"Afwachtende houding” bij melanocytaire tumoren bij paarden afgeraden

*Horsetalk.co.nz
Algemeen

Een schimmel met een melanoom bij de mond. Foto: Wikimedia Commons
Dit artikel is een samenvatting van het artikel op Horsetalk.co.nz. In dit artikel wordt gesproken over melanocytaire tumoren. Dit zijn tumoren waarbij er geen diagnose “melanoom” gesteld kan worden, maar deze kan ook niet worden uitgesloten. Ook heeft men het in dit artikel over melanocytoom. Dit is een goedaardige tumor in de pigmentcellen van het paard.
De afwachtende aanpak van melanocytaire tumoren bij paarden is geen goede strategie. Dit verkleint waarschijnlijk de kans op een effectieve behandeling. Tot die conclusie komen onderzoekers José Pimenta, Justina Prada en Mário Cotovio van de Universiteit van Trás-os-Montes e Alto Douro in Portugal. Zij publiceerden hier een artikel over in het tijdschrift Animals.
Melanocytaire tumoren bij paarden zijn tumoren waarbij melanocytaire cellen in de huid betrokken zijn. Deze baren eigenaren en dierenartsen zorgen. De aanwezigheid van deze tumoren heeft gevolgen voor de gezondheid en de economische waarde van het paard.
Ongeveer 80% van alle tumoren bij paarden betreft de huid, waarvan 15% melanocytair is. Meer dan 90% van de melanocytaire tumoren bij paarden is goedaardig. Ongeveer 66% ontwikkelt zich echter tot kwaadaardige vormen en kan zich elders verspreiden. Hoewel melanocytische tumoren bij paarden van alle vachtkleuren zijn gediagnosticeerd, lijken schimmels er bijzonder vatbaar voor. Meer dan 80% van de dieren ouder dan 15 jaar krijgt ooit zo’n tumor. Paarden in een andere kleur dan schimmel kunnen ook melanocytaire tumoren ontwikkelen. Deze zullen eerder kwaadaardig zijn en zich eerder verspreiden.
In hun verhalend overzicht gaven de onderzoekers een overzicht van de genetische basis van melanocytaire tumoren en beschreven zij de klinische en pathologische verschillen tussen de verschillende tumoren. Ook keken zij naar de beschikbare diagnostische hulpmiddelen en behandelingsmogelijkheden, voordat zij ingingen op toekomstige onderzoeksgebieden en de zoektocht naar nieuwe therapieën.
"Lange tijd was het 'afwachtende' protocol de 'behandeling' bij uitstek, gezien het goedaardige uiterlijk van de meeste van deze tumoren", schreven zij. "Toch weerlegt de huidige kennis deze aanpak gemakkelijk, met aanwijzingen dat de ziekte mettertijd klinisch en pathologisch alleen maar erger wordt, waardoor de kans op effectiviteit van de behandeling afneemt. Voordat klinische beslissingen over de therapie kunnen worden genomen, moet rekening worden gehouden met een aantal feiten en mogelijke beperkingen”, aldus de onderzoekers. “Deze feiten en beperkingen zijn onder ander de classificatie van de tumor, het klinische en pathologische gedrag ervan, de plaats, de omvang, de duur en de reactie op eerdere behandelingen. Ook moet worden meegenomen hoe goed het dier meewerkt aan behandelingen, net als diverse factoren in verband met de (on)mogelijkheden van de eigenaar. Ook de beschikbaarheid van speciale apparatuur en faciliteiten voor sommige behandelingen en het doel van het paard moeten in aanmerking worden genomen. Bij het stellen van een diagnose moet men trachten de waarschijnlijke pathologische en klinische effecten van een tumor vast te stellen, zodat de dierenarts het hele plaatje kan analyseren en een verstandig oordeel kan vellen over de behandelingsmogelijkheden en de prognose. Hoe vroeger de diagnose, hoe beter de kans op een effectieve respons op de behandeling."
In het algemeen zijn chirurgie, chemotherapie en elektroporatie de meest voorkomende behandelingen. De doeltreffendheid van chirurgische behandelingen is volgens de onderzoekers sterk afhankelijk van de ervaring van de dierenarts, aangezien de grootte en de locatie van de tumormassa het in sommige gevallen moeilijk maken om deze uit te snijden. Toch kan het chirurgisch verwijderen vroeg in het ziekteproces een goede optie zijn, want dan zijn de meeste melanocytaire tumoren goedaardig en doorgaans klein. Dan kan dit al zorgen voor de beste genezing.
In de meeste gevallen wordt een combinatie van behandelingen gebruikt, die een beter effect heeft dan één enkele methode. In sommige rapporten wordt gesuggereerd dat tumoren spontaan geheel of gedeeltelijk kunnen verdwijnen, maar de meesten zullen zich uitbreiden, uiteindelijk voor wonden zorgen, kwaadaardig worden en zich verspreiden. Daarom moeten alle zichtbare en goed bereikbare tumoren worden verwijderd. Alleen dan wordt de kans op problemen beperkt. In het geval van melanocytomen is er geen bewijs dat het verwijderen ervan het risico van terugkeren of kwaadaardige transformatie vergroot, aldus de onderzoekers. Zij merkten op dat de namen en classificatie van melanocytaire tumoren erg complex zijn voor dierenartsen en pathologen.
Maligne, ook wel melanoom genoemd, wordt gekenmerkt door cellen die minder goed kunnen delen of van functie veranderen, en die waarschijnlijk de omliggende weefsels binnendringen. Deze kankersoort kan ook in de bloed- en lymfevaten belanden en vermindert of verdwijnt na chirurgische excisie. Ze zijn gevoelig voor verspreiding.
Omdat de meeste melanocytaire tumoren kwaadaardig zijn, wordt de algemene term melanoom vaak gebruikt om zowel goedaardige als kwaadaardige massa's te classificeren, waarbij de echt kwaadaardige vormen van de ziekte worden geclassificeerd. Melanocytaire tumoren verschijnen vaak als zwarte knobbels die lijken op de huid. Ze zijn van verschillende grootte, komen veelal voor bij schimmels en ontstaan meestal op een leeftijd van tussen 6 en 7 jaar oud. Deze leeftijd komt overeen met de leeftijd waarop bij de meeste schimmels de grootste verandering in hun vachtkleur voorkomt.
De ziekte begint met kleine huidtumoren. Vaak zie je deze onder de staart, in de omgeving van de anus en rondom de uitwendige geslachtsorganen. Dit komt ook vaak voor op de oogleden en de lippen. Toch zijn ze ook op gedocumenteerd op de meer ongebruikelijke plaatsen.
In het beginstadium zijn de meeste melanocytomen, en hebben ze een langdurig traag en goedaardig groeipatroon. Volgens de onderzoekers is de kwaadaardigheid leeftijdsgebonden en komt het bij oudere schimmels steeds vaker voor. "Een groot deel van de aanvankelijk goedaardige melanocytaire tumoren heeft het potentieel om na verloop van tijd agressief of zelfs kwaadaardig te worden en te verspreiden."
Dit rechtvaardigt volgens hen het belang van een vroege benadering van diagnose en therapeutische opties. “Kennis over hoe deze tumoren zich ontwikkelen is cruciaal om het onderzoek naar specifieke moleculaire doelwitten te sturen. Het identificeren van specifieke moleculen die de tumor tot expressie brengen, voorspelt een positieve respons op een bepaald geneesmiddel. Het gebrek aan informatie over dit onderwerp in de paardenoncologie maakt immunohistochemie tot een enorm en interessant onderzoeksgebied", zeiden ze. Meer onderzoek is volgens hen nodig. Er is nog te weinig kennis over melanocytaire tumoren bij paarden, vooral in vergelijking met andere diersoorten. "De hoge prevalentie van schimmels bij sommige rassen vergroot de noodzaak om succesvolle en gemakkelijk toegankelijke preventieve en therapeutische opties te vinden. Onderzoek om de pathofysiologie en biologische verschillen tussen melanocytaire tumoren bij paarden en andere diersoorten te begrijpen, zou kunnen helpen bij het vinden van nieuwe therapieën en meer specifieke diagnostische en prognostische biomarkers die pathologen en clinici kunnen helpen."
Algemeen

Een schimmel met een melanoom bij de mond. Foto: Wikimedia Commons
Dit artikel is een samenvatting van het artikel op Horsetalk.co.nz. In dit artikel wordt gesproken over melanocytaire tumoren. Dit zijn tumoren waarbij er geen diagnose “melanoom” gesteld kan worden, maar deze kan ook niet worden uitgesloten. Ook heeft men het in dit artikel over melanocytoom. Dit is een goedaardige tumor in de pigmentcellen van het paard.
De afwachtende aanpak van melanocytaire tumoren bij paarden is geen goede strategie. Dit verkleint waarschijnlijk de kans op een effectieve behandeling. Tot die conclusie komen onderzoekers José Pimenta, Justina Prada en Mário Cotovio van de Universiteit van Trás-os-Montes e Alto Douro in Portugal. Zij publiceerden hier een artikel over in het tijdschrift Animals.
Melanocytaire tumoren bij paarden zijn tumoren waarbij melanocytaire cellen in de huid betrokken zijn. Deze baren eigenaren en dierenartsen zorgen. De aanwezigheid van deze tumoren heeft gevolgen voor de gezondheid en de economische waarde van het paard.
Ongeveer 80% van alle tumoren bij paarden betreft de huid, waarvan 15% melanocytair is. Meer dan 90% van de melanocytaire tumoren bij paarden is goedaardig. Ongeveer 66% ontwikkelt zich echter tot kwaadaardige vormen en kan zich elders verspreiden. Hoewel melanocytische tumoren bij paarden van alle vachtkleuren zijn gediagnosticeerd, lijken schimmels er bijzonder vatbaar voor. Meer dan 80% van de dieren ouder dan 15 jaar krijgt ooit zo’n tumor. Paarden in een andere kleur dan schimmel kunnen ook melanocytaire tumoren ontwikkelen. Deze zullen eerder kwaadaardig zijn en zich eerder verspreiden.
In hun verhalend overzicht gaven de onderzoekers een overzicht van de genetische basis van melanocytaire tumoren en beschreven zij de klinische en pathologische verschillen tussen de verschillende tumoren. Ook keken zij naar de beschikbare diagnostische hulpmiddelen en behandelingsmogelijkheden, voordat zij ingingen op toekomstige onderzoeksgebieden en de zoektocht naar nieuwe therapieën.
"Lange tijd was het 'afwachtende' protocol de 'behandeling' bij uitstek, gezien het goedaardige uiterlijk van de meeste van deze tumoren", schreven zij. "Toch weerlegt de huidige kennis deze aanpak gemakkelijk, met aanwijzingen dat de ziekte mettertijd klinisch en pathologisch alleen maar erger wordt, waardoor de kans op effectiviteit van de behandeling afneemt. Voordat klinische beslissingen over de therapie kunnen worden genomen, moet rekening worden gehouden met een aantal feiten en mogelijke beperkingen”, aldus de onderzoekers. “Deze feiten en beperkingen zijn onder ander de classificatie van de tumor, het klinische en pathologische gedrag ervan, de plaats, de omvang, de duur en de reactie op eerdere behandelingen. Ook moet worden meegenomen hoe goed het dier meewerkt aan behandelingen, net als diverse factoren in verband met de (on)mogelijkheden van de eigenaar. Ook de beschikbaarheid van speciale apparatuur en faciliteiten voor sommige behandelingen en het doel van het paard moeten in aanmerking worden genomen. Bij het stellen van een diagnose moet men trachten de waarschijnlijke pathologische en klinische effecten van een tumor vast te stellen, zodat de dierenarts het hele plaatje kan analyseren en een verstandig oordeel kan vellen over de behandelingsmogelijkheden en de prognose. Hoe vroeger de diagnose, hoe beter de kans op een effectieve respons op de behandeling."
In het algemeen zijn chirurgie, chemotherapie en elektroporatie de meest voorkomende behandelingen. De doeltreffendheid van chirurgische behandelingen is volgens de onderzoekers sterk afhankelijk van de ervaring van de dierenarts, aangezien de grootte en de locatie van de tumormassa het in sommige gevallen moeilijk maken om deze uit te snijden. Toch kan het chirurgisch verwijderen vroeg in het ziekteproces een goede optie zijn, want dan zijn de meeste melanocytaire tumoren goedaardig en doorgaans klein. Dan kan dit al zorgen voor de beste genezing.
In de meeste gevallen wordt een combinatie van behandelingen gebruikt, die een beter effect heeft dan één enkele methode. In sommige rapporten wordt gesuggereerd dat tumoren spontaan geheel of gedeeltelijk kunnen verdwijnen, maar de meesten zullen zich uitbreiden, uiteindelijk voor wonden zorgen, kwaadaardig worden en zich verspreiden. Daarom moeten alle zichtbare en goed bereikbare tumoren worden verwijderd. Alleen dan wordt de kans op problemen beperkt. In het geval van melanocytomen is er geen bewijs dat het verwijderen ervan het risico van terugkeren of kwaadaardige transformatie vergroot, aldus de onderzoekers. Zij merkten op dat de namen en classificatie van melanocytaire tumoren erg complex zijn voor dierenartsen en pathologen.
Maligne, ook wel melanoom genoemd, wordt gekenmerkt door cellen die minder goed kunnen delen of van functie veranderen, en die waarschijnlijk de omliggende weefsels binnendringen. Deze kankersoort kan ook in de bloed- en lymfevaten belanden en vermindert of verdwijnt na chirurgische excisie. Ze zijn gevoelig voor verspreiding.
Omdat de meeste melanocytaire tumoren kwaadaardig zijn, wordt de algemene term melanoom vaak gebruikt om zowel goedaardige als kwaadaardige massa's te classificeren, waarbij de echt kwaadaardige vormen van de ziekte worden geclassificeerd. Melanocytaire tumoren verschijnen vaak als zwarte knobbels die lijken op de huid. Ze zijn van verschillende grootte, komen veelal voor bij schimmels en ontstaan meestal op een leeftijd van tussen 6 en 7 jaar oud. Deze leeftijd komt overeen met de leeftijd waarop bij de meeste schimmels de grootste verandering in hun vachtkleur voorkomt.
De ziekte begint met kleine huidtumoren. Vaak zie je deze onder de staart, in de omgeving van de anus en rondom de uitwendige geslachtsorganen. Dit komt ook vaak voor op de oogleden en de lippen. Toch zijn ze ook op gedocumenteerd op de meer ongebruikelijke plaatsen.
In het beginstadium zijn de meeste melanocytomen, en hebben ze een langdurig traag en goedaardig groeipatroon. Volgens de onderzoekers is de kwaadaardigheid leeftijdsgebonden en komt het bij oudere schimmels steeds vaker voor. "Een groot deel van de aanvankelijk goedaardige melanocytaire tumoren heeft het potentieel om na verloop van tijd agressief of zelfs kwaadaardig te worden en te verspreiden."
Dit rechtvaardigt volgens hen het belang van een vroege benadering van diagnose en therapeutische opties. “Kennis over hoe deze tumoren zich ontwikkelen is cruciaal om het onderzoek naar specifieke moleculaire doelwitten te sturen. Het identificeren van specifieke moleculen die de tumor tot expressie brengen, voorspelt een positieve respons op een bepaald geneesmiddel. Het gebrek aan informatie over dit onderwerp in de paardenoncologie maakt immunohistochemie tot een enorm en interessant onderzoeksgebied", zeiden ze. Meer onderzoek is volgens hen nodig. Er is nog te weinig kennis over melanocytaire tumoren bij paarden, vooral in vergelijking met andere diersoorten. "De hoge prevalentie van schimmels bij sommige rassen vergroot de noodzaak om succesvolle en gemakkelijk toegankelijke preventieve en therapeutische opties te vinden. Onderzoek om de pathofysiologie en biologische verschillen tussen melanocytaire tumoren bij paarden en andere diersoorten te begrijpen, zou kunnen helpen bij het vinden van nieuwe therapieën en meer specifieke diagnostische en prognostische biomarkers die pathologen en clinici kunnen helpen."