet op zij kan.
En als een merrie een veulen heeft gekregen is het een enorme troep. Alles blijft in die staart hangen (is te voorkomen door te bandageren van te voren, maar stel dat die merrie je verrast), merrie slaat eens met de staart en ondertussen zit haar hele kont onder bloed. Ook hier komen weer vliegen, enz. op af.
En geen enkel paard komt met de staart tot op zijn hoofd om de vliegen weg te jagen. En op het hoofd bij de ogen bevinden zich toch de meeste vliegen. Als ik een kudde trekpaarden zie, met lange en korte staarten dan hebben de paarden met lange staarten meer vliegen dan die met de korte. Gewoon omdat er mest en alles in die staart blijft hangen. Een trekpaard met korte staart heeft dit niet.
Ook kunnen ze veel eerder achter mok aan de benen krijgen door al het vocht.
stef schreef:Als stamboeken (bijv KVTH) nu eens beginnen met invoeren dat een paard, geboren na 2000 (uit mijn hoofd is toen het verbod ingegaan) niet welkom is op de keuring,
Toydoll schreef:
Wat betreft de mok, trekpaarden/koudbloeden zijn hier helemaal niet genetisch bepaald voor, het is niet aangeboren.
Het heeft te maken met de doorgefokte sokken, hierdoor kan de urine in het stro lekker in de voeten trekken, en daardoor gaan irriteren! Afscheren die handel, goed ontsmetten, schoonhouden, even niet op stal (liefst op paddock met zand en verhard, of weiland) en het is zo weg. Als je de sokken weglaat komt het ook niet terug. De staart verergerd echt helemaaaal niets hieraan.
izzy1985 schreef:Dit heeft er o.a. mee te maken. Maar doordat met die paarden, die hierdoor mok van hebben gekregen, gefokt is, is er een overgevoeligheid ontstaan in de genen. Verdiep je er maar es verder in...
Citaat:Mok (la gale des pattes, Mauke, Grapes) is een onnauwkeurige klinische term die eigenlijk drie verschillende pathologische entiteiten dekt. De eerste entiteit is een eczemateuze progressieve dermatitis van de kootholte (eventueel uitbreidend naar proximaal), die voorkomt bij warmbloeden en volbloeden na langdurig contact met een vochtige en vuile omgeving. Dit letsel is reversibel en geneest vaak spontaan na overbrengen naar een droge en reine omgeving. De tweede entiteit is een infectie met de schurftmijt Chorioptes bovis. Deze komt meest voor bij koudbloeden, vooral wanneer ze rechtstreeks of onrechtstreeks contact hebben met schapen of runderen. Klinisch is deze eerder milde entiteit gekenmerkt door keratine schilfers in het kootbehang en milde jeuk. Het meest typische symptoom is op de grond stampen met de achtervoet. De derde entiteit is een chronisch progressieve irreversibele hyperplasie van dermis en hypodermis in de kootholte die voorkomt bij koudbloedpaarden. De lezing zal specifiek handelen over deze laatste entiteit. Er bestaat geen officieel internationaal erkende benaming voor deze entiteit. Voorlopig gebruiken wij de beschrijvende term "chronic progressive hyperplastic pastern dermatitis" (CHPD). Onderzoek naar CHPD loopt sinds ongeveer 3 jaar met beperkte eigen financiële middelen aan het laboratorium voor pathologie van de huisdieren van de Universiteit Gent (dierenarts L. Van Brantegem)in samenwerking met de klinische diensten van de faculteit en met U.C. Davis, Californië (Dr. G. Ferraro, Dr. V. Affolter, Dr. H. De Cock). De initiatiefnemer en stuwende kracht achter dit onderzoek is Dr. H. De Cock.
Definitie en klinische betekenis
CHPD is gekenmerkt door verdikken van de weefsels van de dermis en hypodermis in de kootplooi. Deze verdikkingen manifesteren zich als dwarse weefselplooien. Bij erge gevallen zijn er ook wratachtige knobbels, die zelfs voorkomen op de dorsale zijde van de koot, en palmair en plantair uitbreiden tot proximaal van de kogel. Er kan zelfs hypertrofie en vervorming zijn van de kroonrand, hetgeen kan leiden tot brokkelige wandhoorn van de hoef. Het kootbehang kan deels verdwijnen. De nog overblijvende haren zijn stug, dik en stekelig. Vaak is er in de kootholte ook eczeem. Tegelijk kan er infectie zijn met Chorioptes bovis. Er ontstaan kloven en er kan een stinkende geur verspreid worden. De dieren hebben jeuk en gaan schuren. Terminaal gaan de onderbenen opzwellen en ontstaat er lymfangitis. CHPD is niet alleen een esthetisch probleem omwille van de alopecie en de hyperplastische nodulaire letsels. Het verkort ook de levensverwachting, omdat vele dieren geëuthanasieerd of geslacht worden omwille van ergheid van de letsels. Dit legt een belangrijke hypotheek op de fokkerij, omdat de fokwaarde van de dieren pas nauwkeurig gekend is op het ogenblik dat ze reeds afgevoerd zijn omwille van CHPD.
Prevalentie
In principe is CHPD een typisch probleem van koudbloeden. Het komt niet voor bij volbloeden, en ook niet bij warmbloeden en quarter horses. Ook niet alle koudbloedrassen zijn even erg belast met het probleem. In de US zijn de Shires en Clydesdales zeer erg aangetast, terwijl Percherons het probleem niet hebben. Het is wetenschappelijk moeilijk met zekerheid uit te maken wanneer het probleem voor het eerst is opgedoken bij het Belgisch trekpaard. Wel is duidelijk dat oudere generaties dierenartsen reeds meenden te beschikken over allerlei remedies en middeltjes tegen deze kwaal. Op dit ogenblik komt het probleem in elk geval bij het Belgisch trekpaard zeer veel voor. Men neemt aan dat hengsten meer problemen zouden hebben dan merries. Onderzoek van prof. F. Verschooten aan de Universiteit Gent over een periode van 7 jaar bij 161 Belgische trekpaard hengsten van 2,5 jaar oud toonde bij 69% van de dieren klinisch waarneembare letsels, ten minste onder de vorm van een dwarse dikke weefselband in de kootplooi.
Pathologie en pathogenese
Tot zeer recent was er over de pathogenese en zelfs over de pathologie van CHPD in de wetenschappelijke literatuur vrijwel niets bekend. Nu is daar verandering in gekomen. De Cock et al. (2003) hebben gedurende 1 jaar dissecties gedaan van terminale gevallen van CHPD bij voornamelijk Shires en Clydesdales. Zij vonden naast de hoger beschreven klinisch waarneembare afwijkingen bovendien dat de hyperplastische letsels in de kootstreek bestonden uit oedeem, bindweefsel en sterk verdikte, kronkelende en ontstoken lymfevaten. Bij deze sterk aangetaste dieren vonden zij microscopisch een hyperplastische en hyperkeratotische epidermis, een sclerotisch verdikte dermis en hypodermis, en een dikke bindweefselige mantel rondom sterk vergrote lymfevaten. Bovendien vonden zij aanwijzingen voor een wijziging in de hoeveelheid elastine in deze weefsels.
Eigen onderzoek
Voor dit onderzoek worden lijkschouwingen uitgevoerd op Belgische trekpaarden en op warmbloeden (als controle populatie). Tevens worden bij levende Belgische trekpaarden huidbiopten genomen in de hals en zijdelings aan de koot. Van dezelfde dieren worden ook bloedstalen genomen. Ook van warmbloed paarden worden bloedstalen genomen. Van sommige Belgische trekpaarden worden bovendien urinestalen genomen. Op de huidstalen wordt een klassiek histopathologisch onderzoek uitgevoerd. Bovendien worden immunohistochemische kleuringen gedaan om elastine aan te tonen. Met behulp van een automatisch beeldanalyse systeem wordt hiermee de hoeveelheid elastine in de dermis bepaald. Op de bloedstalen worden antistoftiters bepaald tegen elastine met behulp van een nieuw ontwikkelde ELISA. Gelijkaardige stalen worden in Californië genomen van Shires, Clydesdales, Percherons en Quarter horses.
Voorlopige resultaten, bekomen bij Shires, wijzen erop dat de hoeveelheid elastine in de dermis bij klinisch aangetaste dieren zou toegenomen zijn. Deze resultaten wijzen op een mogelijke analogie met het probleem van "solar elastosis" bij de mens. Bij deze laatste aandoening wordt er "afunctionele" elastine aangemaakt, terwijl de oorspronkelijke "normale" elastine afgebroken wordt, met als netto resultaat een toename in de totale hoeveelheid elastine in de dermis.
Voorlopige resultaten van het serologisch onderzoek wijzen erop dat in de controle populatie bij klinisch normale dieren constant zeer lage antistof titers aanwezig zijn tegenover elastine. Dit is in tegenstelling tot de situatie bij de mens, waar de klinisch normale populatie een geleidelijke stijging van antistoftiters tegen elastine vertoont met een maximum rond de leeftijd van 50 à 60 jaar. Dit zou kunnen betekenen dat de Treg populatie bij normale paarden efficiënt blijft werken tot hogere leeftijd, daar waar dit bij mensen minder het geval zou zijn. Voorlopige resultaten bij klinisch aangetaste Belgische trekpaarden wijzen in de richting van een stijging van de antistoftiters tegenover elastine. Dit zou er kunnen op wijzen dat een auto-immuunreaktie tegen de lichaamseigen elastine mede een rol zou kunnen spelen in de pathogenese van CHPD.
Deze nieuwe inzichten in de pathogenese van CHPD bieden perspectieven voor nieuwe bestrijdingsmiddelen en –maatregelen, die op termijn moeten toelaten om dit probleem onder controle te krijgen.
josboere schreef:goh ik vind het wel een interesante vraagstelling
nu lees ik ook dat fokkers het dus mooier vinden ?? nou er zijn zat fokkers die daar anders over denken. zeker nu het trekpaard steeds meer in trek komt voor andere doeleinden.
groet
Jos Boere
merrieveulen schreef:ik vind het een vreemde vergelijking, castreren en couperen. couperen, daar heeft het paard amper baat bij, ondanks de voorbeelden die je geeft. castreren is vaak noodzaak, omdat niet iedereen met hengsten kan omgaan, en dus veel hengsten zonder reden afgemaakt zouden gaan worden. castreren wordt naar mijn mening ook vaak te snel gedaan, daar niet van... couperen is ook onder verdoving pijnlijk, want zo'n verdoving werkt ook uit.
eigenlijk wordt het enkel nog gedaan 'omdat het bij het ras hoort'. ieder paard kan zijn staart optillen, en als die echt te zwaar is kan je ook aan de zijkant wat afknippen, of in de lengte. ik vind het geen reden voor couperen. bij veel paarden met zwaar behang zie je snel mok, maar die worden ook niet allemaal gecoupeerd. bovendien is de staart er inderdaad om de geslachtsdelen te beschermen, tegen slecht weer, en noem maar op. met zo'n bolletje is dat onmogelijk.
nee, ik vind dat er niks te zeggen is vóór couperen, tenzij om een medische reden.
Evelike schreef:merrieveulen schreef:ik vind het een vreemde vergelijking, castreren en couperen. couperen, daar heeft het paard amper baat bij, ondanks de voorbeelden die je geeft. castreren is vaak noodzaak, omdat niet iedereen met hengsten kan omgaan, en dus veel hengsten zonder reden afgemaakt zouden gaan worden. castreren wordt naar mijn mening ook vaak te snel gedaan, daar niet van... couperen is ook onder verdoving pijnlijk, want zo'n verdoving werkt ook uit.
eigenlijk wordt het enkel nog gedaan 'omdat het bij het ras hoort'. ieder paard kan zijn staart optillen, en als die echt te zwaar is kan je ook aan de zijkant wat afknippen, of in de lengte. ik vind het geen reden voor couperen. bij veel paarden met zwaar behang zie je snel mok, maar die worden ook niet allemaal gecoupeerd. bovendien is de staart er inderdaad om de geslachtsdelen te beschermen, tegen slecht weer, en noem maar op. met zo'n bolletje is dat onmogelijk.
nee, ik vind dat er niks te zeggen is vóór couperen, tenzij om een medische reden.
Castreren en couperen zijn beide uit veiligheid
Castreren wordt gedaan omdat de hengst dan wat rustiger zal worden.
En couperen wordt gedaan zodat de staart niet over de leidsels kan slaan, en vanwege medische redenen (myasis, vaginale infecties). En als ze myasis krijgen sterft het paard ook.
stef schreef:Als stamboeken (bijv KVTH) nu eens beginnen met invoeren dat een paard, geboren na 2000 (uit mijn hoofd is toen het verbod ingegaan) niet welkom is op de keuring, moet je eens zien hoeveel mensen ineens niks meer om couperen geven. Stamboeken hebben hier de hand in. Zolang stamboeken het toe blijven staan dat paarden in frankrijk gecoupeerd worden, zal dit ook blijven gebeuren.
Ik heb zelf vroeger bij een boer "gewerkt" die 5 trekpaarden had. 3 hengsten zonder staart, 2 merries met staart. De staarten van de merries waren alleen vuil in de hengstigheid of als ze aan de diaree waren. Nouja, slang erop, flink wat antiklit erin om het haar glad te maken en probleem opgelost.
Alle 5 de paarden waren trouwens in die staat aangeschaft.
met de merrie's reed hij aangespannen voor de marahon wagen. De staarten werden dan altijd opgebonden. Was wel even werk (met tape enzo) maar werkte prima.