Even een theorieverhaaltje, je hebt grof weg twee soorten kreupelheid nl. belastings- en bewegingskreupelheid. Belastingskreupelheid is het duidelijkst te zien als het slechte been aan de binnenkant zit op een harde ondergrond op de volte, je ziet dan dat het paard het been neerzet en eigenlijk zo snel mogenlijk weer op wil tillen. Deze kreupelheid zit onderin het been, dus hoef, kogel en soms voorknie. Bewegingskreupelheid is het beste te zien op een zachte bodem ook weer op een volte, nu is de kreupelheid duidelijker als het slecht been aan de buitenkant zit. Je ziet dan dat het paard het been zo snel mogenlijk weer op de grond wil zetten en het been niet helemaal naar voren of naar achteren door wil bewegen. In de regel zit deze kreupelheid vanaf de voorknie naar boven toe. Ik hoop dat het zo duidelijk is. Groetjes Katja.