Bijzonder he?
Even snel tussen de bedrijven door met het risico op fouten en onvolledigheden...
Centraal-Aziatische zadels en tuig werden over het algemeen vaak versierd, ook om de status van de eigenaar te laten zien. Vaak met edelmetaal, mn. zilver maar bijv. ook goud en bladgoud, en halfedelsteen zoals turkoois en carneool.
Net als bijv. de Turkmenen gaven ook Kirgiezen vaak giften aan hun paarden (evenals aan hun vrouw) van zilveren en gouden met halfedelsteen versierde juwelen en, in geval van de paarden, tuig. Onder Kirgiezen staat de terdik en het maken ervan ook hoog in aanzien. Een terdik (terlik) is een (vaak versierd) zadeldek. Zo heb je het shirdak of terdik, een zadeldek tevens zweetdek(en) en de dikek, een regulier dek. De terdik is vaak enorm mooi versierd.
Ik kan desgewenst wel wat meer vertellen over Kirgiezisch tuig. Geen protest? Fijn, dan praat/schrijf ik door.
Een grote deken wordt gebruikt voor over het paard en op of onder het zadel. Tegen zweten in de hitte en grote hoogte en tegen te sterk afkoelen. Daarmee werd het paard ook wat afgeschermd tegen kou en kille wind, en in gevechtssituaties.
Dat type dekens bedekt de paarden van de schouder of hals tot staartaanzet. Goed vilt/tapijt hield een pijl bijv. ook wat tegen.
In de winter waren dekens vrijwel uitsluitend van vilt, in de zomer ook andere materialen.
Het bovenste deel, grotendeels onder het zadel verborgen, heet tokum, de zijdes werden versierd met tebenki of teminoor, en soms met amuletten of hangers. Randen werden vaak geborduurd met verschillende motieven, zoals een veel terugkerende rozetvorm met gehoornde versiersels, zgn kochkor muyuz, schapenhoorn.
Een zadeldek veelal voor over het zadel, zgn kopchuk, was van satijn, doorgaans zwart van kleur, vaak met versiersels langs de randen. Ook het borststuk, zgn kömöldürük, was vaak versierd met borduursels. Soms het staartstuk ook.
Een zweetdekje, dat fungeert als een pad, is van vilt. Dat wordt als een onderlaag voor het zadel gebruikt. Soms worden meerdere stukken vilt gebruikt om het zadel goed op de rug te laten aansluiten.
Het is in feite het belangrijkste stuk, dat ook met zorg en vaak wordt gecontroleerd en goed moet kunnen drogen om rugpijn en kwetsuren bij het paard als gevolg van zadel/rijden te voorkomen.
De terdik is veelal zwart aan de buitenzijde en grijs aan de binnenzijde. De buitenzijde wordt vaak met zilver e.d. versierd evenals gekleurde borduursels. Naast schapenhoorn zijn geliefde motieven vleugels, vogels en aanverwante. Hangt ook af van de weelde van de eigenaar; er zijn genoeg dekjes zonder versiering.
De terdik is zo belangrijk dat het niet goed houden en plaatsen etc. van een terdik wordt gekoppeld aan het ontstaan van allerlei rugproblemen en ziektes bij het paard (yara).
Het vilt wordt op de rug en onder het zadel op een speciale manier geplaatst en gevouwen, zodat de ruggengraat mooi vrij ligt, en de "wind" eronder blijft en de zijpanelen, kaptagga, de rug niet kunnen raken cq. bezeren.
De dekens en dekjes e.d. met versiering zijn een middel om de status van de eigenaar en de waarde van het paard te benadrukken. Soms is zo'n versierde deken meer waard dan de complete garderobe van de ruiter.
In Kirgizië is een goed zadel erg belangrijk en een flinke investering, want een zadel is soms duurder dan een paard (soms zelfs equivalent van twee paarden). Ik heb me laten vertellen en ook weleens ergens gelezen dat er zelfs een gezegde is dat elke Kirgies een zadel hoort te hebben, want een paard kan ie altijd lenen van zijn buurman, maar een zadel alleen tegen diens wil.
Er zijn zelfs nomaden die al drie of vier generaties hetzelfde zadel gebruiken. Flinke investering, maar wel een die zeker een jaar of 100 meegaat.
Het zadel blijft op zijn plek met een, doorgaans leren, singel voorzien van een grote ring.
De houten boom/basis van het zadel wordt, net als bij bijv. de Turkmenen, met leer bekleedt. Het wordt genageld in een curve in de vorm van een schapenhoorn. Jawel, bespeurt men al een patroon?
Het zadel ("eer") is gemaakt van boomsoorten zoals wilg, populier, beuk of eik. De basis is een ronde boom, somdomo, die ruwweg in vorm wordt gesneden met een puntig gereedschap. De vorm wordt verder gedefinieerd met een mes. De voorkeur gaat uit naar een zadel uit een stuk, maar er zijn ook zadels uit meerdere delen. Een gesneden zadel wordt oymo eer genoemd. Dat is ook onderhevig aan een secuur droogproces.
Meestal gaat het dan om wilgenhout.
Een zadel wordt soms met mooie uitsnijdingen en versieringen verfraaid, vaak uit zilver of koper met gravering e.d. Maar zo zijn er naast de oymo eer ook andere type zadels, incl. een "bouw" zadel.
De stijgbeugels, van ijzer of koper, worden met een ring (met leer aan de beugels) aan de zijpanelen bevestigd.
Een ander vast onderdeel van het tuig is de tushamish, of kluister, aangezien er geen hekken zijn in Kyrgizië en de paarden toch moeten kunnen grazen tijdens trektochten.
Voor verdere achtergrond en context, of meer waarschijnlijk voor de plaatjes, zie deze link.
Ze rijden vrijwel uitsluitend hengsten en ruinen. Ruinen rust bij sommige volken een taboe op. Merries worden over het algemeen te waardevol gevonden om te worden gereden. Voor context, de gemiddelde marktwaarde voor een paard in Kirgizië ligt rond de 1000 euro, maar er zijn er uiteraard ook die heel wat duurder zijn dan dat. Vooral de renpaarden, vaak Engels Volbloeden, Akhal-Tekes en kruisingen daarmee, zijn vele malen duurder. Naast de kruisingen en reguliere bergpaarden (viouchnye) is er dan nog de Argamak Kyrgyz, een waardevol type bergpaard dat historisch gezien, evenals de Argamak Turkoman, geprezen werd in heel Centraal-Azië, Rusland en andere buurlanden. Verdere context is dan misschien handig: de Turkmenen eten geen paardenvlees. Zij hadden de Alaman at, ook wel Argamak genoemd (oorlogspaarden, ook gebruikt voor bijv. de jacht) en Toi at (renpaarden, ook gebruikt voor parades). Met enige variatie daarin tussen woestijn/steppe type en bergtype.
De Kirgiezen verdeelden hun paarden grofweg in drie types: de paarden voor melk- en vleesproductie, de oorlogspaarden (argamaks) en de renpaarden. Af en toe werden Turkmeense paarden in die laatste twee types ingekruist. Over het algemeen was de Kirgiezische argamak kleiner dan de Turkmeense (die laatste doorgaans rond of groter dan 1.60).
Het Kirgiezische paard (net als in het Turkmeens "at") is onderhevig aan een ingewikkeld gesteggel over wat nu exact het Kirgizische paard is en wat het oorspronkelijke Kirgizische paard - waren dat kleine bergpaarden of meer richting de zogeheten Argamak? Dat ligt ingewikkeld. Dan is het zadel wat dat betreft zo door de jaren heen heel wat uniformer en onveranderlijker gebleken.
En ja, het paard speelt in de bergen nog altijd een centrale rol. Het is nog altijd, logistiek en praktisch, het beste vervoermiddel. Het zadel is daarom erg belangrijk.