Om je paard rond te krijgen heb je eerst aanleuning nodig.
Dit is essentieel omdat anders het rond rijden alleen maar het in de krul rijden is.

Aanleuning krijg je in een rustige veilige omgeving, met een kalme ruiter, je paard moet vertrouwen hebben in jou en de omgeving.
Hier zal het zich kunnen ontspannen, het laat dan de hals wat zakken naar de horizontale lijn.
Van hier uit vraag je je paard de hals te strekken, doet hij dit dan geef je net zo veel teugel als hij wil nemen, uitbundig belonen.
Dit bevestig je in weken of zo nodig maanden.
Als het hals strekken bevestigd is ga je voorwaarts rijden met een lange teugel, je onderhoudt alleen maar contact.
Voorwaarts, voorwaarts, hals strekken net zolang tot dit normaal is.

Je paard zal nu langzamerhand aanleuning gaan zoeken.
Dan kun je de teugellengte beetje bij beetje beperken met een weerstand biedende hand en je paard zal steeds meer in de juiste werkhouding komen.

Maanden consequent werk.
Rustig en kalm, altijd vriendelijk, veel belonen.
Hulp vragen aan een goede instructeur;