Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Achterwaarts

Uit Bokt
Achterwaarts

Definitie

Artikel 107 van het KNHS disciplinereglement Dressuur: Het achterwaarts gaan:

1. Het achterwaarts gaan is een symmetrische achterwaartse beweging, waarbij de benen als diagonale paren worden opgelicht en neergezet. De voeten moeten duidelijk opgetild worden en de achterbenen blijven goed in lijn met de voorbenen.

2. Gedurende het halthouden en het onbeweeglijk stilstaan, voorafgaand aan het achterwaarts gaan, alsook tijdens het achterwaarts gaan, moet het paard in de hand gesteld blijven en de drang naar voren worden behouden.

3. Ieder ongevraagd beginnen met achterwaarts gaan, het overhaast achterwaarts gaan, ieder verzet of weerstand tegen de hand, iedere afwijking van de rechte lijn, het breed zijn of uit elkaar gaan of niet actief zijn van de achterbenen en slepen van de voorbenen zijn ernstige fouten.

4. Indien tijdens een dressuurproef draf of galop gevraagd wordt volgend op het achterwaarts gaan, dan moet het paard onmiddellijk zonder halt te houden of een tussenpas te maken in deze gang overgaan.

5. In de L-klassen wordt veelal een enkele paardlengte achterwaarts gevraagd. Vanaf de klasse M-1 wordt het gevraagde aantal passen achterwaarts omschreven. In de lichtere klassen mag het niet als fout worden gerekend als het paard even aarzelt alvorens achterwaarts te gaan. [1]

Doel

Achterwaarts gaan is een gehoorzaamheidsoefening en heeft geen verzameld effect, hoogstens een gymnastizerend en versterkend effect.

De hulpen

Alvorens met achterwaarts te beginnen moet het paard nageeflijk blijven in de overgangen van draf naar stap en naar halthouden en moet het tempowisselingen in draf beheersen.

De hulpen voor achterwaarts gaan zijn dezelfde als voor voorwaarts gaan, alleen wordt er weerstand geboden met de hand. De voorwaartse beweging wordt licht opgevangen met de handen zodat het paard achterwaarts stapt. Onmiddellijk na het eerste neigen naar achterwaarts gaan, moet de hand ontspannen en wordt het paard beloond.

De uitvoering

Pas wanneer het paard tijdens het inzetten van achterwaarts geheel nageeflijk blijft, kan geprobeerd worden meerdere passen te maken.

Wanneer meerdere passen achterwaarts gereden worden, dienen de hulpen bij iedere pas herhaald te worden. Sluit paard tussen beide kuiten op zodat het recht blijft. De beenzetting moet diagonaal en tactmatig zijn, zonder achterwaarts vluchten of kort-lang passen.

Belangrijk is dat het paard aangeleerd wordt op de beenhulpen achterwaarts te gaan ipv op een trekkende hand.

Problemen

Paard blijft tijdens achterwaarts gaan niet recht

Dit is meestal ook de oorzaak voor ongelijke passen.

  • begin met achterwaarts op de hoefslag en niet in het midden van de rijbak zodat de wand als extra begrenzing gebruikt kan worden.
  • leg het been aan de desbetreffende kant naar achteren om uitzwaaien te begrenzen
  • breng met de teugel aan de holle kant de voorhand voor de achterhand

Paard komt tegen de teugel

  • onmiddellijk de oefening stoppen en paard weer aan de teugel zetten, eventueel enkele passen voorwaarts alvorens opnieuw te proberen
  • het kan helpen om het paard in het halthouden iets lager in te stellen waardoor het de rug beter kan gebruiken bij de inzet
  • controleer of de zit niet teveel inwerkt waardoor paard de rug wegdrukt


Paard gaat met hoog kruis of niet diagonaal achterwaarts

  • is vaak het gevolg van het niet voorwaarts blijven denken van het paard in de overgang naar halthouden en daarom onmiddellijk met de oefening stoppen en impuls opwekken
  • paard nageeflijk maken door het rijden van overgangen
  • met voorwaartse impuls halthouden en paard op de beenhulpen achterwaarts laten gaan
  • bij verlies van ritme en takt stoppen en weer voorwaarts rijden

Paard drukt bij aandraven/aangalopperen de rug weg

  • werk aan de nageeflijkheid in de overgangen
  • controleer de inwerking van de zit

Tips

  • oefen in het begin alleen de inzet.
  • werk in het begin niet teveel in met de zit maar ontlast de rug door gewicht op de bovenbenen te brengen.
  • een goede oefening in verzameling en nageeflijkheid is het aandraven of aangalopperen vanuit achterwaarts.
  • wissel het aantal passen achterwaarts steeds af zodat paard de hulpen afwacht

Bronnen, referenties en/of voetnoten

  1. KNHS disciplinereglement Dressuur artikel 107
  • Handboek voor de ruiter, Holzel & Plewa