Excuses voor de stilte. Door omstandigheden is het topic mijnerzijds een beetje stil komen te vallen.
Het massieve type verdient meer aandacht! Ik denk, zeker gezien het karakter van de AT, dat daar markt voor is hier in Europa. Maar het beeld van het hoekige windhondpaard viert nog altijd de overhand. De palomino die hier genoemd wordt, nl. Kambar, staat velen bij wanneer ze aan dit ras denken.
Voor wie het interessant vindt, de Franse hengstencatalogus waar zippora naar verwijst staat gewoon online.
Over het algemeen, maar zeker in Europa, mag wat mij betreft veel meer op prestatie worden gefokt. Teveel hengsten (voor merries is er nog het excuus dat fokken en sport niet altijd even eenvoudig te combineren is) worden als ornament gehouden in plaats van als rijpaard laat staan sportpaard om te bewijzen waarom Tekes zulke goede, fijne paarden zijn. Het is dan voor fokkers moeilijk te bepalen waar de kracht ligt van hengsten. In type? In conformatie waar soms op raadselachtige wijze op gepunt wordt?
Maar er zijn alleen al de laatste twee jaar diverse jonge hengsten naar Europa gehaald of hier opgeleid die in de sport worden uitgebracht of zullen worden uitgebracht.
Te denken valt aan Oyun Shael in Engeland, die op hoog niveau dressuur loopt.
Of aan de jonge, net aangekeurde hengsten in Duitsland, zoals Amadei, Degni en Ekhad.
Wel alle vier erg modern gefokt en daar moet je van houden, maar dat maakt ze tegelijk ook geschikt voor de warmbloedfokkerij. Afgelopen keuring in september kreeg Amadei veel complimenten en is geslaagd met zeer goede punten, kampioen van de keuring.
Kom ik nog op terug. Ik denk dat het leuk is enkele jonge hengsten aan te stippen.
Tekes zijn over het algemeen langgelijnd ja. De steppepaarden en woestijnpaarden waren over het algemeen langer dan het bergtype, de toi at over het algemeen langer dan de alaman at.
De oorspronkelijke selectiemethoden waren gebaseerd op prestatie en geschiktheid voor het specifieke gebruik (toi at waren de renpaarden en paradepaarden van de khans, alaman at waren de oorlogspaarden voor lange afstanden).
Ze ontwikkelden zich maar de omstandigheden als langgelijnde gangenpaarden. Niet alleen die gangen maar ook de langgelijndheid maakte dit type paard tot comfortabele rijpaarden voor lange afstanden die vanwege hun uithoudingsvermogen en rijdbaarheid in heel Centraal-Azië en het hele Midden-Oosten maar ook daarbuiten in aanzien stonden. Arabische paarden, die veel korter zijn, werden op heel andere wijze ingezet en het waren niet de Arabieren maar de Turkomans die bekend stonden als kilometervreters. De beste paarden van de sultan waren dan ook niet zijn (korte) Arabieren, maar zijn (veel langere en over het algemeen aanzienlijk grotere) Turkomans.
Zoals de kortere bouw en grotere hoeven van de Arabier een resultaat zijn van lokale eisen en omstandigheden zijn de langgelijndheid en kleine hoeven (voor dat formaat paard helemaal) een direct resultaat van lokale eisen en omstandigheden (zoals harde stenige woestijnbodem). De typerende raskenmerken: hoekig, langgelijnd en met veel oprichting in oa de hals is al aangetroffen in vondsten in het huidige Turkmenistan van 5.000 jaar terug. De metaalglans en relatief grote stokmaat (rond 160) was ook al lang een kenmerk van de paarden in de regio en is aangetroffen in paardenmummies van tussen de 4000 en 4500 jaar oud.
Paarden waren daar tot relatief recent een essentieel onderdeel van rijkdom en overleven voor de mensen daar. Dat die typerende lange rug dus al duizenden jaren standhield en de paarden beroemd waren als zijnde spijkerhard en met een uitzonderlijk uithoudingsvermogen zegt wel wat over het nut ervan. Dat geldt ook voor conformatie ‘fouten’ als koehakkigheid en sabelbenigheid. Dat is iets dat je terugziet in steppepaarden in het algemeen.
Overigens was het ook handig omdat de lange rug ruimte liet voor een tweede ruiter en/of een jachtluipaard waarmee de khans graag op jacht gingen. Het jachtluipaard zat dan achter de ruiter op het paard. Wat veel mensen vooral verbaast is de enorme wendbaarheid van zulke langgelijnde paarden. Dermate wendbaar dat ze enorm aan populariteit winnen in bijv. polo. Niet gek, want voor het oorspronkelijke polo in Perzië waren met name dit type paarden en kruisingen met Arabieren (uit Arabische merrie, laat het de aanhangers van asil fokkerij niet horen...) populair.
Voor wat betreft die lang ruggen gold wel dat extremen over het algemeen niet in het voordeel van de paarden was dus langgelijnd absoluut, maar extreem lang of extreem lange benen (is grotere kans op botbreuken) dus de extremen die je nu soms treft trof je vroeger minder en eerder extremer onder de renpaarden van de stepperegio.
Onder de nomaden werd af en toe een meer gematigder, korter type Turkoman ingekruist om te voorkomen dat de lijn teveel lengte kreeg want “te” werkte averechts.
De extremen die je nu vaak ziet betreft showpaarden en die zou ik niet als bijzonder hard bestempelen. Daar zijn die nl. (helaas) niet op geselecteerd. Voor sommige fokkers geldt hoe langer hoe rastypischer, maar alles waar te voor staat is niet goed. Maar
langgelijnd zijn deze paarden geworden door de lokale omstandigheden en eisen aan de paarden voor lange afstanden dus het is niet dat ze hard zijn ondanks die lange rug, het is een onderdeel van hun hardheid en geschiktheid voor hun oorspronkelijke gebruik en daarbij was hardheid een vereiste, anders overleefden paard noch ruiter.
Dan nog even over de treffende opmerking van Horizonnig: Ook ik lees het hier vaak “ik vind Haflinger/Tinkers/Arabieren/vul maar in niet mooi, maar die van jou...” en hoor het ook weleens. Veel mensen hebben bij een bepaald ras toch een bepaald beeld. Of dat nu een bekend ras is als een Fjord bijv. of een onbekend ras dat velen alleen uit boekjes kennen of dat ene paard dat ze ooit eens gezien hebben: vooroordelen kunnen heel hardnekkig zijn. Zo ook de verbazing dat mijn rastypische merrie een AT is, want dat zijn van die iele sprieten... Nou eh, soms?
En ik denk dan idd dat je de titel van het topic ook kunt toepassen op een algemene discussie. Want Tinkers zijn lomp, Fjorden sloom en Arabieren zijn getikt.