Dankjulliewel!
Leuk DideH! Dankjewel!
@Kiki1976; Ja hè...
Ik probeer weer een beetje in het ritme te komen van maandag en vrijdag een stuk plaatsen, dus vandaag weer een nieuw stuk.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende ochtend begint stil. Wanneer ik mijn ogen opendoe, zie ik dat de plek in bed naast me, leeg is. Mark is waarschijnlijk al beneden. Ik hijs mezelf overeind en blijf even op de rand van het bed zitten. Mijn hoofd voelt zwaar. Niet alleen van de overdaad aan wijn die ik gisteren heb gedronken, maar ook van de bekentenis aan Mathilde. Ik zie haar gezicht weer voor me als ze het uitspreekt; Viezerik.
Ze heeft met zoveel afgrijzen gekeken toen ik mijn verhaal heb verteld, terwijl dat totaal niet de intentie is geweest. Ik wil gewoon graag iemand die me niet voor gek verklaard, die me snapt en niet kijkt of ik gek geworden ben.
Ik sta uiteindelijk op uit bed en loop naar beneden. Mark is in de keuken en heeft ons koffiezetapparaat al aangezet. Zelfs mijn mokje staat al klaar om gevuld te worden.
‘Goedemorgen slaapkop, lekker geslapen?’ – Hij zegt het met zijn vriendelijke glimlach, die ik altijd waardeer, maar nooit echt voel.
‘Goedemorgen.’ – Mijn stem nog schor van het slapen. Ik krijg een kopje koffie aangereikt en we settelen ons op de bank.
‘Ik dacht, we doen het lekker rustig aan vandaag. Even een stukje door het bos wandelen, kun je daarna op je gemak naar je paard.’
‘Als het maar niet regent. Ze hebben niet zulk lekker weer voorspeld voor vandaag.’ – Eigenlijk zou ik zijn pogingen om iets leuks te doen iets meer moeten waarderen, maar het lukt gewoon niet zo…
We dronken onze koffie verder in stilte, Mark weet dat ik altijd even de tijd nodig heb om op te starten en goed wakker te worden. De koffie is sterk, maar ik voel me niet veel wakkerder. In plaats van naar het bos te gaan, besluiten we om naar de markt te gaan.
De lucht ruikt naar gebakken vis en sterke schimmelkaas. Mensen lopen kriskras door elkaar heen en de gezichtsuitdrukkingen gaan van het ene uiterste naar het andere. In de drukte voel ik hoe Mark af en toe zijn hand, met de mijne daarin verstrengeld, naar voren trekt of naar achteren duwt om ons zo door de mensen heen te bewegen. Ooit vond ik dat gebaar aandoenlijk, tegenwoordig irriteert het me. Hij wijst met zijn andere hand naar de viskraam;
‘Zullen we een bakje kibbeling nemen?’ – In zijn ogen kun je haast een kinderlijke twinkeling zien.
‘Is goed.’
We staan even te wachten voordat de kibbeling met ravigotte-saus, alleen voor mij want Mark vindt dat vies, ons aangereikt wordt. Eigenlijk heb ik helemaal geen honger, maar om geen spelbreker te zijn, eet ik toch een paar stukjes vis. Bij de groentekraam halen we nog wat paprika en pompoen voor het avondeten en ik voelde me burgerlijker dan ooit. Ik kijk even om me heen en iedereen lijkt een bepaald doel te hebben; kinderen, een volle boodschappentas of leuke plannen voor later op de dag. Ik voel me daar toch een beetje vreemd tussen, alsof ik er niet helemaal bij pas.
‘Wat ben je stil vandaag Suus?’ – De bezorgdheid in zijn stem vind ik vandaag ook al irritant.
‘Gewoon moe. Beetje brak van gisteren.’ – Ik vertel er maar niet bij dat mijn hoofd overuren maakt de laatste tijd. Hij knikte.
‘Dan maken we het niet laat vanavond.’ – Ik ben dankbaar dat hij niet verder vraagt.
Thuis plof ik op de bank, maar niet voor lang, want ik moet nog naar mijn paard vandaag. Nu zou het geen kwaad kunnen als ik eens een dagje oversla, maar dan ben ik weer de overbezorgde eigenaresse die het niet los kan laten dat ze zelf niet gecheckt heeft of alles wel in orde is. Dus ga ik toch iedere dag braaf naar stal, al is het alleen maar om mijn paard een poetsbeurt te geven.
In de auto terug naar huis raast er maar één vraag continue door mijn hoofd; “Wat ben je in hemelsnaam aan het doen, Suus?”
Je bent volwassen, je hebt een leven en een man. Een lieve man die van je houdt.
Maar daar is meteen het probleem, ik weet niet meer wat “houden van” is… Is het dit, de stabiliteit, voorspelbaarheid, de warmte van een gedeeld dekbed? Of was het dat sensationele, onrustige gevoel van destijds? Dat alles verslindende, waarvan ik dacht dat het liefde was?
Thuis staat de soep al te pruttelen en heeft Mark al een glas water voor me klaargezet. Hij geeft me een kus als ik de keuken binnenstap en ik voel de brok in mijn keel groeien.
‘Gaat het echt wel, lieverd?’
‘Ik weet het niet…’ – Ik voel een steek aan schuld.
‘Wil je erover praten?’
‘Niet echt.’ – Mompelde ik. Hij is een goed mens, hij heeft niets verkeerd gedaan.
‘Oké, dan laat ik je even.’ – Hij laat het los, zoals hij dat altijd doet. Dat is zijn kracht, of juist zijn zwakte.
De steek van schuld groeit met de minuut, vooral de realisatie dat hij er niets aan kan doen. Dat hij echt een lieverd is, maar toch zit ik opgesloten in een herinnering aan iemand die allang verdwenen is.
’s Avonds kijken we een film. Halverwege valt Mark in slaap op de bank, zijn hoofd rust tegen de muur achter de bank. Zijn ademhaling rustig. Ik kijk naar de rimpels op zijn voorhoofd, zijn neus die eigenlijk net iets te groot is voor het mooie, de zachtheid van zijn mond. Hij houdt van mij, écht. En ik houd van hem, maar niet met die enorme overgave die ik ooit heb gevoeld.
Ik pakte mijn telefoon en zonder na te denken zocht ik zijn naam op;
Nate Fischer.
Zijn profiel is niet eens afgeschermd, ik klik op een van de foto’s op zijn profiel. Grijze, grof gebreide sjaal, dun zwart montuur en… Dat oh zo bekende scheve lachje…
Hij is niets veranderd, is wat ouder geworden, maar het is nog steeds de Nate Fischer die ik me herinner.
Eigenlijk wil ik iets sturen. Een leuke opmerking, simpel “hey, hoe is het?” of misschien zelfs “Ken je mij nog?”.
Ik doe het niet, in plaats daarvan maak ik een screenshot. Alsof ik toch iets wilde bewaren dat ik nooit meer aan mocht raken.
"Elk afscheid betekent de geboorte van een herinnering"
s. Dali