Steeds minder paarden in België geslacht voor consumptie
Geplaatst: 08-03-18 14:20
De Standaard
Overige
Foto door Amanda
Omdat we een paard als elegant beschouwen, staat het amper nog op het menu van de Vlaming. "Vreemd, want hert wordt wel met veel smaak gegeten", vindt Marie-Anne De Nil, zaakvoerder van de gelijknamige slagerij. "Elke dag breek ik er mijn hoofd over: hoe kan ik paardenvlees aan jongeren verkopen? Oudere generaties eten het, maar de kinderen niet."
De Nil gaat wel langs op beurzen en markten, maar paard blijft een moeilijk te slijten eindproduct. "Ook mijn vader en grootvader kampten met hetzelfde probleem", zegt ze. "En ik denk niet dat het meteen gaat stabiliseren."
Dat lijken ook de cijfers van Statbel te suggereren. Volgens de statistische dienst van de FOD Economie werden in België vorig jaar 5.585 paarden geslacht voor menselijke consumptie. Dat is bijna 8 procent minder dan in 2016. Wat verklaart die terugval? "Het chippen van paarden", zegt Jos Van Thielen, van de groep Dier & Welzijn van de KU Leuven. "Wordt een veulen geboren en opgekocht, dan moet de nieuwe eigenaar in het eerste jaar nog beslissen (en de keuze is definitief) of het beest op zijn oude dag mag genieten van een natuurlijke dood, dan wel of het in de voedselketen moet verdwijnen. Maar omdat een paard aanschaffen een emotioneel moment blijft, kiezen de meeste eigenaars voor een natuurlijke dood of een spuitje. Soms is het gevolg dan wel dat paarden de rest van hun leven eenzaam verkommeren op een veld, als de interesse in het dier eenmaal verdwenen is."
In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is de emotionele betrokkenheid nog sterker. Paardenvlees eten geldt er zelfs als een heus taboe. Hans Dagevos, als consumptiesocioloog verbonden aan de Nederlandse universiteit van Wageningen, spreekt in dat opzicht over een ‘moreel ongemak’, door de proporties die het paard in de verbeelding inneemt. Het heet een intelligent en elegant dier te zijn, met bijna menselijke kenmerken. Maar Dagevos vindt die redenering inconsequent. "Een restaurant dat een even gracieus wezen als hert serveert, moet zich minder verantwoorden."
Wat de impopulariteit betreft, wijst Dagevos ook naar de schappen in de slagerijen of winkels. "Die bieden amper nog zichtbaar paardenvlees, terwijl aanbod wel vraag creëert. En zo verdwijnt het idee uit het collectieve geheugen, dat paard ook lekker en gezond kan zijn."
Dagevos wijst erop dat paardenvlees dan weer geen ‘moreel ongemak’ vormt als het ‘versneden en onherkenbaar’ geserveerd wordt, zoals in bitterballen.
Overige
Foto door Amanda
Omdat we een paard als elegant beschouwen, staat het amper nog op het menu van de Vlaming. "Vreemd, want hert wordt wel met veel smaak gegeten", vindt Marie-Anne De Nil, zaakvoerder van de gelijknamige slagerij. "Elke dag breek ik er mijn hoofd over: hoe kan ik paardenvlees aan jongeren verkopen? Oudere generaties eten het, maar de kinderen niet."
De Nil gaat wel langs op beurzen en markten, maar paard blijft een moeilijk te slijten eindproduct. "Ook mijn vader en grootvader kampten met hetzelfde probleem", zegt ze. "En ik denk niet dat het meteen gaat stabiliseren."
Dat lijken ook de cijfers van Statbel te suggereren. Volgens de statistische dienst van de FOD Economie werden in België vorig jaar 5.585 paarden geslacht voor menselijke consumptie. Dat is bijna 8 procent minder dan in 2016. Wat verklaart die terugval? "Het chippen van paarden", zegt Jos Van Thielen, van de groep Dier & Welzijn van de KU Leuven. "Wordt een veulen geboren en opgekocht, dan moet de nieuwe eigenaar in het eerste jaar nog beslissen (en de keuze is definitief) of het beest op zijn oude dag mag genieten van een natuurlijke dood, dan wel of het in de voedselketen moet verdwijnen. Maar omdat een paard aanschaffen een emotioneel moment blijft, kiezen de meeste eigenaars voor een natuurlijke dood of een spuitje. Soms is het gevolg dan wel dat paarden de rest van hun leven eenzaam verkommeren op een veld, als de interesse in het dier eenmaal verdwenen is."
In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is de emotionele betrokkenheid nog sterker. Paardenvlees eten geldt er zelfs als een heus taboe. Hans Dagevos, als consumptiesocioloog verbonden aan de Nederlandse universiteit van Wageningen, spreekt in dat opzicht over een ‘moreel ongemak’, door de proporties die het paard in de verbeelding inneemt. Het heet een intelligent en elegant dier te zijn, met bijna menselijke kenmerken. Maar Dagevos vindt die redenering inconsequent. "Een restaurant dat een even gracieus wezen als hert serveert, moet zich minder verantwoorden."
Wat de impopulariteit betreft, wijst Dagevos ook naar de schappen in de slagerijen of winkels. "Die bieden amper nog zichtbaar paardenvlees, terwijl aanbod wel vraag creëert. En zo verdwijnt het idee uit het collectieve geheugen, dat paard ook lekker en gezond kan zijn."
Dagevos wijst erop dat paardenvlees dan weer geen ‘moreel ongemak’ vormt als het ‘versneden en onherkenbaar’ geserveerd wordt, zoals in bitterballen.