Als ik aan de dubbele lange lijnen werk dan gebruik ik een longeersingel en loop ik erachter in menpositie. De lijnen gaan via het bit door de singel naar mijn hand. Hierbij moeten de lijnen ongeveer ter hoogte van de schouderpunt zitten. Het voordeel van deze lagere lijnen is dat he de achterhand kan meenemen en steun kan geven. Met lijnen hogerop de singel kun je minder goed de achterhand meenemen (terwijl die achterhand juist de moter is). Je kunt dan ook minder goed het binnenachterbeen vragen om actief mee te doen in wendingen en voltes.
Ik begin dus altijd met dll in menpositie. Inmiddels wissel ik het af met stukjes lange teugelen. Ook hierbij loop ik er recht achter.
Probeer niet meer druk te nemen op 1 kant als de pony daarom 'vraagt'. Dan maak je de verschillen tussen de sterke en zwakke kant juist nog groter.
Maar een goede lesgever kan je hierbij vast helpen. Grootste issue van zowel paard als mens is de natuurlijke scheefheid. Dus daar moet een lesgever al vaak genoeg mee te maken hebben gehad.