Fokkerij
Foto door Corina Plat
De hippische wereld werd de afgelopen weken opgeschrikt door WFFS, Warmblood Fragile Foal Syndrome. Hoewel het hoogstwaarschijnlijk een erfelijke aandoening is, die niet bij het Friese paard voorkomt, is het wel zaak om zowel als fokkers en als stamboek alert te zijn.
Het belangrijkste klinische beeld van WFFS is, is het ontbreken van stukken huid bij veulens of het heel gemakkelijk scheuren van de huid. Het is een aandoening die niet te behandelen of te genezen is. WFFS is in de VS ontdekt in de populatie warmbloeden en ook in Nederland zijn inmiddels warmbloedveulens gemeld met WFFS. WFFS heeft een genetische oorzaak. Het is een enkelvoudig recessieve aandoening en daarmee qua vererving vergelijkbaar met waterhoofd en dwerg. Dragers zien er volstrekt normaal uit. Het paren van twee dragers zal in één op vier gevallen leiden tot een afwijkend veulen. In de VS is 11% van de warmbloedpaarden drager van het verantwoordelijke gen.
De vraag die gesteld wordt, is of WFFS ook bij het Friese paard voorkomt. Vanuit ‘officiële’ bronnen werd de afgelopen dagen aangegeven, dat dit niet het geval is om de simpele reden dat het Friese paard geen warmbloed zou zijn. Hoewel de kans dat deze aandoening ook bij het Friese paard voorkomt erg klein is, is deze redenatie wel erg kort door de bocht. Of het Friese paard nu wel of niet een warmbloed is (aan deze discussie zullen we in dit artikel maar niet uitwijden), is in dezen niet relevant. Warmbloeden en Friese paarden hebben vele generaties terug deels gelijke voorouders. Als bij deze voorouders het gen reeds aanwezig is geweest, zou deze derhalve ook bij Friese paarden voor kunnen komen. Het is echter zeer waarschijnlijk, dat het ontstaan van de WFFS-mutatie veel later in de tijd heeft plaatsgevonden. Dit zou betekenen, dat deze mutatie bij het Friese paard niet voorkomt.
Als gevolg van extreem toeval is het uiteraard mogelijk, dat de betreffende mutatie op dezelfde locatie op het DNA zich ook bij het Friese paard heeft voorgedaan (of nog gaat voordoen). Zoals bijvoorbeeld ook bij de mens toevalligerwijs het waterhoofdgen op hetzelfde chromosoom voorkomt als bij het Friese paard. Om 100% zeker te zijn roept het KFPS haar leden op om alert te zijn en in het geval er een veulen geboren wordt met de aangegeven symptomen, dit te melden bij het KFPS. Het KFPS zal verder steekproefgewijs een aantal paarden gaan testen, met de DNA-test die hiervoor in de VS is ontwikkeld.
Hoe groot het WFFS-probleem in Nederland in de fokkerij van warmbloedpaarden zal zijn, zal blijken wanneer er genoeg paarden getest zullen zijn. Het KFPS stelt vast dat er in de media (ondermeer in de Paardenkrant) wat erg luchtig over wordt gedaan. Het feit dat er niet veel WFFS-veulens worden geboren, zoals wordt aangegeven, hoeft niet maatgevend te zijn voor het probleem. Immers, heel veel waterhoofden en dwergen werden er bij de Friese paarden ook niet geboren. Toch is een op de 7 paarden drager van deze aandoeningen. Bij een genfrequentie van WFFS van 11% (zoals in de VS, dit betekent dat 11% van de paarden drager is) en je niet weet welke hengsten en merries drager zijn (zoals in Nederland het geval was), dan zal slechts maximaal 0,3% van de geboren veulens de WFFSW-afwijking hebben. Dit gegeven, plus het feit dat een deel van de lijders voortijdig geaborteerd wordt en het feit dat dragers waarschijnlijk meer dan gemiddeld aan elkaar verwant zijn en daarom minder vaak met elkaar gepaard worden, maakt dat ook bij een relatief groot aantal dragers, er toch niet veel WFFS-veulens geboren worden.
De conclusie is, dat het zeer onwaarschijnlijk is dat WFFS ook bij het Friese paard voorkomt, maar dat het stamboek alert blijft.