Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Strasser visie

Uit Bokt

Laat je altijd deskundig voorlichten en begeleiden bij de hoefverzorging van je paard.

Hoefproblemen worden volgens Hiltrud Strasser vaak veroorzaakt door de gebruikelijke manier van het houden van paarden die afwijkt van de omstandigheden zoals die in de natuur voorkomen. Daarnaast is ze van mening dat hoefijzers nadelige gevolgen voor het paard inhouden. De door haar ontwikkelde omstreden methode gaat uit van de onbeslagen hoef en het paard dat zo natuurlijk mogelijk wordt gehouden: omstandigheden die zoveel mogelijk aansluiten bij de natuurlijke behoeften van het paard zoals die evolutionair bepaald is. Op die manier worden gezondheidsproblemen en kreupelheden mogelijk voorkomen én genezen. Hoefproblemen worden volgens H. Strasser vaak veroorzaakt door slechte levensomstandigheden en de nadelige effecten die door hoefijzers veroorzaakt worden.

Nuvola actions next.png Zie Strasser methode voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Gezondheid en omgeving

Er zijn grote verschillen tussen de traditionele opstalling van paarden en de natuurlijke omgeving van paarden.


Omgevingstemperatuur

Wilde paarden overal ter wereld, in koude en warme streken, worden hun hele leven blootgesteld aan weer, wind, zon, storm en schommelende temperaturen. Toch zoeken de dieren geen afgesloten plaatsen op als beschutting, enkel struikgewas of groepen bomen. Door een ingenieus systeem kan het paard zijn lichaamstemperatuur onder al die omstandigheden handhaven op 38 graden.

  1. Vacht: de vacht die zich tweemaal per jaar vernieuwt, past zich aan de verschillende basistemperatuur per seizoen aan. Ook kan het paard door kleine spiervezels die met de haarschachten verbonden zijn de haren oprichten of platleggen. Door het omhoog zetten van de haren kan een paard lucht vasthouden tussen de haren, dit werkt als een extra isolatielaag.
  2. aders: (Slag)aders kunnen uitzetten, waardoor het bloed dichter naar het huidoppervlak gebracht wordt, zodat het bloed zich kan afkoelen aan de buitenlucht.
  3. Zweten: Het paard is een van de weinige zoogdieren dat via de huid kan zweten. Zweet dat verdampt, koelt de huid af.
'Foto van een veulenhoef die dagelijks contact heeft met harde ondergrond

Paarden die in stallen worden gehouden, kunnen abrupte temperatuursveranderingen ondervinden. Bijvoorbeeld in de winter: als het op stal 20 graden is en je gaat een buitenrit maken op een koude winterdag met -2 graden. Als het paard buiten de stal komt, ervaart het paard een temperatuursverschil van 20 graden binnen enkele seconden. Hoewel in de natuur ook extreme schommelingen voorkomen (woestijn ’s nachts vorst en overdag 40 graden) verloopt dat vele malen geleidelijker.

Knippen en scheren is volgens Strasser niet alleen onnodig, maar ook nadelig: een geschoren vacht is veel minder effectief en in een korte vacht kan een paard minder lucht vasthouden als het de haren rechtop zet bij kou. Het meest verraderlijk is het als een paard slechts deels geschoren is: de niet geschoren gedeeltes zullen te warm zijn en de geschoren gedeeltes te koud. Ditzelfde geldt volgens haar voor het gebruik van dekens: niet bedekte gedeeltes raken onderkoeld en bedekte gedeeltes oververhit.

Beweging

Gemiddeld leggen wilde paarden zo’n 15 tot 25 km per dag af, al grazend. Een paard dat in een box leeft en een uur per dag bereden wordt, beweegt hooguit een paar kilometer per dag. Deze beweging is dan ook nog eens geconcentreerd in een klein deel van het etmaal en is niet verspreid over de dag. Dit kan leiden tot verminderde doorbloeding van het hele paard, en mogelijke hoeven- en botafbraak als gevolg van hiervan. Daarnaast wordt door dr. Strasser de houding van het paard onder de ruiter als in veel gevallen onnatuurlijk gekenmerkt.

Voeding

De natuurlijke voedselopname is vrijwel continu door constant grazen. Paarden die twee à driemaal per dag worden gevoerd, hebben mogelijk niet alleen pijnlijke honger (die kan resulteren in luchtzuigen, kribbebijten etc), maar lopen ook het risico op darm- en maagproblemen (maagzuur, koliek etc). Ook tandproblemen kunnen worden veroorzaakt doordat er te weinig speeksel wordt aangemaakt waarmee de tanden worden beschermd. Bovendien zitten in krachtvoer vaak suikers. Een opgestald paard dat zich tussen de maaltijden tegoed doet aan stro, kan hiermee de lever beschadigen; bij het verteren van grote hoeveelheden stro worden ammoniakcomponenten (ammonia en ammonium) in de darmen gevormd die via de darmwand en het bloed de lever bereiken.

Lichaamshouding

Een paard kent geen vast dag- en nachtritme, zoals de mens. Paarden slapen ongeveer vier tot zes uur verdeeld over het hele etmaal. Het grazen wordt op verschillende momenten onderbroken voor korte periodes van rust die van een paar minuten tot een half uur duren, met uitzondering van veulens die langer kunnen slapen. Paarden slapen veelal staand; ze gebruiken nauwelijks energie om rechtop te staan. Dit komt doordat de gewrichten van het been in een bepaalde hoek gefixeerd kunnen worden. Wanneer het paard het hoofd laag heeft, draagt de voorhand het meeste gewicht en de tenen dragen meer gewicht dan de hielen van de hoef, maar ook wanneer het paard in stap of in draf beweegt, blijft het hoofd laag en wordt het hoofd niet hoger gedragen dan de eigen schoft.

Traditioneel opgestalde paarden zullen hun hoofd grote delen van het etmaal omhoog hebben, omdat ze met het hoofd omlaag in de box geen soortgenoten kunnen zien. In een box zullen ze hun hoofd vaak over de boxdeur houden om oogcontact te hebben met andere paarden. Hierdoor verschuift het zwaartepunt van het paard in zijn lichaam, maar ook in zijn hoeven.

Ook het eten uit voerbakken of ruiven kan leiden tot problemen, deze staan meestal niet op de grond. Met het hoofd laag zijn de luchtpijp en slokdarm vrij, ruim en lopen in één lijn door. Met opgeheven hoofd ontstaat een bocht in de luchtpijp en slokdarm waardoor het paard zich sneller kan verslikken en voedsel blijft hangen.

Contact hoeven met water en vet en olie

In het wild hebben paarden dagelijks meerdere malen contact met water met hun hoeven: tijdens het drinken in meertjes, het lopen over natte ondergronden, regen en dauw. Hoeven van traditioneel opgestalde paarden komen minder vaak in contact met water, meestal bij het afspuiten van het (bezwete) paard. Absorptie van water maakt de hoeven elastisch en soepel, wat op zijn beurt overmatige slijtage voorkomt. Vergelijk het maar met een natte spons die je over straat ‘schraapt’ en een knetterharde opgedroogde spons die je over straat schraapt.

Bij opgestalde paarden kunnen de hoeven uitdrogen als er in hun omgeving onvoldoende water aanwezig is. Bovendien onttrekken veel bodembedekkers in stallen vocht aan de hoef, omdat ze ontwikkeld zijn om zoveel mogelijk urine op te nemen. Uitgedroogde/droge hoeven slijten sneller en zijn minder elastisch; ze kunnen daardoor ook minder goed schokken absorberen en het hoefmechanisme wordt hierdoor aanzienlijk verminderd. Het regelmatig insmeren van de hoef met vet of olie kan door het afstotende karakter dit effect nog versterken.

Rustplaatsen

Rustplaatsen van paarden in de natuur zien er in de ogen van mensen weinig comfortabel uit: geen dak, geen zachte ligplaats, weinig beschutting etc. Echter, paarden zijn prooidieren die zich niet verschuilen, hun leven hangt af van het snel kunnen wegrennen van het roofdier. Júist als zij slapen is het belangrijk dat ze de omgeving goed kunnen overzien en hun soortgenoten goed kunnen zien, omdat die op wacht staan. Paarden kiezen uit zichzelf als beschutting vaak de helling van een heuvel op of gaan een bos binnen wanneer zij last hebben van insecten. Wind en frisse lucht zijn altijd aanwezig. In veel stallen is te weinig luchtcirculatie. Behalve met opsluiting kan een paard in een box ook nog geconfronteerd worden met verveling waaruit weer allerlei stalondeugden kunnen ontstaan. Volgens Dr. Strasser zegt het feit dat een paard min of meer gehoorzaam in zijn stal staat, alleen dat hij weet waar het zijn eten kan vinden en dat zijn instincten kunnen worden onderdrukt.

Ondergrond voor hoeven

In het wild komen hoeven in aanraking met verschillende ondergronden, hard en onregelmatig. Opgestalde paarden staan een groot deel van de dag op zachte bodembedekking in hun box (stro, vlas, zaagsel etc) en veel bodems van rijhallen en rijbakken zijn ook van zacht materiaal. Hoeven ondervinden hier te weinig slijtage en tegendruk.

Sociale contacten met andere paarden

Groomen

Paarden in het wild leven in kuddeverband. Een paard alleen is ten dode opgeschreven. De kudde biedt bescherming, verzorging en sociale contacten. Bij traditioneel opgestalde paarden, worden paarden belemmerd in hun behoefte aan sociaal contact. Boxen worden gescheiden door tralies of dichte zijwanden en kunnen elkaar niet overal aanraken en besnuffelen. Ook ‘groomen’, net zo belangrijk als ‘vlooien’ bij apen voor het onderhouden van sociale contacten, wordt onmogelijk gemaakt. Veulens worden afgespeend in plaats van dat zij zich langzaam in de kudde losmaken van hun moeder. Een paard moet soortgenoten kunnen zien, aanraken, ermee spelen en omgaan. Als aan deze voorwaarden niet voldaan is, kan dit betekenen dat de lichamelijke en geestelijke gezondheid eronder leidt. Daarnaast ziet Dr. Strasser de moderne manier van fokken als onnatuurlijk omdat het normale proces van ‘elkaar het hof maken’ niet toegestaan wordt. Hengsten wordt hun sperma kunstmatig afhandig gemaakt op een kunstmerrie die zij dekken. Het sperma wordt vervolgens ingebracht bij de merrie zonder dat de hengst hier nog aan te pas komt. In de gevallen waarbij nog wel gedekt wordt, is het contact met de hengst vaak maar kort en is er vaak sprake van een gedwongen dekking waarbij de merrie vastgebonden wordt.

Bescherming

Afgezien van opgedroogde modder (insectenwerend) kan het paard zich in de natuur nergens mee bedekken. Onder omgevingstemperatuur is al verteld welk effect scheren en dekens hebben op de warmtehuishouding van een paard.

Schadelijke effecten van hoefijzers

  • Gebrek aan slijtage, de hoef wordt langer dan in de natuur
  • Hoogfrequente trillingen door het neerkomen van ijzers op harde ondergrond vernietigen haarvatenweefsel in de hoef
  • Verminderd hoefmechanisme
  • Vermindering van de natuurlijke schokabsorptie met zo’n 70 tot 80%. Een beslagen paard dat op straat stapt, ondervindt driemaal de impactkrachten dat een onbeslagen paard ondervindt in draf. Dit kan een rol spelen bij artrose, verbening etc
  • Beperking van beweeglijkheid van de zool, met als gevolg kneuzingen van de zool.
  • Nagels doorboren de hoornschoen, verstoren de isolerende functie en langs de nagelgaten kunnen bacteriën en schimmels de hoef binnendringen
  • Groter gevaar op (zelf)verwonding bij aantrappen of klappen van andere paarden
  • Gewicht van het ijzer verandert de vliedende kracht bij bewegingen
  • Verstoorde afwikkeling van de voet bij beweging, wat leidt tot overbelasting en of verbening van hoefkraakbeen
  • Versmalling van de hoef
  • Veranderde grip op de ondergrond (hoefijzer is gladder, of juist stroever met kalkoenen)
  • ‘Orthopedisch’ beslag met zooltjes, balken etc belemmeren de doorbloeding nog meer; Volgens Dr. Strasser veroorzaakt dit een nog grotere ongevoeligheid in de hoef en wordt zo de pijn geblokkeerd waardoor de indruk wordt gewekt dat ‘orthopedisch’ beslag genezend werkt.

Het hoefijzer is in haar visie een lapmiddel uit de Middeleeuwen om de slechte hoefkwaliteit ontstaan door slechte levensomstandigheden te maskeren en het paard toch nog bruikbaar te maken. H. Strasser redeneert dat het wegnemen van slechte levensomstandigheden hoefproblemen kan voorkomen en zelfs kan bijdragen tot genezing van veel hoef- en beenproblemen.

Alexander de Grote met zijn cavalerie en moderne nomadenstammen zijn in staat geweest enorme afstanden af te leggen zonder hoefijzers over ruige ondergrond.

'een strasser bekapte hoef van een paard dat 12 jaar lang op ijzers heeft gestaan'

Bronnen, referenties en/of voetnoten

  • “Een paardenleven lang gezond” Dr. Hiltrud Strasser, 2000 (Engelse versie “A lifetime of Soundness”)
  • “Shoeing: A necessary Evil?” Dr. Hiltrud Strasser, 1999, ISBN 0-9685988
De neutraliteit van dit artikel is betwist.


Bij dit artikel zijn nog geen bronnen vermeld of is de bronvermelding niet op de juiste manier gebeurd. Als je dit wilt verbeteren kun je op bewerk klikken.