Foto door Amanda
Iedereen kent de situatie op het inrijterrein wel. Naar verhouding teveel ruiters in een te kleine inrijbak, iedereen rijdt kriskras door elkaar, probeert elkaar te ontwijken en te overleven in de chaos van het inrijden. Niet zelden raken ruiters gefrustreerd en paarden opgefokt door deze chaos, waardoor de verwachte prestatie in de wedstrijdring uitblijft en men teleurgesteld naar huis gaat. Veel van deze frustraties kunnen voorkomen worden als iedereen zich aan de rijbaanregels houdt. Maar zijn deze wel bekend? Wij zetten een aantal universele rijbaanregels voor jullie op een rij.
- Bij het rijden dienen ruiters een goed passende veiligheidshelm of hoed te dragen. Daar waar een snelheidselement aanwezig is, zijn menners en overige opzittende ook verplicht een veiligheidshelm te dragen.
- Het voornemen om in of uit de rijbaan te gaan, moet luid worden gevraagd en aangekondigd , door bijvoorbeeld “deur vrij!” te roepen.
- Op- en afstijgen in de rijbaan dient op de AC-lijn te gebeuren. De paarden dienen op voldoende afstand van elkaar te staan en met de hoofden in dezelfde richting.
- Tijdens het rijden of mennen dient de rijbaan gesloten te zijn.
- Wanneer de accommodatiehouder toestaat dat er gelongeerd wordt in de rijbaan dan mag dit alleen wanneer er zich geen ruiters of menners in die rijbaan bevinden.
- De combinatie welke op de linkerhand rijdt heeft bij elkaar passeren voorrang op de hoefslag.
- Degene die op dezelfde hand een snellere gang heeft en/of zijgangen of een figuur rijdt heeft altijd voorrang (en dus ook de hoefslag).
- Niet snijden en elkaar de ruimte geven bij het passeren.
- Het springen over een hindernis moet worden aangekondigd als er ook andere ruiters in de rijbaan rijden, door bijvoorbeeld “hindernis vrij!” te roepen.
- Moet je stilstaan op de hoefslag: vraag dan "hoefslag vrij". Als je stil moet staan op de hoefslag, bijvoorbeeld om je deken weg te leggen, vraag dan eerst ‘hoefslag vrij’. Als je ziet dat je geen andere ruiter lastig kan vallen met het stilstaan kan je dat doen. Probeer echter wel om zo snel mogelijk weer door te rijden.
- In- en uitstappen doe je altijd op de binnenhoefslag. Dit omdat de andere ruiters dan gewoon hun oefeningen uit kunnen voeren. Mocht het zo zijn dat er een ruiter aankomt die bijvoorbeeld schouderbinnenwaarts aan het oefenen is, ga dan nog een stukje aan de kant. Als je in- en uitstapt heb je nooit voorrang.
Naast de rijbaanregels zijn er ook nog een aantal fatsoensnormen die er over het algemeen voor kunnen zorgen dat het met elkaar rijden soepeler gaat en leuk blijft.
- Stoor andere ruiters niet. Ga niet schelden op je paard of luidruchtig zitten bellen/kletsen.
- Iedereen komt voor zijn plezier en de training van zijn paard.
- Neem geen voorrang. Wees soepel in het voorrang geven en nemen. Dat jij linksom in galop rijd wil niet betekenen dat je gelijk door iedereen heen moet denderen, want ‘jij hebt tenslotte voorrang’.
- Probeer een beetje inzicht in de situatie te hebben en te kijken of het niet misschien handiger is om even een volte te draaien, zodat je niemand in de weg zit.
- Overleg met de anderen in de bak. Als je een oefening gaat doen waarbij je andere ruiters zou kunnen hinderen, zoals een paar keer achter elkaar van hand veranderen, meld dit dan even. Het is een kleine moeite en iedereen weet gelijk waar ze aan toe zijn. Bij sommige verenigingen is het zelfs gewoon om te vragen ‘zullen we van hand veranderen?’, op deze manier blijft iedereen dezelfde kant oprijden. Als het druk is in de bak kan dit de boel versoepelen.
- Meld het als je paard kan slaan. Zorg dat de andere ruiters in de bak ervan op de hoogte zijn als je paard zou kunnen uithalen naar andere paarden, zodat zij er rekening mee kunnen houden en niet te dicht achter je rijden. Je kunt op wedstrijd een rood lint in de staart vlechten ter waarschuwing.